“Vandaag besteld, morgen in huis,” zegt de advocaat terwijl hij de rechter en officier een printscreen overhandigt van de webwinkel van bol.com. Het product dat erop staat afgebeeld, lijkt als twee druppels water op een Walther P99Q, het dienstpistool van de Nederlandse politie. “Vanaf drie jaar,” wijst de advocaat zijn publiek met zichtbaar genoegen op de minimale leeftijdsgrens van het stuk speelgoed. Achter hem in de zaal klinkt een schamper lachje. Voor Niels* (21) komt er vandaag een langverwacht einde aan een heikele kwestie. Een kwestie die ruim anderhalf jaar geleden begon toen hij een tankstation binnenstapte om een pak shag te kopen. Vanuit het niets vatte een politieagent hem in de kraag, drukte hem tegen de muur en vertelde hem dat hij was aangehouden. Op verdenking van verboden wapenbezit, zo leerde Niels terwijl de handboeien zich sloten rond zijn magere polsen. Pas toen de agent even later zijn auto doorzocht en de kartonnen doos vanonder de passagiersstoel trok, viel bij Niels het kwartje.
“Dat is gewoon een speelgoedpistool,” herhaalt hij bij de rechter de woorden die hij destijds tegen de agent sprak. “Ik had dat ding een paar maanden eerder voor nog geen 25 euro in een winkel in Frankrijk gekocht als cadeautje voor mijn schoonbroertje. Die doet aan airsoft. Het kwam er alleen nooit van om het hem te geven. Ik was dat ding eerlijk gezegd straal vergeten.”
In een verhoorkamer van het politiebureau schoof iemand hem een korrelige foto onder zijn neus. “Bent u dit?” Niels herkende zichzelf niet, maar hij herinnerde zich het voorval. Toen hij het balletjespistool net gekocht had, had hij het op straat aan wat vrienden laten zien.
Een van hen had het uit de verpakking gehaald en er wat mee lopen dollen. Een geschrokken voorbijganger maakte op enige afstand ongezien een foto en haastte zich daarna naar het politiebureau.
Levensecht
“Speelgoed of geen speelgoed,” zegt de officier van justitie stellig, “dit soort dingen zijn zo levensecht dat je er mensen angst mee aanjaagt. Zeker wanneer je het midden op straat tevoorschijn haalt,” betoogt ze.
Of het inderdaad Niels was die het balletjespistool vasthad, valt op basis van de foto niet te zeggen. Wel wisten agenten het kenteken te ontcijferen van de auto waar de jongens omheen stonden. Dat stond op naam van Niels, die zodoende weken later, bij het kopen van een pakje shag, tegen de lamp liep, veertien uur in een politiecel doorbracht en uiteindelijk een boete thuis gestuurd kreeg van 700 euro. Die hij op aanraden van zijn advocaat weigerde te betalen.
Volgens die laatste gaat het er namelijk niet zozeer om wie er op die foto met het wapen zwaait. Veel belangrijker is de vraag of het wapen inderdaad illegaal is, zoals het OM beweert. Daarnaar is volgens hem nauwelijks onderzoek gedaan. Het feit dat een stuk speelgoed als twee druppels water lijkt op een echt vuurwapen was een paar jaar geleden nog voldoende om het in Nederland niet te mogen bezitten. Totdat een hoge rechter in 2014 besloot dat dit specifieke deel van de Wet wapens en munitie in strijd is met Europese regelgeving en Nederland de speelgoedwapens niet op eigen houtje mag verbieden.
Tijdens het pleidooi kan de rechter een klein instemmend knikje niet onderdrukken. Het verhaal van Niels’ advocaat over de nieuwe ‘Speelgoedrichtlijn’ klopt als een bus. En wanneer niet vaststaat dat een wapen illegaal is, kun je iemand onmogelijk voor illegaal wapenbezit veroordelen. Niels gaat dus vrijuit.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban