“Doe die deur open, kankerwijf. Doe die deur open of.... Ja, bel de politie maar, ja. Dan zit ik straks drie dagen vast en dan? Dit houdt nooit op. Ik zweer het je. Niet zolang ik mijn dochter niet mag zien. Hoor je me, kutwijf? Ik blijf terugkomen. Ik kom terug en ik vermoord jullie allemaal. Jou en je hele kankerfamilie.”
De rechter leest de woorden zonder enige bezieling op uit het dossier maar je kunt je een voorstelling maken van hoe ze geklonken moeten hebben, om kwart over tien ’s morgens, bij de achterdeur, uitgespuugd door de woest agressieve Lars* (33). Zijn doodsbange ex-vriendin bellend in de keuken, hun 2,5 jaar oude dochtertje huilend in de gang.
“Ik wil mijn dochter zien,” zegt Lars in de rechtszaal. “Als dat niet op de normale manier kan, dan moet het maar via een DNA-test of zoiets.”
“U vindt dit de normale manier?” informeert de rechter.
“Ik ben een heel normale vader, ik wil mijn dochter zien. Is dat zo gek?” zegt Lars, die in het dagelijks leven schilder is. “Ik ben geen agressief persoon, maar ik kan u vertellen, als ze je kind afpakken, dan ga je rare dingen doen."
Dag en nacht gestrest
Ze waren acht jaar samen, hij en zijn vriendin. Hij was een goede vader, maar toen hij lid werd van motorclub Satudarah ging het rap bergafwaarts met hun relatie. En omdat hij hun dochter nooit officieel als zijn kind heeft erkend, is het afdwingen van een omgangsregeling lastig.
Behalve de tirade bij de achterdeur is er ook een stroom e-mails, voicemails en WhatsApp-berichten. Allemaal voorzien van de nodige krachttermen en vuilbekkerij en allemaal met min of meer dezelfde strekking: ik wil mijn dochter zien en anders vallen er doden. Maar dat is allemaal van maanden geleden. Lars wil nog steeds zijn dochter zien, maar inmiddels is hij wel bedaard, zegt hij. Sinds het achterdeur-incident heeft hij zijn ex niet meer lastiggevallen. “Maar daar was wel een contact- en gebiedsverbod voor nodig,” merkt de rechter op.
“Ja, dus?” pareert Lars.
Hij mag geen contact met haar opnemen en niet binnen een straal van 100 meter van haar huis komen. Daar lijkt hij zich aan te houden. Toch voelt de moeder van hun kind zich nog allesbehalve veilig. Dat is ook de reden dat ze vandaag niet aanwezig is. Ze heeft wel een zogenaamde slachtofferverklaring opgesteld en de rechter gevraagd die voor te lezen. “Dit had ik niet van hem verwacht,” leest de rechter namens haar op. “Zo ken ik hem niet. Hij heeft mij echt de stuipen op het lijf gejaagd. Als een wild dier liep hij om ons huis heen. Mijn dochtertje was er bij. Ze heeft alles gezien en gehoord. Ze is nog steeds van streek. We leven elke dag in angst. Ik ook. We hebben een week bij mijn moeder gewoond omdat ik mij thuis niet veilig voelde. Ik durf niet meer alleen over straat. Ik mis mijn vrijheid. Ik ben gestrest, dag en nacht. Ik slaap slecht. Soms zie ik mijzelf in gedachten dood op straat liggen.”
Lars is niet onder de indruk. “Wat een bullshit,” zegt hij. “Ze probeert me gewoon weg te zetten als een compleet gestoorde idioot, zodat ze onze dochter lekker voor zichzelf kan houden.”
De rechter is daar minder zeker van. Voor het bedreigen van zijn ex-vriendin, in het bijzijn van hun dochtertje, krijgt Lars een werkstraf van 40 uur.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban