Als je het hebt over dansen in de jaren negentig, dan vliegen er vooral in hoofdstedelijke kringen bij wijze van pavlovreactie twee woorden uit ieders mond: iT en RoXY. Twee clubs in Amsterdam die de toon zetten in de Nederlandse house- en fetisjscene, maar die decennia later nog steeds mythische vormen aannemen. Vooral de RoXY natuurlijk en dan vooral vanwege de manier waarop het ter ziele ging: in 1999, dit jaar precies 25 jaar geleden, brandde de housetempel volledig af.
Voordat de fik erin ging (dat gebeurde omdat er tijdens de uitvaart van medeoprichter Peter Giele binnen vuurwerk werd afgestoken, de airco niet was uitgezet en daardoor vonken in de aanzuiger terechtkwamen) waren wij van Panorama er kind aan huis. Fans van het eerste uur zeg maar, waardoor al in 1988, een jaar na oprichting, voor ons de deuren wagenwijd open werden gezet voor een reportage. Een redelijk unieke reportage, zeggen we met de wetenschap van nu: de club stond bekend om zijn strenge deurbeleid, was mede daardoor ook een van de meest exclusieve en dus ook populairste clubs van Europa én de iT bestond nog niet. Die club, die zich veel meer profileerde als homodisco en als tempel voor travestie en leer, opende pas een jaar later zijn deuren.
‘Drie heren in baddoek bespuiten elkaar met slagroom, hangen zich daarna aan een levensgroot kruis en springen vervolgens in een rubber opblaasbadje’
Onze verslaggever van toen, Rob Bartlema, en fotograaf Kees Tabak schuifelden over de dansvloer en kropen in de haarvaten van een scene die toen nog nieuw was, maar tegenwoordig gemeengoed lijkt geworden. Het was ook meer dan een disco, die RoXY: RUR, de talkshow van Jan Lenferink (kennen we ’m nog?), werd er lange tijd opgenomen, de Engelse rockers van Judas Priest, vaak in leer met studs gekleed, namen er videoclips op en je moest er niet raar van opkijken als er af en toe ook een tango-avond werd georganiseerd. Zoals medeoprichter Arjen Schrama destijds zei: “We wilden een discotheek waar we zélf graag zouden komen. Dat is gelukt.”
Top 40-muziek werd er niet gedraaid, af en toe wel een soulplaat, maar voor de rest dreunden vooral de plinten uit de muur, wat ongekend was in die tijd. We schreven: “Boemboem-deboem, de hartslag van de jaren tachtig, duizendvoudig versterkt.” Daar verbaasden wij ons eigenlijk niet over, wel over ‘die Engelse act waarbij drie in baddoek geklede heren elkaar met slagroom bespuiten, aan drie levensgrote kruisen met een douchekop gaan hangen, om vervolgens in een rubber opblaasbadje te springen’. Veel liever keken we naar ‘die juffrouw die zich achter een scherm ontkleedde waardoor slechts haar silhouet zichtbaar was’. Dingen die nu heel onschuldig lijken, maar die toen ronduit baanbrekend waren. Buiten de Wallen en de stripclubs zag je nauwelijks naakt, zeker niet in een danstempel.
Reguliere dansavonden als deze zijn er nog maar nauwelijks, écht goeie clubs waar je ongedwongen kunt dansen zonder hip te hoeven zijn evenmin. Alles is tegenwoordig een themafeest waar je twee weken krom van ligt, zowel financieel als vanwege de drugskater. Willen we eigenlijk niet gewoon een nieuwe RoXY? Ja, graag!