Dit is al de vierde keer dat je je opwachting maakt in De grote Sinterklaasfilm. Ben je fan?
“Het is een beetje een traditie geworden dat ik er een cameo in heb. Het blijft leuk om te doen, vooral nu mijn zoontje van bijna 4 het Sinterklaasfeest bewust meemaakt. Als vader kun je niets hogers bereiken dan meespelen in De grote Sinterklaasfilm, daarom doe ik het ook. Het is een grap waarmee mijn vader is begonnen en die ik voortzet.’
Je vader en jij hebben ook één keer samen meegespeeld. Hoe was dat?
“Achteraf heel bijzonder, want dat zijn de laatste bewegende beelden van ons samen. Wij speelden voorbijgangers op straat. Dat was een maand voordat hij werd neergeschoten. Het jaar daarna deed ik mee als deskundige bij RTL Boulevard en ik heb ook nog een keer in een scène gestaan met Hans Klok. Dit jaar ben ik een boze hotelgast.”
Hoe doe jij het als boze hotelgast?
Lachend: “De scène was aanvankelijk wat groter, maar toen kreeg ik het commentaar: doe iets rustiger aan. Ik kon me goed inleven, dus er was weinig acteerwerk voor nodig.”
Ben je in het echt snel boos te krijgen?
“Dat valt wel mee. Ik spreek wel uit wat ik van dingen vind, maar boosheid zit van nature niet erg in me. Ik ben niet iemand die met stemverheffing praat. Er zullen ook geen verhalen van mij naar buiten komen dat ik op kantoor heb staan schreeuwen. Dat heb ik nog nooit gedaan. Ik merk wel dat frustraties sinds wat er met mijn vader is gebeurd wat sneller naar boven komen. Ik weet niet of daar een psychologische verklaring voor is, maar het lijkt sneller op te borrelen.”
Ik wilde lang profvoetballer worden en mocht tot mijn grote geluk meedoen aan de talentendagen van Ajax. Maar het advies was: Bel ons niet, wij bellen jou
Wat betekent Sinterklaas voor jou?
“Voor mij brengt het warme herinneringen naar boven. Toen mijn zus en ik klein waren, hadden we een hond. Op 5 december gingen we altijd nog een wandelingetje maken met mijn vader. Hij maakte onderweg de hele tijd opmerkingen dat hij overal Pieten zag lopen. Ik vond het heel stom dat ik ze niet zag, dus ik zei dan: o ja, ik zag ze ook. Daar zijn later nog heel wat grapjes over gemaakt. Als we eenmaal thuis waren, zagen we boven een raam openstaan en lagen er allemaal cadeautjes in de badkamer.”
Kwamen de Pieten bij jullie niet door de schoorsteen?
“We hadden wel een open haard, maar die was zo klein dat Sinterklaas er nooit doorheen kon – dat begreep ik ook wel.”
Heb je nu je zelf vader bent specifieke Sinterklaas-tradities?
“Ja, we vieren pakjesavond en gaan naar de intocht. Als kind woonde ik in Naarden en daar kwam Sinterklaas met de boot aan. Tegenwoordig staan we langs de weg bij de optocht, want sinds corona is het een rijdende optocht in plaats van een intocht met de boot. Dat houden ze zo, omdat de drukte dan niet allemaal op één plek is. Mijn oudste zoon luistert het liefst de hele tijd naar Sinterklaasliedjes van Juf Roos. M’n jongste zoon is nog maar anderhalf, dus die begrijpt het nog niet zo goed.”
Van rechtsgeleerdheid tot stampij in de bakkerij
Royce de Vries (35) reisde na het halen van z’n VWO-diploma een jaar en studeerde daarna Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam. Royce begon zijn loopbaan bij Van Till Advocaten en specialiseerde zich later in media- en entertainmentrecht. In 2017 richtte hij samen met zijn vader, misdaadverslaggever Peter R. de Vries, en Khalid Kasem het kantoor De Vries & Kasem advocaten op. Na de moord op zijn vader in 2021 bleef Royce zich inzetten voor zijn nalatenschap en het ondersteunen van slachtoffers. Hij werkte mee aan de serie Een Moord Kost Meer Levens en richtte in 2022 het kantoor De Vries Van Spanje advocaten. In 2023 debuteerde Royce als auteur met Ik beloof je dat ik honderd word, waarin hij en zijn vader hun laatste jaren en ervaringen delen. Royce is op dit moment te zien als boze hotelgast in De grote Sinterklaasfilm 2024: stampij in de bakkerij.
Royce is getrouwd met Amanda. Ze hebben twee zoons.
Wat voor ventje was jij?
“Ik had vrienden, maar ik was ook graag op mezelf en vond het prettig om alleen thuis te zijn. Voetbal was heel belangrijk voor me. Zaterdag was de mooiste dag van de week. Ik was een leuke amateurvoetballer en heb lang de ambitie gehad om profvoetballer te worden. Op een gegeven moment mocht ik tot mijn grote geluk meedoen aan de talentendagen van Ajax, maar het advies was: Bel ons niet, wij bellen jou. Ik had een goede techniek en een strakke trap, maar mijn snelheid en conditie waren niet geweldig. Bij elk team was het commentaar dat ik niet goed achter mijn tegenstander aanliep.”
Voetbal je nog steeds?
“Nee, eigenlijk niet meer. Na de aanslag zat ik een tijdje in de persoonsbeveiliging. Daardoor kon ik vaak niet meedoen met voetballen. Toen ik wel weer een paar keer meedeed, hing mijn tong op mijn tenen en schoot ik de bal van het veld. Ik heb een paar keer gedacht: ik loop het veld af. Dat heb ik niet gedaan, maar ik had er geen plezier meer in. Toen ben ik gestopt. Af en toe speel ik nog zeven tegen zeven, dat blijft een leuk spelletje. Maar met een gezin is het ook een uitdaging om op zaterdag naar een andere stad te gaan om te spelen. Je bent toch de hele middag kwijt.”
Kun je jezelf inmiddels weer vrij bewegen?
“Ik zeg liever niet veel over mijn veiligheid. De persoonsbeveiliging is eraf, maar ik heb nog steeds te maken met beveiliging.”
Wat wilde je als kind worden nadat je voetbaldroom in duigen was gevallen?
“Ik heb lang gedacht dat ik geen advocaat wilde worden. Het vak van journalist trok me veel meer, omdat je dan overal met je neus vooraan staat. Je mag bij bijzondere gebeurtenissen aanwezig zijn, misschien ook wel reizen. Van de advocatuur had ik een verkeerd beeld, want als advocaat maak je ook veel bijzondere dingen mee.”
Heeft je vader je loopbaan beïnvloed?
“Ik weet nog dat ik na de middelbare school twijfelde tussen rechten en geschiedenis. Hij zei: Volg je hart. Rechten is een verstandige keuze, maar als je geschiedenis wilt doen, doe dat dan. Hij legde geen druk op me. Uiteindelijk heb ik vanuit mijn verstand toch voor rechten gekozen, omdat ik dacht: daar kan ik later veel meer mee. Ik heb geen moment spijt gehad van die beslissing, want daardoor heb ik het vak wat ik nu heb. Het past heel goed bij me om advocaat te zijn.”
Waarom ben jij een geboren advocaat?
“Het is veelzijdig en divers. Als advocaat moet je kunnen spreken, je moet kunnen schrijven, je moet strategisch kunnen denken, je moet met mensen kunnen omgaan. In die zin is het altijd een uitdaging om te doen wat je moet doen. Iedere zaak is ook weer anders, dat vind ik het mooie eraan.”
Als je de beelden uit films en series mag geloven, dan ben je als advocaat altijd aan het werk. Geldt dat ook voor jou?
“Ik ben ondernemer, want ik run zelf een advocatenkantoor. Op papier kan ik dus zelf m’n tijd indelen, maar in de praktijk werk ik de meeste uren van alle mensen op kantoor. Het is een illusie dat je veel vrijheid hebt als je voor jezelf werkt. Op vakantie mijn telefoon uitzetten, dat kan ik bijvoorbeeld niet. Ik check toch ieder uur even m’n mail, om te kijken of er niet iets belangrijks is binnengekomen. Dat is niet altijd nodig, maar het is iets wat in me zit. Ik vind het moeilijk om de uitknop te vinden.’
Heb je een sterk verantwoordelijkheidsgevoel?
“Ja, dat denk ik wel. Maar dat is in alle branches zo, denk ik. Mijn schoonouders hebben heel lang een bakkerij in Amsterdam-Oost gehad. Dat voelde ook een beetje als hun kindje. Het hoort bij het ondernemerschap dat je aan moet staan.”
Schuilt er stiekem ook nog een bakker in jou?
“Op oudejaarsdag heb ik een paar jaar oliebollen gebakken, ook nog met mijn vader in het laatste jaar dat hij leefde. Eén keer per jaar was ik dus bakker. Na het overlijden van mijn vader zou ik ook in de bakkerij gaan staan om oliebollen te bakken, maar dat mocht toen in verband met veiligheid niet. Daar baalde ik wel van.”
Was je tijdens je rechtenstudie actief in een studentenvereniging?
“Ik heb nooit bij een studentenvereniging gezeten. Dat had te maken met waar ik vandaan kom. Ik groeide op in 't Gooi en wilde juist die ‘Gooische bubbel’ ontvluchten. Lid worden van een corps zou betekenen dat ik weer in dezelfde kliek terechtkwam. Maar ik heb wel volop van het studentenleven genoten. Ik ben echt wel eens uit mijn dak gegaan en heb in de lampen gehangen, maar ik nam mijn studie ook serieus. Mijn bachelor en master heb ik zonder studievertraging afgerond.”
Komt het beeld dat mensen van jou hebben overeen met wie je bent?
“Het beeld dat mensen van mij hebben is vaak dat ik serieus ben. Dat komt door mijn werk als advocaat en de manier waarop ik in de media kom, meestal in verband met mijn vader. Ik ben inderdaad serieus, maar ik probeer ook een andere kant van mezelf te laten zien. Bijvoorbeeld door mee te doen aan een Sinterklaasfilm. Dat zijn dingen die je misschien niet meteen bij een advocaat verwacht, maar die ik leuk vind om te doen.”
Tot grote verrassing van het Nederlandse publiek liet je vader zich in 2021 tot drag queen omtoveren in Make Up Your Mind. Zou dat ook iets voor jou zijn?
“Ik zou er wel goed over na moeten denken, voordat ik daar ja op zou zeggen. Ik weet nog heel goed dat John van den Heuvel in 2020 aan The Masked Singer had meegedaan. Toen ik dat zag, zei ik tegen mijn vrouw: Gelukkig doet mijn vader dat soort dingen niet. Een tijdje later kwam er een aankondiging van Make Up Your Mind op tv en grapte Amanda, refererend aan mijn opmerking: Zou je vader hieraan meedoen? Ik antwoordde, achteraf een lugubere opmerking, dat ik mezelf zou laten onterven als hij dat zou doen. Niet omdat ik het erg zou vinden als hij zichzelf verkleedde als drag queen, maar meer vanuit de gedachte: zoiets doet hij toch niet. Een paar maanden daarna was ik op vakantie met mijn vrouw, m’n zus en mijn moeder. Ik was net wezen zwemmen toen Amanda naar me riep: Je bent onterfd! Ik wist eerst niet wat ze bedoelde, totdat ze me liet zien dat mijn vader had meegedaan aan Make Up Your Mind. Ik was daar heel verbaasd over, dat hij had meegedaan. Maar hij vond het leuk om af en toe iets anders te doen dan mensen van hem verwachten.”
Je vader en jij hebben lang samengewerkt met voormalig advocaat en televisiepresentator Khalid Kasem. Hoe is dat ontstaan?
“We leerden hem zo’n tien jaar geleden kennen. Mijn vader en ik hadden toen een bedrijfje als zaakwaarnemers voor voetballers. Khalid had daar ook een diploma voor en deed ook mental coaching voor spelers. Zo ontstond het contact en dat bleek een fijne samenwerking. Khalid had ook een advocatenkantoor en zei altijd: Als je weggaat waar je nu zit, dan moet je me een belletje geven. In 2017 was dat moment gekomen.”
In de praktijk werk ik de meeste uren van alle mensen op kantoor. Het is een illusie dat je veel vrijheid hebt als je voor jezelf werkt
Kasem kwam eerder dit jaar opnieuw in opspraak, nadat hij in onthullingen van het AD opnieuw werd beschuldigd van omkoping. Dat moet voor jou lastig zijn geweest, gezien jullie vriendschappelijke en professionele band.
“Khalid was toen al drie jaar niet meer bij het kantoor betrokken, dus er was geen professionele samenwerking meer. Ik kan verder ook niet heel specifiek op die zaak ingaan, omdat ik dan ook informatie moet geven over de cliënten die ons kantoor destijds had en dat kan niet. Maar ik vond wel dat ik op dat moment ook moest opkomen voor de vertrouwelijke informatie van mijn vader, zowel als kantoordirecteur van een advocatenkantoor en als journalist, wat hij ook was. Het was geen leuke periode, daar kan ik kort over zijn.”
Heb je Kasem sindsdien nog gesproken?
“Zeker. We hebben af en toe vriendschappelijk contact.”
Je vader was een Nederlands icoon. Voel je de druk om zijn werk voort te zetten?
“Ja, die druk voel ik zeker. Als familie willen we zijn nalatenschap op een goede manier voortzetten, op een manier die bij hem past. Dat is niet altijd makkelijk, want sommige mensen vinden dat je te weinig doet en anderen zullen zeggen: daar heb je ze weer. We proberen daar een goede balans in te vinden met initiatieven die recht doen aan mijn vader. Een voorbeeld daarvan is het monument op het Leidseplein. Dat vinden we heel mooi. De Peter R. de Vries Foundation is ook belangrijk voor ons, want we willen blijven strijden waar hij voor streed. Mijn boek Ik beloof je dat ik honderd word is een andere manier om de legacy levend te houden.’
Op het monument op het Leidseplein kwam veel kritiek. Het zou te massief zijn en niet passen in de omgeving. Raakte die kritiek jou?
“Het is ook goed als mensen een sterke mening hebben. Smaken verschillen nu eenmaal. Ik had daar zelf niet veel moeite mee. We vinden dat het monument iets heel moois en belangrijks uitbeeldt. Het is aan de kijker zelf om te bepalen wat dat is, maar ik zie er een helpende hand in of een hand die juist steun nodig heeft. De boodschap staat erin 42 talen op, wat mensen uitnodigt om dichtbij te komen en het aan te raken. Ik ben één keer terug geweest om ernaar te kijken en vond het mooi om te zien dat heel veel mensen dichtbij het monument stonden, hun handen erop legden of er zelfs aan gingen hangen. Dat kan hij hebben gelukkig, daar is rekening mee gehouden.”
Waar heb jij zelf de kracht vandaan gehaald om na het overlijden van je vader door te gaan?
“Ik denk niet dat ik gelukkig word van stilstaan. Thuis op de bank netflixen is prima op een zondagmiddag zonder Ajax, maar ik verwerk dingen beter als ik bezig ben. Stilzitten maakt me onrustig. Mijn kinderen helpen daar ook bij. Met twee jonge kinderen in huis kun je niet in zak en as op de bank gaan zitten, je moet leuke dingen met ze blijven doen. Ik vind het ook gewoon fijn om met het advocatenkantoor, mijn familie of de legacy bezig te zijn. Dat werkt voor mij heel goed. Natuurlijk heb ik ook heus emotionele of zware momenten, maar die hou ik voor mezelf.”
Kun je je werk makkelijk loslaten?
“Ik ben er beter in geworden, maar ik kan soms wel eens jaloers zijn op piloten. Zij hebben een heel verantwoordelijke job, maar als het vliegtuig eenmaal is geland, dan zeggen ze: maak het vliegtuig goed schoon, ik ben over drie dagen weer terug. Volgens mij heeft een piloot verder op werkgebied weinig aan z’n hoofd. Ik heb regelmatig meegemaakt dat een vakantie werd verpest. Een voorbeeld daarvan was de AD-kwestie. Ik zat in het vliegtuig op de heenweg naar mijn vakantiebestemming toen ik de wederhoorvragen kreeg. Dat was geen leuke vakantie.’
Thuis op de bank netflixen is prima op een zondagmiddag zonder Ajax, maar ik verwerk dingen beter als ik bezig ben. Stilzitten maakt me onrustig
Wat is de zaak waar je het meest trots op bent?
“De zaken waar ik het meest trots op ben, blijven vaak buiten de media. Ik ben heel trots op het traject dat mijn collega Annemiek van Spanje en ik na het overlijden van mijn vader hebben afgelegd. Minister Grapperhaus wilde eigenlijk een ander onderzoek verrichten, dat veel beperkter was. Door de gesprekken die wij met hem hebben gehad, kwam er een OVV-onderzoek, waar ik ook een bijdrage aan heb geleverd door informatie af te geven. Daar is een heel vernietigend rapport uitgekomen. Door de omstandigheden en de lading die dat had, is dat heel belangrijk voor me geweest. Daarom kijk ik er met een bepaalde voldoening op terug.”
Grootste Panorama-primeur ooit
Grootste Panorama-primeur ooit Royce was blij te horen dat de foto’s bij dit interview werden gemaakt door Paul Tolenaar. Hij reisde in de zomer van 1994 in opdracht van Panorama met Peter R. de Vries af naar Paraguay voor iets dat nog steeds een van de allergrootste primeurs in onze inmiddels 111-jarige geschiedenis is. In Paraguay, diep verscholen in Zuid-Amerika, bevond zich namelijk Frans Meijer, een van de ontvoerders van biermagnaat Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer. Meijer was op dat moment al bijna tien jaar op de vlucht voor de Nederlandse autoriteiten en van de Amsterdammer ontbrak elk spoor, totdat er op de redactie van Panorama een tip over zijn verblijfplaats binnenkwam. Samen kregen ze Frans Meijer te pakken – en de rest is geschiedenis.
Wat zijn je doelen voor de komende vijf à tien jaar?
“Ik wil het kantoor verder ontwikkelen. We hebben geen ambitie om een enorm kantoor te worden, maar een kleine groei met nog een paar advocaten erbij zou mooi zijn. Ik wil zelf zaken blijven doen, want dat vind ik het leukste. Verder wil ik de nalatenschap van mijn vader voortzetten en misschien nog een boek schrijven. En het lijkt me interessant om het sprekerscircuit in te gaan. Veel bedrijven en instanties krijgen te maken met de media en weten vaak niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Ik denk dat ik daar door mijn ervaring als media-advocaat een interessant verhaal over kan vertellen.”
Ben je trots op wie je bent geworden?
“Ja, dat denk ik wel. Ik denk dat ik een goede vader en echtgenoot ben. Ik probeer lief te zijn voor mijn omgeving. Dat is voor mij het belangrijkste. Mijn zoontjes zijn blij als ik thuiskom en naar de deur rennen. Dat is uiteindelijk waar het om draait.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Paul Tolenaar