Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Moord na sluitingstijd: wie schoot Rotterdamse winkelier Hans van der Mee dood?

Hij zou vechten voor zijn leven en voor zijn winkel. Hans van der Mee had altijd gezegd dat hij voor niemand opzij zou gaan. Maar tegen de twee mannen die op die koude winterdag in februari 1990 zijn winkel binnenkwamen, was de Rotterdammer niet opgewassen. Eén schot maakte een einde aan zijn leven. Ruim dertig jaar na dato heeft het Rotterdamse coldcaseteam het oude dossier afgestoft. “Dit raakt me persoonlijk,” zegt teamleider René Bergwerff. “Deze laffe zaak móet worden opgelost.”

Hans van der Mee

Het is koud en zwaarbewolkt die woensdag de 14de februari 1990. Een gure wind blaast door de Ruilstraat in Rotterdam-West en maakt het voor het gevoel nog een paar graden kouder. Maar dat is niet de reden waarom twee mannen even voor 17.30 uur een bivakmuts over het hoofd trekken. Ze hebben het gemunt op de kluisinhoud van elektronicazaak J. van der Mee op nummer 3, vlak bij de kruising met de Hooidrift. Het schemert al als de mannen de winkel binnenlopen. Boven zit het ondernemersechtpaar Hans (54) en Mia van der Mee (47) aan tafel om de dag door te nemen als beneden het belletje van de winkeldeur klinkt. Een late klant, dat komt wel vaker voor. Samen lopen ze de trap af, niet beseffend wat hun boven het hoofd hangt.

De Ruilstraat ligt in een wijk die in dat jaar bekendstaat als grimmig, zoals eigenlijk het hele Oude Westen bijna dagelijks het decor vormt van overvallen en schiet- en steekpartijen. Rotterdam is in die periode geen gezellige stad en de politie kan het werk nauwelijks aan. Niet alleen junks en dealers zorgen voor veel overlast, ook de tippelzone aan de G.J. de Jonghweg geeft het stadsdeel een beruchte reputatie. Het is hier, in het ‘Wilde Westen’, waar Hans en Mia van der Mee het hoofd boven water proberen te houden. Hun eenvoudige winkel, waar huishoudelijke apparaten worden verkocht en reparaties worden verricht, is een begrip in de wijk. Het gaat er bijna dorps aan toe. Met een degelijk deurbelletje, soepele openingstijden en alle tijd voor een praatje of kopje koffie met de klant. Het echtpaar wordt bijgestaan door zoon Richard, die nog thuis woont. Dochter Anita is al het huis uit.

Al met al zijn Hans en Mia niet ontevreden met hun leven daar aan de Ruilstraat. En het belooft allemaal nog mooier te worden. Dochter Anita is enkele maanden zwanger, wat betekent dat het echtpaar voor het eerst opa en oma zullen worden. Mia vindt het prachtig en verheugt zich op de komst van haar kleinkind. Hans op zijn beurt geniet in stilte. Als nuchtere Rotterdammer loopt hij niet te koop met zijn gevoelens, maar hoe meer hij aan het idee went, hoe mooier hij het vindt. En er ligt meer moois in het verschiet. Hans en Mia hebben samen met hun zoon een klushuis gekocht in Brabant. Het is daar waar het echtpaar van de oude dag hoopt te kunnen genieten, ver van de stadse hectiek.

Mia en Hans van der Mee.

Pistool in Mia’s nek

Maar dan is daar dus die 14de februari 1990. Een dag zoals alle andere, zo lijkt het. Hans moet die middag weg om wat onderdelen te kopen, Mia staat in de winkel. Even na 17.00 uur is Hans terug en lopen ze samen de trap op naar hun woning boven de zaak. Als een half uur later het belletje gaat en op de monitor te zien is hoe twee mannen de winkel binnenlopen, gaan Hans en Mia gewoontegetrouw samen naar beneden. Eenmaal in de winkel worden ze geconfronteerd met een angstaanjagend tafereel. De ‘klanten’ hebben inmiddels een bivakmuts opgezet en een van hen draagt een pistool. “De kluissleutel!” klinkt het. Mia wordt met geweld naar het kantoortje getrokken en tegen de grond gesmeten, waar ze de koude loop van een pistool in de nek voelt drukken. Maar nooit, nóóit zal ze de sleutel afgeven. Met kracht houdt ze ’m vastgeklemd, de gebalde vuist diep verborgen in haar schort.

De gebruikte bivakmuts en zonnebril.

De overvallers zijn er zonder buit vandoor. Hans ligt tussen gesneuvelde tv’s bloedend op de grond. Hij is niet meer te redden.

Intussen klinken er harde en onheilspellende geluiden vanuit de winkel, alsof er wordt gevochten. Hans heeft altijd gezegd dat hij nooit toe zou geven aan overvallers en zijn winkel met alle kracht die hij in zich had zou verdedigen. Nu is het zover. Het lijkt erop dat hij alles op alles zet om de mannen de zaak uit te krijgen. Mia hoort het tumult en schiet haar man te hulp. Maar het is te laat. De overvallers zijn er zonder buit vandoor en Hans ligt te midden van gesneuvelde televisies en andere spullen bloedend op de grond. In paniek belt Mia de hulpdiensten en die zijn er vrij snel. Maar Hans is niet meer te redden, zo zien de ambulanceverplegers al snel. Eén kogel in het hoofd heeft een einde gemaakt aan zijn leven.

Intussen is ook zoon Richard op de plek des onheils gearriveerd. Hij was gebeld door zijn moeder en wil de winkel in om zijn vader te zien. Maar omdat het inmiddels een plaats delict is, wordt hij door de politie tegengehouden. Dat lukt maar half. Richard weet zich los te maken en stormt de trap op. Daar hoort hij dat zijn vader, met wie hij zoveel samenwerkte, is overleden. Het is een dreun die het leven van het hele gezin Van der Mee in diepe rouw dompelt en die ze nooit echt te boven zullen komen. Mia is op haar 47ste weduwe geworden en dat terwijl er zoveel mooie toekomstplannen waren. Dochter Anita is hoogzwanger en moet verder in het besef dat haar kind nooit haar opa zal leren kennen. En Richard weet dat hij de gezellige samenwerking met zijn vader zal gaan missen, hoe ze soms samen bij een klant langsgingen om een reparatie uit te voeren en uiteindelijk uren aan de koffie zaten. Het is allemaal voorbij.

De plek waar Hans van der Mee werd doodgeschoten.

Verbijsterde rechercheurs

De roofmoord zorgt voor een schok in de wijk. Veel mensen kenden Van der Mee als een hardwerkende, vriendelijke en heel gewone Rotterdammer die geen vlieg kwaad deed. En iedereen leeft mee met het getroffen gezin. De dood van Van der Mee betekent meteen ook het einde van de winkel. Mia zit er totaal doorheen en zet geen stap meer over de drempel. Het is dat ze op het punt staat om oma te worden, zo zou haar dochter Anita later zeggen, anders was ze waarschijnlijk al haar levenslust verloren. Ook bij de politie is de impact groot. Want nu eens betreft het geen moord tussen junks of criminelen, maar een laffe moord op een gewone Rotterdammer. Daarom wordt een Recherche Assistentie Groep (RAG) geformeerd om de zaak te onderzoeken.

Het interieur van de winkel.

Behalve een door de daders achtergelaten bivakmuts en zonnebril heeft het team weinig aanknopingspunten. Uit de verklaringen van Mia is duidelijk geworden dat de daders vermoedelijk van Surinaamse afkomst zijn. De recherche hecht veel waarde aan deze informatie, omdat Mia vanwege haar vele contacten in de wijk kennis heeft van de Surinaamse gemeenschap en het dialect herkent. Wat betreft het signalement moet de politie het doen met het feit dat het ging om twee ‘donkergetinte mannen’. Hoewel het team dus bijna met lege handen staat, wordt er met overgave aan de zaak gewerkt en leeft bij de rechercheurs de overtuiging dat de daders gevonden gaan worden. Maar er is haast geboden, want er zijn meer zware misdrijven gepleegd in de stad en de recherche-afdelingen hebben het zwaar. Twee weken krijgt de RAG, dan wordt er bekeken hoe de stand van zaken is. Zijn er concrete sporen naar de daders, dan mag het team door. Zijn die er niet, dan is het klaar. Tot verbijstering van de rechercheurs wordt het het laatste.

En zo kan het gebeuren dat het onderzoek naar de gewelddadige dood van Hans van der Mee al snel op een zeer laag pitje komt te staan. En daarop zal het blijven, want er volgen dat jaar nog talloze moorden (zie kader) die stuk voor stuk veel recherche-inzet vergen. Het is een hard gelag voor de vrouw en kinderen van Hans. Mia wordt nooit meer de oude, spreekt eigenlijk nooit meer over het drama en overlijdt op 72-jarige leeftijd, zonder te weten wie haar man heeft vermoord. Ook Richard en Anita zijn de klap eigenlijk nooit echt te boven gekomen. Het verdriet zit diep en daar komt bij dat het recht zijn loop niet heeft gekregen. Zouden de daders ooit nog worden gevonden?

“Wat mij betreft wel,” zegt René Bergwerff, teamleider van het Rotterdamse coldcaseteam. Ruim dertig jaar na dato houdt hij samen met zijn team de zaak opnieuw tegen het licht. En dat doet hij niet zomaar. “De dood van Hans van der Mee raakt de samenleving. Het is een laffe daad die de levens van een keurig Rotterdams gezin heeft verwoest. Een hardwerkende man die niemand tot last was. Bijna opa en dan gebeurt dit. Het is een zaak van de buitencategorie. De motivatie om de daders te vinden, is groot. Het zou niet de eerste keer zijn dat we decennia later bij een verdachte op de stoep staan.”

De winkel in de Ruilstraat.

Bergwerff klinkt strijdbaar en benadrukt dat het dossier niet willekeurig uit de kast is getrokken. “Natuurlijk speelt de ernst van het misdrijf een rol, maar er moeten natuurlijk ook nog kansen liggen. En die zijn er, zonder daar verder op in te gaan.” De teamchef beaamt dat de onderzoeksperiode destijds aan de korte kant was. “Je kreeg een week of twee en dan moest er wel enig resultaat zijn geboekt. Dat klinkt hard, maar je moet daarbij wel in overweging nemen dat er in dat jaar veel moorden waren. Dat vroeg veel van de recherchecapaciteit. Dus dat er soms niet heel lang aan een zaak kon worden gewerkt was in die tijd niet ongewoon.”

Knagend geweten

Zoals bij veel coldcase-onderzoeken is de hoop erop gevestigd dat er binnen de dadergroep toch iemand is bij wie het geweten is gaan knagen. De mannen die verantwoordelijk zijn voor de dood van Van der Mee zijn nu waarschijnlijk tussen de 50 en 60. Bergwerff: “Het zou heel goed kunnen dat een van die daders volkomen verrast is geweest door het dodelijke schot. Dat er toch een sfeertje is ontstaan van: hé, wat doe jij nou? Iets wat bedoeld was als een ‘simpele beroving’ was opeens een levensdelict geworden, wat natuurlijk veel zwaarder wordt bestraft. Dat kan tot wrevel hebben geleid tussen de mannen. Zo’n mededader kan wroeging hebben gekregen en bij iemand het hart hebben gelucht.”

De beloning is inmiddels verhoogd naar 30.000 euro. Geen astronomisch hoog bedrag, maar misschien net voldoende om die ene getuige over de streep te trekken. Teamleider Bergwerff is in ieder geval vol vertrouwen. “Anders waren we er niet aan begonnen. Er móet iemand zijn die iets weet. Ik zou zeggen: kom naar ons toe, voordat we bij jou op de stoep staan.”

Richard en Anita kiezen voor de luwte

Mijn vader zei: ‘Over mijn lijk!’

De kinderen van Hans van der Mee hebben aangegeven liever niet meer met de media te praten, het grijpt ze te veel aan. Ze maakten voor Opsporing Verzocht nog één keer een uitzondering en gaven in 2020 een interview aan het Algemeen Dagblad. “Dat mijn vader voor niemand bang was, is zijn dood geworden,” aldus Richard in het artikel. “Hij zei ook altijd: Van mij krijgen ze niks als ze bij me komen, over mijn lijk. Ik denk dat hij is gaan vechten met de overvaller. Dat is zijn dood geworden.”

Richard en Anita van der Mee.

Over de impact van de moord op hun moeder zegt dochter Anita: “Ze was een opgewekte vrouw. Ze stond in de winkel, dat was mede door haar een sociale ontmoetingsplek. De postbode, de wijkagent, klanten: ze kwamen vaak genoeg om alleen een bakkie te doen. Mijn moeder was 47 toen het gebeurde. Ze is 72 jaar geworden. Als toen mijn dochter niet was geboren, had ze de zin van het leven niet meer gezien. In al die jaren heeft mijn moeder nooit meer over de dood van mijn vader gesproken.”

Over de hernieuwde aandacht voor de zaak, zoals in 2020 op de coldcasekalender, zegt Anita: “We krijgen er onze vader niet mee terug, maar het zou wel enige genoegdoening kunnen geven. En mocht het inderdaad tot de oplossing van de zaak komen, dan hopen we dat andere nabestaanden in andere onopgeloste moord- en vermissingszaken daaruit een signaal oppikken: dat je altijd hoop moet houden.”

Werd het onderzoek te snel stopgezet?

Op 27 februari 1990, dus twee weken na de moord op Van der Mee, kwam bij de Roterdamse krant Het Vrije Volk een anonieme brief binnen waarin werd geklaagd over het vroegtijdig stopzetten van het onderzoek. De brief bevatte zoveel details dat de afzender wel een insider van de politie moest zijn. De korpsleiding was dan ook not amused en gelastte een intern onderzoek naar het lek. Overigens was er ook intern al aan de bel getrokken. Leden van de RAG hadden in een telex geklaagd over het te snel afbouwen van het team. Er zouden nog wel degelijk mogelijkheden zijn geweest om de daders te vinden. Wellicht heeft dit laatste meegespeeld in de overweging om van het dossier een coldcase-onderzoek te maken.

Rotterdam was in 1990 een echte moordstad

1. 20 januari. In een café aan de Delistraat op Katenrecht wordt een 28-jarige Rotterdammer doodgeschoten. Een 20-jarige man wordt aangehouden.

2. 4 februari. Op het Mathenesserplein wordt de 53-jarige W. Goedhart zwaargewond aangetroffen. Het slachtoffer overlijdt korte tijd later.

3. 14 februari. In de Ruilstraat wordt winkellier Hans van der Mee bij een overval doodgeschoten.

4. 1 april. Bij een ruzie voor een discotheek aan de Nieuwe Binnenweg wordt de 18-jarige J. Mercera doodgestoken. De dader wordt ter plekke aangehouden.

5. 12 april. In de Korhaanstraat in Rotterdam-Zuid wordt een 36-jarige vrouw door haar man omgebracht.

6. 28 april. In hun woning aan de Zestienhovenstraat schiet een 37-jarige Rotterdammer zijn drie jaar jongere vriendin dood.

7. 3 mei. In het water van de Westersingel wordt in een plunjezak het lijk gevonden van een vrouw. Het hoofd en de handen ontbreken. Het slachtoffer zou vele jaren later worden geïdentificeerd als de 33-jarige Melissa Halstead. Ze was een van de slachtofers van seriemoordenaar John Sweeney.

8. 13 mei. In de Tolhuisstraat wordt de 26-jarige Ron van den Berg tijdens een ruzie met een ijzeren staaf in het oog gestoken. Hij overleeft de aanslag niet. Een 29-jarige man wordt aangehouden.

9. 20 mei. In de Rollostraat wordt een 37-jarige Rotterdammer doodgestoken door een 22-jarige man.

10. 21 mei. Aan de Wolphaertsbocht wordt student Herman Cieraard doodgeschoten door een 29-jarige Rotterdammer.

11. 17 juni. Na bezoek aan een discotheek wordt de 17-jarige Berry de Groot uit Nieuwerkerk aan den IJssel door vier Rotterdammers belaagd en doodgestoken.

12. 22 juli. In haar woning aan de Beukelsdijk wordt het stoffelijk overschot gevonden van de 22-jarige Natascha Meijer. De zaak is nooit opgelost.

13. 28 juli. Bij een ruzie tijdens het zomercarnaval wordt op de Coolsingel de 34-jarige T. Roemer doodgeschoten. De 29-jarige dader kan in de buurt worden opgepakt.

14. 14 augustus. Op de Nieuwe Binnenweg wordt de 27-jarige G. Tuwaard tijdens een ruzie op straat doodgeschoten. De dader kan later worden aangehouden.

15. 9 september. Aan de voet van de Willemsbrug wordt het lichaam gevonden van de 45-jarige dakloze Dini Stijger. Ze is slachtoffer geworden van een lustmoord. Pas vele jaren later wordt de dader dankzij een coldcase-onderzoek aangehouden. De man blijkt ook enkele prostituees te hebben vermoord.

16. 16 september. In de Persoonsstraat wordt de 24-jarige Durane Tas tijdens een ruzie doodgeschoten.

17. 22 oktober. In verzorgingshuis Antonius aan de Binnenweg geeft een 28-jarige ziekenverzorgster ‘uit medelijden’ een dodelijke insuline-injectie aan een 74-jarige patiënte.

18. 5 november. In een plantsoen aan de Slinge wordt het stoffelijk overschot gevonden van een 26-jarige Rotterdammer. Hij blijkt te zijn vermoord door een 25-jarige plaatsgenoot.

19. 28 november. Een 31-jarige man wordt nadat hij een illegaal gokhuis heeft overvallen, achtervolgd en neergeschoten door een van de slachtoffers. De overvaller overlijdt ter plekke.

20. 14 december. In een ondiepe kuil langs de Lange Hilleweg wordt het stoffelijk overschot van een 22-jarige man gevonden. Hij blijkt te zijn vermoord.

21. 15 december. In de slaapkamer van zijn woning aan de Strekkade wordt het lichaam gevonden van de 47-jarige antiquair G. Driessen. Hij is vermoord.

22. In een pension aan de Rochussenstraat wordt bij een ruzie een 52-jarige man gedood door een 33-jarige medebewoner.

Misdaad
  • Politie.nl