Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: verslaafd aan justitie

Bij de politierechter komen elke dag zaken langs die niet wereldschokkend zijn, maar vaak wel herkenbaar. Zoals deze zaak uit de oude doos.

Politierechter

Martin (28) ziet eruit alsof hij nog geen uur geleden is overreden door een vrachtwagencombinatie. En zo voelt hij zich blijkbaar ook. Zuchtend en kromgebogen tussen drie leden van de parketpolitie komt hij de zaal binnen. Alles aan hem is grauw, lang en mager. Op zijn pezige lijf staat het soort hoofd waarmee je in Hollywoodfilms moeiteloos en ongeschminkt als schurk aan de slag kan.

“Gaat het wel?” informeert de rechter bezorgd. Martin kokhalst en lijkt bij zijn voeten tevergeefs naar een emmertje te zoeken. “Gaat het, meneer?”

“Mijn cliënt komt net uit het ziekenhuis,” verduidelijkt zijn advocaat.

“Wat mankeert u precies?” probeert de rechter.

“Iets aan mijn longen,” kreunt Martin.

“Wat dan?”

“Dat weten ze niet precies. Iets wat met heel veel morfine nog steeds heel veel pijn doet, in elk geval.”

“Bent u wel in staat deze zitting te volgen?” vraagt de rechter.

Opnieuw duikt Martin kokhalzend onder tafel.

“Ik denk het wel,” zegt hij met een van pijn vertrokken gezicht wanneer hij weer tevoorschijn komt.

Martin wordt verdacht van een poging tot inbraak en van het stelen van een paal met daarop twee verkeersborden: ‘niet inrijden’ en ‘eigen grond’.

Hij stond met zijn schroevendraaier aan een deur te wrikken toen hij opkeek en opeens oog in oog stond met een buurvrouw. Gebukt vluchtte hij de tuin uit. Hij gooide de schroevendraaier en zijn handschoenen onder een heg en rende vervolgens de hoek om, recht in de armen van de al gealarmeerde politie. 

@backlink(160193)

Een rotjeugd

De diefstal van de paal met de verkeersborden kwam volgens Martin voort uit pure verveling. De taxi die hij had gebeld liet zo schandalig lang op zich wachten dat hij zich genoodzaakt zag om de tijd te doden met het uit de grond sleuren van een verkeersbord. Politieagenten moeten vreemd hebben opgekeken toen ze het souvenir even later uit een rijdende taxi zagen steken.

Martin ontkent het niet. Hij houdt een hand op zijn maagstreek, zucht, kreunt, bukt opnieuw en laat dan een dikke slijmsliert op de grond vallen.

“Sorry,” zegt hij.

Hij heeft een rotjeugd gehad. Op jonge leeftijd werd hij uit huis geplaatst. Hij groeide op in jeugdinstellingen en pleeggezinnen en ging al vroeg aan de drank en drugs. Naar school ging hij niet of nauwelijks. Zijn strafblad van zeventien kantjes puilt uit van de woninginbraken en diefstallen. De reden dat hij momenteel in het huis van bewaring verblijft laat zich dan ook raden: de zoveelste inbraak. En toch is dat volgens zijn advocaat verrassender dan het lijkt. Martin is namelijk al ruim een maand clean. Nul drugs, nul drank. En toch besluit hij het inbrekerspad op te gaan. 

“Wat zegt dat over Martin?” vraagt de advocaat, kijkend naar zijn cliënt die inmiddels zijn hoofd tussen zijn handen op tafel heeft neergelegd.

Volgens zijn advocaat is Martins onverbeterlijke criminele gedrag overduidelijk een schreeuw om aandacht. Aandacht die hij van niemand anders krijgt op het moment dat hij zich netjes gedraagt. Door de jaren heen is hij politie en justitie zo’n beetje als familie gaan beschouwen. Als de enige mensen die nog iets om hem geven. Hem een celstraf opleggen lost dus niets op. Het is precies wat hij wil, betoogt zijn advocaat.

Martin krijgt wat hij wil: twee maanden cel.

“Het zij zo,” kreunt hij. 

@backlink(160081)

Lees het in Panorama

Dit was een aflevering van 'De politierechter' uit de oude doos, geschreven door onze verslaggever Jochem Davidse. Benieuwd naar de aflevering van deze week? Bestellen kan hier.