Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Methodacting: als acteurs wel héél ver gaan voor hun personage

Op 10 maart worden in Hollywood de Oscars weer uitgereikt en dat betekent dat de kijker wordt overspoeld met anekdotes over de worstelingen die acteurs doorstaan om hun rol te vertolken. Over acteurs die kilo’s zijn aangekomen of afgevallen. Over Leonardo DiCaprio die een rauwe bizonlever heeft opgegeten. Zorgt ‘methodacting’ voor betere films? Of is het alleen maar gezwam voor de bühne om de kassa’s extra te laten rinkelen?


Methodacting

New York, eind 1978. Op papier lijkt het zo’n eenvoudige scène, saai bijna. Een man en een vrouw zitten in een restaurant. Op tafel staan twee glazen witte wijn. Er zijn nauwelijks figuranten zichtbaar. De achtergrond bestaat bijna volledig uit een grauwe muur. Alleen topacteurs als Dustin Hoffman (41) en Meryl Streep (29) kunnen hier een iconisch filmmoment van maken. Want zo kunnen we de restaurantscène uit Kramer vs. Kramer wel noemen. Het begint als een verzoenend gesprek tussen twee echtelieden in een vechtscheiding maar binnen drie minuten lopen de spanningen zo hoog op dat Hoffmans personage woedend opstaat. Op dat moment veegt de acteur een wijnglas van de tafel tegen de muur. Streep schrikt zich te pletter. Haar reactie is niet gespeeld. Hoffmans uitbarsting is geïmproviseerd. Alleen de cameraman weet dat Hoffman het glas kapot gaat gooien.

Het is slechts een van de voorbeelden waarmee Hoffman echte emoties wil ontlokken bij zijn relatief onervaren tegenspeelster. Hij maakt nare opmerkingen en vlak voordat de camera’s gaan draaien voor een belangrijke scène geeft hij Streep een klap in het gezicht. In recente interviews heeft Streep aangegeven dat Hoffman ‘zeker over de scheef is gegaan’. De Hollywoodster erkent ook dat de spanning op de set heeft bijgedragen aan het daverende commerciële en artistieke succes van Kramer vs. Kramer. De film sleept in 1980 vijf Academy Awards in de wacht, waaronder de eerste Oscars voor Hoffman én Streep.

DiCaprio.

Russische revolutie

Hoffmans wangedrag geldt als een klassiek, maar ook extreem voorbeeld van ‘methodacting’. Om dit fenomeen uit te kunnen leggen moeten we terug naar de begintijd van de cinema. Voor de vooroorlogse zwartwitfilms werkt Hollywood nog volgens oeroude methodes uit de theaterwereld. Vandaar dat acteurs ook op het grote doek duidelijk articuleren en overdreven gebaren gebruiken, alsof ze de mensen op de achterste rij ook gelukkig willen houden. Wat dat betreft is er weinig veranderd sinds de amfitheaters in de klassieke oudheid. Totdat er in Rusland een revolutie uitbreekt. We hebben het niet over Lenin maar de vreedzame revolutie van toneelregisseur Konstantin Stanislavski (1863-1938). Er zijn hele boeken geschreven over zijn systeem maar het komt er op neer dat Stanislavski acteurs technieken meegeeft om meer gevoel in karakters te stoppen, zodat ze geloofwaardiger overkomen.

Pioniers als Lee Strasberg (1901-1982) en Stella Adler (1901-1992) halen Stanislavski’s systeem naar Amerika. Hun aanpak verschilt wel. Strasberg, die de term ‘method’ gebruikt, wil dat zijn leerlingen emoties uit zichzelf halen, door pijnlijke of juist vrolijke gebeurtenissen op te roepen. Zo zal Hoffman voor dat wijnglas ongetwijfeld inspiratie geput hebben uit zijn eigen echtscheiding. Adler kijkt er anders naar. “Emoties, die ik bijvoorbeeld heb gevoeld bij het overlijden van mijn moeder, oprakelen om een rol neer te zetten, is ziek en schizofreen. Als dat acteren is, hoeft het van mij niet.” Zij legt de nadruk op goed inlezen en verbeeldingskracht. Bijvoorbeeld: wie een dronkenlap wil spelen, hoeft zich niet klem te zuipen maar zou wel even goed rond moeten kijken in een bar.

Met beroemde pupillen als James Dean en John Garland verovert ‘methodacting’ Hollywood. Marlon Brando (“Adler heeft me alles geleerd”) maakt een onuitwisbare indruk in A Streetcar Named Desire (1951). Zijn imperfectie en rauwe uiterlijk is verfrissend. Al moet het publiek nog even wennen aan Brando’s gemompel. Marilyn Monroe (“Strasberg is de belangrijkste persoon die ik ooit heb ontmoet”) krijgt intensieve method-training voor Some Like It Hot. Er is geen weg meer terug. Lang na hun dood bestaan de theaterscholen van Strasberg en Adler nog steeds. Ze hebben talloze sterren voortgebracht, van Brando tot Al Pacino en Hoffman tot Scarlett Johansson, Alec Baldwin, Angelina Jolie en Lady Gaga.
Alleen krijgt ‘method’ steeds meer de betekenis van tot het uiterste gaan voor een rol. Kunst is pijn lijden en methodacting is kunst.

Robert de Niro, die zowel bij Adler als Strasberg in de leer is geweest, is een van de trendsetters. Hij woont maandenlang op Sicilië om Vito Corleone een geloofwaardig accent te geven in The Godfather Part II (1974). Geinig detail: Strasberg vervult een van zijn weinige filmrollen als gangster Hyman Roth in dezelfde film. Zowel de meester als de leerling krijgt een Oscar-nominatie voor hun bijrol, waarbij De Niro uiteindelijk als winnaar uit de enveloppe komt. Na dit succes werkt de methodactor legaal 12-uursdiensten als taxichauffeur om zich in te leven voor zijn rol in Taxi Driver (1976). Na eerst 15 kilo te zijn afgevallen voor deze rol, komt hij dertig kilo aan om in de huid te kruipen van Jake LaMotta in Raging Bull. Het levert hem nog een Oscar en een Golden Globe op. Dit soort anekdotes brengt ‘methodacting’ meer voor het voetlicht. Het publiek lijkt net zo geïnteresseerd in de voorbereiding als in de daadwerkelijke rol. Filmstudio’s snappen dat dit soort hypes voor rinkelende kassa’s en volle prijzenkasten kan zorgen.

‘Doen alsof’

Lang niet elke acteur omarmt deze extreme vorm van methodacting. Sterren als Samuel L. Jackson en Charlize Theron benadrukken dat hun werk bestaat uit ‘doen alsof’. Dat begint bij Action! en eindigt bij Cut! In een interview over Ocean’s Eleven grapte George Clooney dat hij een method actor is omdat hij ‘jarenlang heeft geoefend op zuipen en ouwehoeren’. Matt Damon vulde lachend aan: "Ja, George belde zes maanden voor het filmen en zei: We moeten echt aan onze research beginnen. Toen zijn we naar Vegas gegaan.” De in Denemarken geboren Mads ‘Hannibal’ Mikkelsen (Hannibal) noemt methodacting ‘bullshit’. Engelsman Martin Freeman (The Hobbit, Sherlock) houdt het op ‘narcistisch’. De Australische Toni Collette noemt het ‘zelfbevlekking’.

In een oud interview met Het Parool in 2004 noemt Jeroen Krabbé het ‘klinkklare onzin’: “Als ik een moordenaar speel, hoef ik niet eerst een moord te plegen.” De weerzin komt vooral door het storende divagedrag van sommige uitgesproken adepten. Omdat ze altijd in hun rol blijven, drukken ze vaak een negatieve stempel op de werksfeer. Dat een method-legende als Daniel Day-Lewis zich op de set van Lincoln door iedereen laat aanspreken als ‘Mister President’, is tot daar aan toe. Maar methodactor Jared Leto wekt alleen maar frustratie op wanneer hij elke keer de productie van een flutfilm als Morbius een uur vertraagt omdat hij perse ‘in character’ van de kreupele titelheld naar het toilet gaat.

De grootste huidkruipers

Ondanks alle bezwaren hebben de extreme vormen van methodacting onvergetelijke rollen opgeleverd.

Leonardo di Caprio in The Revenant (2016)
Van zijn doorbraak als het verstandelijk beperkte broertje van Johnny Depp in Gilbert Grape tot de Wolf of Wall Street en Once upon a time in Hollywood: Leonardo DiCaprio weet tal van Oscarwaardige rollen neer te zetten. Toch pakt hij het felbegeerde beeldje pas in 2016 met The Revenant. Zelfs mensen die de film nooit gezien hebben, kennen de verhalen over zijn ontberingen in de vrieskou. Over hoe veganist DiCaprio tijdens de opnames rauwe bizonlevers eet en in karkassen slaapt. Ook zijn Titanic-tegenspeelster Kate Winslet zal method gaan om, eindelijk, in de prijzen te vallen.

Kate Winstlet in The Reader (2008)
Bij de 81e Oscaruitreiking is er geen gebrek aan spraakmakende titels. Van grote winnaar Slumdog Millionaire tot Brad Pitts Benjamin Button, Meryl Streeps Doubt en Sean Penns Milk tot de terugkeer van de vervallen ‘hunk’ Mickey Rourke in The Wrestler. Dan is er ook nog de hereniging van DiCaprio en Kate Winslet in Revolutionary Road. Uitgerekend in dit veld verzilvert Winslet haar enige van zeven Oscarnominaties. Niet voor Revolutionary Road maar voor The Reader waarin ze een berouwvolle Auschwitz-kampcommandant neerzet. Ze is zo diep gegaan voor die rol dat ze maandenlang thuis verhaaltjes voor het slapen gaan voorleest in een Duits accent. Over het proces zegt ze in een interview: “Het is alsof je bent bijgekomen van een ernstig auto-ongeluk en probeert uit te vinden wat er zojuist gebeurd is.”

Heath Ledger in The Dark Knight (2008)
Dat brengt ons bij het tragische verhaal van Heath Ledger die op dezelfde avond, postuum, zijn eerste Oscar wint. Ter voorbereiding op The Dark Knight sluit Ledger zich maandenlang op in een donkere hotelkamer waar hij, als de Joker, een dagboek bijhoudt. Op de set loopt, praat en lacht hij als de Joker. Ledger smeekt ‘Batman’ Christian Bale, die getraind is in vechtsporten, om hem echt in elkaar te slaan tijdens de verhoorscène. Wanneer Bale weigert, ziet hij Ledger zichzelf toetakelen. “Er waren gebarsten tegels nadat hij zichzelf tegen de muur had gegooid.” Ledger overlijdt voor de première aan een overdosis benzodiazepinen. Een jaar later zouden zijn zus en ouders onder daverend applaus zijn welverdiende Academy Award in ontvangst nemen. Ondanks dat Ledger in Knights Tale de stunts aan professionals overlaat en in Brokeback Mountain niet écht de herenliefde bedrijft, zal hij door zijn laatste rol voor altijd met methodacting verbonden blijven.

Joaquin Phoenix in Joker (2019)
Na zijn tragische dood lijkt Heath Ledger onnavolgbaar als de Joker. De bioscoopbezoeker loopt niet echt warm voor de absurdistische vertolking van Leto in Suicide Squad. Maar dan besluit Joaquin Phoenix de stoute clownsschoenen aan te trekken. Een decennium na Ledger hanteert hij dezelfde, duistere method. Hij sluit zich volledig af van de buitenwereld en verhongert zichzelf om 25 kilo af te vallen. Tijdens de opnames blijft Phoenix in zijn rol en improviseert er op los. De scène waarin hij een prikklok van de muur ramt, is even spontaan als Dustin Hoffmans wijnglas. Tien jaar na Ledger pakt Phoenix, na drie nominaties, zijn eerste Oscar. Voor de fans. Later dit jaar verschijnt het vervolg van Joker, met Lady Gaga in de rol van Harley Quin.

Hillary Swank in Boys don’t cry (1999)
Wanneer Hillary Swank haar rolletje als alleenstaande moeder in de populaire tv-serie Beverly Hills, 90210 verliest, stort haar wereld in. Maar waar een deur dicht gaat... komt de hoofdrol in Boys Don’t Cry beschikbaar. Swank is een van de weinige actrices die wanhopig genoeg zijn om voor de rol te gaan. Want een lowbudget, waargebeurde film over een plattelandsmeid die liever als plattelandsjongen door het leven gaat, is geen gegarandeerde succesformule. Maar Swank stort zich vol overgave op de rol. Net als de echte Brandon Teena plakt ze haar borsten af, draagt ze stoere cowboykleding en vult ze haar onderbroek op met een sok. De transformatie is zo geslaagd dat Swanks buren zich afvragen wie toch die jongen is die steeds op bezoek komt. Op het grote doek is Swank net zo overtuigend. Het betekent een Oscar, Golden Globe én haar doorbraak. Vijf jaar ondergaat Swank een intensieve training om geloofwaardig over te komen als een bokser die Lucia Rijker knock-out kan slaan in Million Dollar Baby. Het levert een tweede Oscarbeeldje op. Niemand die Swank nog als haar rol in ‘90210’ ziet.

Jamie Foxx in Ray (2004)
Dat Jamie Foxx ook serieuze rollen kan spelen had hij al bewezen in Any Given Sunday en Ali. Toch zorgt het nieuws dat de ‘komiek’ de R&B-legende Ray Charles gaat vertolken voor gefronste wenkbrauwen. Foxx zal vriend en vijand verbazen. Dat hij als kind in de baptistenkerk al piano heeft leren spelen, komt goed aan. Die vijftien kilo is hij ook zo kwijt. Maar om zich echt in te leven laat Foxx veertien uur per dag zijn ogen dichtplakken met speciale lenzen. Na een voor Foxx zenuwslopende audiëntie geeft de echte Ray hem zijn zegen met de woorden: “Als je de blues kunt spelen, baby, kun je alles. Mij spelen komt ook wel goed.” Hoewel hij het eindresultaat nooit heeft kunnen meemaken, bewijzen Foxx’ Golden Globe en Oscar zijn gelijk.

Forest Whitaker in The Last King of Scotland (2006)
Het vergt heel wat om de brute dictator Idi Amin neer te zetten als een mens van vlees en bloed. Het lukt Forest Whitaker in The Last King of Scotland door volledig ‘method’ te gaan. Dat betekent behalve Swahili leren, eindeloos videobeelden bestuderen en 25 kilo aankomen ook naar Oeganda afreizen om uitgebreid met zowel met Amins slachtoffers als zijn geliefden te praten. “Ik was 24 uur per dag, zelfs in mijn dromen, totaal in beslag genomen door de persoon Idi Amin,” zegt Whitaker in een interview met The Guardian. Wanneer hij na de opnames onder de douche staat, breekt hij. “Het was alsof ik hem van me afschrobde. Ik stond in mijn eentje te schreeuwen om zijn stem uit mijn hoofd te krijgen, en mijn eigen stem terug te krijgen.”

Daniel Day-Lewis in... alles!
Als er iemand in een adem met methodacting genoemd kan worden, is het wel Daniel Day-Lewis. Voor The Last of the Mohicans leeft de Britse acteur een maand in de wildernis waar hij leert om op dieren te jagen en te villen. Voor andere rollen leert hij vloeiend Tsjechisch, krijgt hij intensieve bokslessen (van Conor McGregors coach) en leert hij om Balenciaga-jurken te naaien. In Gangs of New York kruipt hij zo diep in de huid van boef Bill the Butcher dat hij alleen kleren uit de negentiende eeuw draagt en een longontsteking oploopt omdat hij weigert moderne medicijnen te slikken. De combinatie van zijn aanpak en de publiciteit over zijn aanpak maken hem een levende legende. In 1989 pakt hij zijn eerste Oscar voor Beste Acteur door zo te diep te gaan voor zijn rol in My Left Foot dat hij zich overal in een rolstoel verplaatst. Daarna zullen nog vijf nominaties en twee Oscars voor hoofdrollen volgen, het maakt Day-Lewis tot de succesvolste acteur in Hollywood. Officieel heeft hij in 2017 afscheid genomen van het acteervak. Maar het zal niet voor het eerst zijn dat de nu 66-jarige DDL terugkeert van een kortstondig pensioen.

Christian Bale in The Machinist (2004)
Vanaf het moment dat Christian Bale als kindacteur doorbreekt in Steven Spielbergs Empire of the Sun uit 1987, staat hij bekend als een acteur die tot het uiterste gaat. Hij traint zich suf om geloofwaardig over te komen als de narcistische moordenaar Patrick Bateman in American Psycho en valt 35 kilo af om de graatmagere hoofdpersoon in The Machinist te spelen. Het dieet van 200 calorieën per dag levert behalve respect ook een ziekenhuisopname op.

Pal daarna vreet Bale er rap 50 kilo aan om op gewicht te komen voor Batman Begins en de Oscarwinnende hoofdrol in The Fighter. Om vervolgens onherkenbaar te veranderen in de gezette, kalende politicus Dick Cheney in Vice. Door zijn krankzinnige toewijding ontbreekt Bale vrijwel nooit in lijstjes van beste methodactors. Toch heeft hij niets op met dat label. “Methodactors hebben methodacting bestudeerd. Ik heb nog nooit iets bestudeerd,” zegt hij in een interview met UNILAD. “Ik doe gewoon wat ik doe. Ik weet niet eens wat het is.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct