Goedenavond mevrouw, Ik wou even zeggen: ik weet waar uw kinderen wonen. Ik heb Marokkanen die elke dag langs uw huis rijden. Mijn broertje komt binnenkort ook even bij u langs, met wat vrienden van het kamp en van de Hells Angels, en die zijn niet zo heel aardig, vrees ik. Misschien een goed idee om alvast de politie te bellen voor wat beveiliging en zo, voor als u het allemaal niet meer gaat redden. Ik wens u alvast veel sterkte.
“Die mail heb ik nooit geschreven,” zegt Corné* (36) wanneer de officier klaar is met het voorlezen van de tenlastelegging. “Er is helemaal geen bewijs dat jullie dit kunnen bewijzen. Maar ondertussen heb ik mooi wel drie dagen voor de kat z’n kut in de bak gezeten.”
“Zullen we het een beetje netjes houden, meneer?” stelt de rechter voor.
“Ja, sorry,” zegt Corné.
Nadat zijn gevelreinigingsbedrijf eind 2019 failliet werd verklaard, kreeg Corné het aan de stok met zijn curator die is aangesteld om de belangen van zijn schuldeisers te behartigen. Op een dag komt zij erachter dat enkele voertuigen en aanhangers die deel uitmaken van de inboedel van zijn failliete bedrijf op naam zijn gezet van anderen. Dat is verduistering, dat mag niet. Kort nadat ze hem daar telefonisch op heeft gewezen, ontvangt ze bovenstaande dreigmail. Een mail waarvan Corné in alle toonaarden ontkent de afzender te zijn. Dat het mailadres zijn naam bevat zegt niets. Iedereen kan zo’n adres aanmaken. Dat de mail verzonden is vanaf het IPadres van zijn moeder evenmin.
“Ik kom nooit bij mijn moeder,” zegt Corné.
“Waarom zou iemand anders zich voor willen doen als u?” vraagt de rechter.
“Weet ik veel,” zegt Corné.
“En dan ook nog precies na zo’n vervelend telefoontje?”
“Ach, hou toch op,” zegt Corné geïrriteerd. “Ik heb haar gewoon gezegd hoe het zat. Die voertuigen stonden helemaal niet op naam van mijn bedrijf. Nooit gestaan ook. Dat mens begreep er de ballen van. Maar goed, dat hele faillissement sloeg al helemaal nergens op. Dat ging om een paar meiertjes. Hooguit. Dat had helemaal geen probleem hoeven zijn. We hadden gewoon door gekund, maar jullie doen er alles aan om mij kapot te maken.
“Volgens de curator was uw toon tijdens dat telefoongesprek al behoorlijk intimiderend,” weet de rechter. “Die mail maakte haar doodsbang. Begrijpt u dat?”
“Waarschijnlijk was ze gewoon ongesteld of zo, met d’r chagrijnige bek.”
“Meneer, ik waarschuw u,” zegt de rechter geagiteerd, maar Corné is niet het soort man op wie autoriteit enige indruk maakt.
“Moet je luisteren, meid,” pareert hij vrijpostig, “deze zaak is één grote poppenkast. Ik ga zeker in hoger beroep.”
“Ik heb nog geen uitspraak gedaan,” merkt de rechter fijntjes op.
“Nee, maar toch,” zegt Corné.
“En ik ga ook mensen privé aanklagen. Zeker weten.”
Wegens bedreiging en verduistering krijgt hij een werkstraf van honderd uur en een voorwaardelijke celstraf van veertig dagen. Ook zal hij zich moeten melden bij de reclassering.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Jochem Davidse
- Petra Urban