SPORTCOLUMN: FC Utrecht-trainer Ron Jans heeft slechts één ambitie: gewoon genieten
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: de ambitie van FC Utrecht-trainer Ron Jans.
Micha Jacobs
Ik heb niks tegen het woord ambitie – mooi woord, zeven letters – maar wel tegen de mensen die het uitspreken. Dat zijn mensen die vroeger iets tekortkwamen, dat nu compenseren door zichzelf heel erg op de voorgrond te plaatsen en schreeuwen hoe goed ze wel niet bezig zijn. Uitgesproken ambitie neigt naar zelfverheerlijking en daar heb ik een broertje dood aan. En geen ambitie zonder dat je dat met de hele wereld deelt, kijk maar naar een sociaal medium als LinkedIn waar ‘ambitie’ je om de oren vliegt (waar ikzelf trouwens ook gebruik van maak, maar ik heb alleen de ambitie om een boekje te verkopen). Mensen met échte ambitie hoor je meestal niet. Die houden zich koest en maken magie in de luwte.
Ik heb nooit veel ambitie in mijn werk gehad en gelukkig ben ik niet de enige. Ron Jans is ook zo iemand. Eind vorig jaar bedacht Hugo Borst bij NOS Langs de lijn de stelling ‘Ron Jans is een toptrainer’ waar 92 procent van de luisteraars het mee eens was. Tot die andere 8 procent behoorde Ron Jans zelf. “Waardering is leuk, maar ik vind Ron Jans geen toptrainer,” zei hij daarna in een interview met Voetbal International. “Een toptrainer traint bij topclubs en heeft veel internationale wedstrijden op zijn naam staan. Dus daar kan ik niet mee tevoorschijn komen.”
En toen viel opeens het woord ambitie. “Het is niet mijn ambitie om bij een topclub in Nederland te komen,” zei hij. “Mijn ambitie is dat ik elke dag wil genieten met de mensen om me heen, hard werken, samenwerken, iets opbouwen met zijn allen, met de mensen bezig zijn, met voetbal bezig zijn. Daar geniet ik enorm van bij FC Utrecht.” Een wijze les van een wijze man die ooit de ambitie had om als speler te slagen in Japan (zonder dat van de daken te schreeuwen) en als trainer in Amerika (en dat wél van de daken en in de kleedkamer schreeuwde). Japan werd een succes, Amerika overduidelijk niet.
Aanstaande zondag (14.30 uur), alsof er nooit een winterstop is geweest, gaat FC Utrecht met de ‘ambitieloze’ Ron Jans op bezoek in de Kuip, bij het ambitieuze Feyenoord. De nummer drie tegen de nummer vier, al zou Ron Jans aan het begin van de competitie niet hebben gedacht dat hij halverwege de competitie één plek boven de Rotterdammers zou staan. Natuurlijk had hij dat niet gedacht, want die ambitie heeft hij ook helemaal niet. Hij wil gewoon elke dag genieten, wat volgens mij de allermooiste ambitie is die je maar kunt hebben, toch?
Edwin Struis
Ik ben nog van een generatie die Ron Jans gewoon in het wild heeft zien voetballen. Zo’n lekkere eigenzinnige linksbuiten, technisch begaafd, een broertje dood aan meeverdedigen, ach, je kent die types wel. Niet te beroerd om in de Meer tegen Ajax de 5-5 te scoren, zoals op 23 januari 1983, nadat hij voor FC Groningen ook al de 3-3 had gemaakt. Voor dat soort spelers ging je naar het stadion. Net iets te licht voor de echte top, maar als fan van Zwolle, Groningen, Roda of Veendam, de clubs waar hij in Nederland voor speelde, was je blij met zulke publieksvoetballers.
Als trainer geldt voor hem een beetje hetzelfde verhaal. Hoe hij FC Utrecht in no time van de onderkant van het eredivisie-rechterrijtje naar de bovenkant van het linkerrijtje heeft geloodst, verdient alleen maar bewondering. Ook omdat hij zich niet in allerlei bochten hoeft te wringen om dicht bij zichzelf te blijven. Ook daarom voelt hij zich op z’n gemak bij dit soort clubs, terwijl je bij topclubs allerlei gremia moet bedienen omdat iedereen daar de druk voelt van het moeten presteren. Van een 2-5 tegen Fortuna Sittard, hoe vervelend ook, raakt Jans niet van de kook. Tegen dit soort zeperds kan een club als FC Utrecht een keer aanlopen. Bij Ajax of PSV zou de tent meteen in brand staan.
Het mooie is dat in Jans ook altijd nog de leraar (Duits) schuilt die hij ooit was. Tijdens het bekerduel met AFC werd Jans verbaal belaagd door wat jeugdige fans van de thuisclub, waarna de trainer zich hardop afvroeg of er ‘ook mensen zijn die jullie opvoeden’. Ook Jans heeft het als 66-jarige weleens lastig met de generatiekloof, maar weet zich toch staande te houden in een snel veranderende (voetbal)wereld vol over het paard getilde egootjes die meer verdienen dan ze leveren.
Volgens mij heb ik ’m al eens in z’n FC Twente-tijd uitgeroepen tot Trainer van het Jaar en dat doe ik bij dezen weer. Noem mij maar eens een oefenmeester die een club in korte tijd dusdanig om z’n vinger windt dat iedereen in de pas loopt, tot aan die ordinaire roeptoeter van een eigenaar aan toe. En dat allemaal op een natuurlijke manier, niet als een gillend speenvarken langs de kant, of juist als ingedutte passant. Jans showt af en toe best wat emotie, zoals tegen Ajax toen hij demonstratief met wat paperassen aan het smijten was, maar het loopt nooit uit de hand. Zolang hij natuurlijk niet mee gaat rappen in de kleedkamer.
- NL Beeld