Professor anatomie Tom Gillingwater verklaarde tegenover de BBC dat de stoffelijke resten 'gevonden of opnieuw ontdekt' waren nadat een student in Nederland archiefmateriaal had opgevraagd. Het is echter onbekend wie de student is of waar hij vandaan komt.
De stoffelijke overschotten, schedels en botten van de slachtoffers waren daar bijna 90 jaar onaangeroerd gebleven. Deze macabere vondst heeft een zoektocht naar nabestaanden in gang gezet, met als doel de slachtoffers eindelijk een waardige begrafenis te geven.
De Jigsaw-moorden
De Jigsaw-moorden behoren tot de meest gruwelijke misdaden in de Britse geschiedenis. In 1935 vermoordde de in India geboren arts Buck Ruxton zijn vrouw, Isabella Ruxton, en het kindermeisje van het gezin, Mary Rogerson. De moorden vonden plaats in hun huis in Lancaster en waren het gevolg van Ruxtons ziekelijke jaloezie. Hij beschuldigde zijn vrouw herhaaldelijk van ontrouw en mishandelde haar jarenlang. Mary Rogerson, die toevallig getuige was van de moord op Isabella, werd een tweede slachtoffer.
Ruxton gebruikte zijn medische kennis om de lichamen onherkenbaar te maken. Hij verwijderde identificerende kenmerken zoals tanden en vingertoppen en dumpte de in stukken gehakte lichamen bij een afgelegen brug in Dumfriesshire, Schotland.
Een forensische doorbraak
De zaak werd beroemd door het baanbrekende forensische onderzoek dat leidde tot Ruxtons veroordeling. Wetenschappers gebruikten revolutionaire technieken om de lichamen te identificeren, waaronder röntgenfoto’s die de schedel van Isabella koppelden aan haar gezichtsfoto. Ook insectenanalyse werd toegepast om de tijd van overlijden vast te stellen. Deze methodes hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van moderne forensische wetenschap.
Laatste kans op rust
Nu de stoffelijke resten opnieuw aan het licht zijn gekomen, probeert de universiteit familieleden van Isabella en Mary op te sporen. Isabella's kinderen werden na de moorden ondergebracht bij pleeggezinnen, mogelijk zonder volledig te weten wat er met hun ouders is gebeurd. Van Mary’s familieleden is onbekend of zij bereid zijn contact op te nemen.
Professor Gillingwater benadrukt de ethische kwesties rondom de langdurige opslag van de menselijke resten voor onderzoek. De botten van de twee vrouwen werden decennialang bewaard in de enorme anatomische collectie van de Universiteit van Edinburgh, samen met ander bewijsmateriaal uit de zaak, vermoedelijk voor verder medisch onderzoek. Gillingwater zegt hierover: "Als je mij vraagt of ik hetzelfde zou hebben gedaan met mijn 21e-eeuwse lens, dan absoluut niet, maar in die tijd was wat die wetenschappers deden in dit onderzoek opmerkelijk en revolutionair."
De vondst van de schedels heeft niet alleen de zaak opnieuw in de schijnwerpers gezet, maar biedt ook een kans om een historische fout recht te zetten. Door de stoffelijke resten terug te geven aan hun families, kunnen Isabella en Mary wellicht na bijna een eeuw eindelijk waardig begraven worden.
- De Telegraaf, BBC
- Adobe stock