Als niemand ooit een prostituee bezoekt, zijn er ook geen rosse buurten, dat is natuurlijk geen hogere wiskunde. Maar wie gaat er nou precies bij zo’n peeskamertje naar binnen en wie durft daar ook nog voor uit te komen? David de Leeuw dus, in de jaren negentig een van onze freelancers en niet te verlegen om ons mee te nemen op zijn zoektocht naar betaalde seks.
In geuren en kleuren beschreef David, toentertijd dertig, wie en wat hij zoal tegenkwam, zo ook tijdens zijn eerste prostitueebezoek op de Amsterdamse Wallen in 1991: “You sex animal! schreeuwt iemand uit een groep Ierse toeristen die toekijkt hoe ik contact leg met de oosterse schone achter het raam. Fuck or suck, vraagt ze als ik in dat schemerige kamertje van drie bij drie sta. Fuck or suck, daar had ik nog niet bij stilgestaan toen ik naar binnen liep. Fuck lijkt me wat te hoog gegrepen, want ik ben namelijk nog maagd. Dan maar suck.”
‘Het is net alsof ik met het klaarkomen een hele puberteit vol frustratie kwijtraak’
Voor hij het wist, rolde de dame een condoom om zijn penis, boog ze haar hoofd naar zijn kruis, stulpte ze haar lippen om zijn lid, bewoog ze haar hoofd op en neer en was het binnen twee minuten al gebeurd. David: “Het is net alsof ik met het klaarkomen een hele puberteit vol frustratie kwijtraak.” Toen hij euforisch, maar ergens ook met schaamte weer naar buiten liep, zag hij een oudere, grijze man in een regenjas. Een echte hoerenloper, dacht David: “Maar ik bedenk me ook: nu ben ik er ook een.”
Waarom David op z’n dertigste nog maagd was en de behoefte voelde om een prostituee te bezoeken, liet zich al snel raden: hij was het type man ‘waar vrouwen goed mee konden praten’. Dus niet het type dat vrouwen op basis van zijn uiterlijk en met één knip met zijn vingers het bed in kreeg. Na die eerste keer kreeg hij er al snel plezier in, of zoals hij het zelf zei: “Naar de hoeren gaan is voor mij als drinken uit een oase.”
Die oase lag voor hem op twee vaste plekken, in twee steegjes vlakbij het Oudekerksplein, een bekende plek op de Wallen. Daar frequenteerde hij twee vaste adressen: ‘een aardige, blonde Nederlandse’ en ‘een donkerharige Spaanse’. Naar hen, maar ook naar een paar losse contacten, bracht hij zo’n 2000 gulden per jaar, had hij ons voorgerekend. Werkelijk alles probeerde hij uit met zijn nieuw gewonnen zelfvertrouwen, van trio’s tot sm-meesteressen en van Aziatische prostituees tot Balkan-popjes. Want je moet nooit te lang op je geld zitten, had zijn vader hem ooit geleerd. Of die andere les: denk liever aan alle dingen die geld voor je kunnen betekenen. David: “In mijn geval is dat seks. Ik neuk liever dan dat ik guldens langs mijn vingers laat glijden.” Tenminste íémand die er geen doekjes om windt.