Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

MISDAADCOLUMN: Waar misdaad is, daar zijn tatoeages

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: tatoeages. 

Henk Strootman

"Ik heb een bloedhekel aan tatoeages. Dat is voor criminelen, zeemannen en volksstammen in de binnenlanden van Brazilië, maar tegenwoordig is elke trut op straat getatoeëerd of heeft een halve ijzerwinkel in zijn gezicht hangen. Dat heet verminking." Aldus acteur Michiel Romeyn (vooral bekend van Jiskefet) in het Algemeen Dagblad. Hij heeft natuurlijk gelijk. Niet alleen elke 'trut' heeft tegenwoordig een tatoeage, ook onderwijzers, salarisadministrateurs en politieagenten lopen rond met een infinity-teken, geboortebloem of pootafdruk van Woef op de arm. Dus dat criminele is er wel een beetje vanaf. Een beetje. Want op een of andere manier blijven tatoeages en misdaad altijd aan elkaar verbonden. Geen opsporingsbericht, of er komt wel een beschrijving van een tatoeage voorbij.

De ene tatoeage is de andere niet. Wanneer ik iemand zie met een levensgroot spinnenweb in de nek is mijn eerste gedachte: die gaat nooit meer op sollicitatiegesprek. Zoals je ook met het welbekende traantje geen punten scoort bij een recruiter. Maar verder zijn de meeste tatoeages algemeen geaccepteerd als ‘unieke’ uitingen van hartstocht, verdriet, gemis of levensmotto. Dat is weleens anders geweest, zo moet ik Michiel Romeyn gelijk geven.

Ik had twee ooms in de familie met een tatoeage. Oom Koen was oud-stuurman en had in die hoedanigheid alle wereldzeeën bevaren. Dat hij ooit onder invloed van een glaasje of wat een driemaster met volle zeilen op de onderarm had laten aanbrengen, nou ja, dat kon er wel mee door. Oom Joop was een ander verhaal. Hij was vrachtwagenchauffeur, rookte zware Van Nelle en vloekte als een bootwerker. Maar echt bezwaarlijk, zo vond de familie, waren de drie puntjes die onderaan de duim waren getatoeëerd. Wat hadden die te betekenen? Niemand heeft het ooit durven vragen, oom Joop was niet zo van de conversatie.

Het niet durven vragen naar de betekenis van enkele tatoeages is mij ook een keer overkomen. Een jaar of wat geleden zag ik tijdens een vakantie een iel mannetje, gekleed in een slobberende trainingsbroek en oversized T-shirt, enigszins strompelend het zwembad van een hotel binnenkomen. Toen hij een vrije stoel had gevonden ging de kleding uit. Ik wist niet wat ik zag: de man zat van nek tot enkels onder de tatoeages en dat waren geen geboortebloemen of vredesduiven. Ik nam de plaatjes goed in me op om, nieuwsgierig als ik ben, de betekenis ervan later op internet op te zoeken.

De man bleek een wandelend strafblad te zijn van de Russische maffia. Een ster op de knie, een orthodoxe kerk met koepels op de borst, daarnaast een kruis, een Maria met het kindjes Jezus, een dolk die een hals doorboort, prikkeldraad, een revolver, een spin en de rest ben ik vergeten. Wat ik ervan begreep was de man, die daar van het zonnetje lag te genieten, een moordenaar, dief, ontsnappingskunstenaar en zedenklant.

De man zat van nek tot enkels onder de tatoeages. Ik nam de plaatjes goed in me op om de betekenis ervan later op internet op te zoeken. Hij bleek een wandelend strafblad te zijn

Niet elke tatoeage vertelt zo’n duidelijk verhaal. Zo is de politie in Amsterdam al decennia lang op zoek naar de identiteit van een man die inmiddels bekend staat als het Kelderlijk. Het slachtoffer werd op 11 januari 1982 in gemummificeerde toestand gevonden in een souterrain onder de Oudezijds Achterburgwal 143.

Onderzoek in 1982 op het 'Kelderlijk'.

Voor de identificatie was alle hoop gevestigd op een nogal unieke tatoeage, voorstellend een hand met in de palm een brandende kaars en daaronder de tekst: ‘Der Teufel Soll Mein Führer Sein!’ Daar moet toch wel iemand op aanslaan, zou je denken. Maar 42 jaar na dato is de identiteit van de vermoedelijk Duitse man nog altijd een raadsel. Ondanks aanvullend speurwerk enkele jaren geleden door Kees van der Spek, die trouwens ook een tatoeage heeft: de handtekening van zijn held Johann Sebastian Bach.