Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

'Als iemand anders ze had gemaakt, was ik net zo blij geweest'

De Wimbledon-zege van Richard Krajicek, etappezeges in de in Nederland gestarte Tour de France en iconische prestaties op de Olympische Spelen van Atlanta. De Hollandse sportzomer van 25 jaar geleden is onvergetelijk. Met betrokkenen van toen keren we terug naar 1996. In deel 6 van deze serie: Floris Jan Bovelander, die met het Nederlands team het eerste olympische hockeygoud won.

'Als iemand anders ze had gemaakt, was ik net zo blij geweest'

Floris Jan Bovelander mag dan net twee keer hebben gescoord in de olympische hockeyfinale, toch is hij wat betreft de beveiliging niet welkom bij de medailleceremonie.

De kledingvoorschriften zijn duidelijk, maar Bovelander heeft zijn lange trainingsbroek echt niet bij zich. En regels zijn regels, vindt de beveiliging. Maar het Nederlands team heeft wel wat grotere obstakels moeten overwinnen in de jacht naar goud, Bovelander laat zich niet tegenhouden, omzeilt ook deze laatste horde en neemt gewoon zijn gouden medaille in ontvangt.

In korte broek.

“Een finaledag is altijd raar, gedoe,” zegt Bovelander nu, 25 jaar later. Hij zit achter een kartonnen bekertje koffie in het clubhuis van Bloemendaal, de vereniging die hij zijn hele carrière diende. Hij hangt levensgroot aan de muur, naast een afbeelding van Teun de Nooijer, collega-icoon. “Soms moet je je koffer al inpakken, je bent bezig met dingen waarover je helemaal niet wil nadenken op zo’n dag. Ik lag op een kamer met Taco van den Honert, de ene dag pakte hij de tas in voor ons, de andere dag ik. Ik kon mijn trainingspak niet vinden, dus vroeg of hij ’m al had ingepakt.

Hij zei ja, maar hij verstond mijn vraag verkeerd. Dus stond ik na afloop zonder spullen. Het trainingsjack kon ik nog lenen van de coach, Roelant Oltmans, maar er was geen broek over.”

‘Ik zie mezelf nog zo op een bankje zitten, the day after. Met een voldaan, euforisch gevoel. Was echt een geluksmomentje’

Slordigste jongetje

Dus mag Bovelander, inmiddels 55, om de zoveel tijd uitleggen waarom hij als enige speler geen lange broek draagt op het podium. “Dan krijg je die verhalen over het slordigste jongetje van de klas, maar ik vind het verhaal wel typerend voor wie ik ben. In de dingen die er voor mij toe doen ben ik pietluttig, als er getraind moest worden, stond ik vooraan. Maar bijzaken, zoals een trainingsbroek, boeiden mij niet. Daar was ik slecht in.”

Pieken op het juiste moment, dát is de specialiteit van Bovelander. In de finale van de Olympische Spelen bijvoorbeeld. Oranje wint met 3-1 van Spanje, met twee goals van Bovelander. Allebei gemaakt uit een strafcorner.

“Iemand moet het doen, hè,” zegt hij op dezelfde toon waarop voetballers altijd jokken dat het niet uitmaakt wie scoort. Het verschil is alleen dat Bovelander het meent. “Ik nam die wedstrijd toevallig de corners, maar je moet ze ook krijgen. Het was anders als ik er tien had gemist. Ik heb niet verzaakt, zoals de anderen ook niet hebben verzaakt. Klinkt simpel, maar zo is het wel. Als iemand anders ze had gemaakt, was ik net zo blij geweest.” Bovelander is er de man niet naar om credits op te eisen. Hoeft ook niet, hij wordt alom gezien als een van de grootste hockeyers die Nederland heeft gekend. Warmer praat hij over het doelpunt in de finale dat nou juist niet van zijn stick kwam. Ook uit een strafcorner. “De 3-1 van Bram Lomans vond ik een waanzinnig moment. Dat was vijf minuten voor tijd, toen was het klaar. We gunden het Bram allemaal. Hij speelde weinig, maar was zo positief, trainde zo goed. Echt een fijne gast. Hij had een sleeppush, die was toen vrij nieuw. Zijn corner hebben we het hele toernooi niet ingezet, maar bewaard voor de finale. We waren altijd bezig met vernieuwing, met tegenstanders verrassen.

We hadden ook een paar corners bedacht waar een speler schuin voor de keeper langsliep. Later mocht dat niet meer, maar zo waren we altijd bezig.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Sport
  • Sander Boer