Michel Vrachtdoender is slotenmaker sinds 1984. Volgend jaar zit hij veertig jaar in het vak. Was het altijd al zijn jongensdroom om ooit slotenmaker te worden? Had hij posters van beroemde slotenmakers boven zijn bed? Voor de oorsprong van zijn verhaal moeten we terug naar zijn militaire dienst. In het dagelijks leven kende Vrachtdoender al iemand die werkte in een sleutelwinkel. “Ik had al eens gezien dat hij leuk werk had en leuke dingen meemaakte,” vertelt de goedlachse ras-Amsterdammer. “Maar hij werd ernstig ziek, had geen inkomsten meer en er was een vervanger nodig.”
In de gracht pissen
Vrachtdoender regelde bijzonder verlof bij de kolonel. “Zonder enige kennis van zaken ben ik in het diepe gesprongen, samen met een jeugdvriend. Vanaf het begin liep het eigenlijk wel lekker. Omdat ik net uit het leger kwam, zat ik in de bijstand. Met behoud van uitkering en een startkapitaal van slechts 4.000 gulden kon ik dit avontuur aangaan. Ik had geen rijbewijs, mijn compagnon wel. Ik zou alles met de motor gaan doen, hij met zijn auto. Onze voorraad bestond uit vier sloten die we in de kast hadden staan; als er een slot moest komen, moesten we eerst naar de groothandel. Piepklein begonnen dus, met helemaal niks gewoon. We gingen naar de Gouden Gids om een advertentie te kopen als slotenmaker in Amsterdam. In ruil voor 4.000 gulden, dus alles wat we hadden… Kregen we een piepklein stukje advertentieruimte. We hadden zo’n eerste IBM-typemachine met een kassarolletje om onze bonnetjes te maken. Alles ging nog via de vaste telefoon. Als we gebeld werden om een deur open te maken, gingen we met z’n tweeën op pad. Daarna moesten we weer gauw terug om te kijken of de telefoon weer zou gaan voor een volgende opdracht. Je moest zoveel mogelijk fysiek aanwezig zijn om de telefoon op te nemen, maar je moest toch ook altijd de deur weer uit om de opdracht uit te voeren. Zo zijn we begonnen op 15 oktober 1984. Sindsdien is het nooit meer stil geweest.”
Tot 2007 werkte Vrachtdoender samen met zijn compagnon. Daarna gingen ze afzonderlijk van elkaar verder in hetzelfde vak. Het grote voordeel van zijn beroep vindt de vakman zijn vrijheid. “Ik hoef nooit van negen tot vijf uur naar een baas. Ik kan uitslapen tot elf uur als ik zou willen, het kan maar zo zijn dat ik er 's nachts om vier uur weer uit moet. Ik heb een 24 uursservice, de telefoon ligt naast mijn bed. Als ik midden in de nacht word gebeld, dan moet ik er weleens uit, dat is niet anders. Mijn kinderen zijn inmiddels het huis uit en mijn partner is er niet altijd blij mee als ik onverwacht 's nachts moet werken. Maar over het algemeen is het 's nachts niet heel hectisch. Behalve in de weekenden, dan is het weleens wat drukker. Want dan komen de mensen de kroeg uit, plassen ze in de gracht en laten ze hun sleutelbos in het water vallen. Of er wordt een jas gejat in de kroeg, dat soort dingen. Dan bellen ze mij, want ze kunnen hun huis niet meer in. Er zijn weekenden bij dat ik drie à vier keer ‘s nachts word gebeld. Door de week gebeurt dat hooguit eens in de vier dagen. 's Nachts is het wel duurder, want ik moet er mijn bed voor uit. Tijdens sommige nachten neem ik mijn telefoon niet op. Als ik een dag hard heb gewerkt en ik heb ’s avonds geen puf meer, dan zet ik hem op stil of ik laat hem gaan. Er zijn nog meer slotenmakers, dus dan moeten ze maar iemand anders bellen. Niemand kan 24/7 werken natuurlijk. Toch blijft de vrijheid van mijn werk een groot goed. Als ik een dagje naar het strand wil, heb ik mijn telefoon bij me en probeer ik nieuwe opdrachten een beetje te verschuiven.”
Vreemde mensen in huis
Ook de grote afwisseling in zijn werk wordt door Vrachtdoender zeer gewaardeerd: “Er is nooit een dag hetzelfde. Je weet nooit wat je aantreft.” Dat laatste geldt zeker als de Amsterdamse slotenmaker op bezoek moet bij mensen die klagen over ongewenst bezoek in huis. Vrachtdoender: “Ik werd eens gebeld door een mevrouw die beweerde dat er mensen bij haar binnenkwamen. Die maakten zelfs haar bed op, zo liet ze me weten. Ze bleef dat volhouden, ook nadat ik een paar keer de sloten had vervangen. Je moet dan rustig blijven en zo iemand gerust proberen te stellen.
Misschien samen zoeken naar een andere oplossing van het mysterie: Kan het zijn dat u misschien toch zelf…” Ik heb daar wel enige ervaring mee, want ik word weleens vaker door mensen benaderd die denken dat er iemand bij hen binnen is geweest. Dan hoor ik bijvoorbeeld dat er spullen uit de koelkast zijn gehaald. Het kan natuurlijk gebeuren als je je sleutel hebt uitgeleend. Maar in de meeste gevallen zijn er gewoon dingen verschoven en hebben de mensen het toch echt zelf gedaan, alleen weten ze dat niet meer. Dan komen ze thuis en denken ze: hé, dat vaasje stond toch daar? Dan worden ze een beetje paranoïde. Ik zet er dan een nieuw slot in, maar twee weken later bellen ze me weer. Dat er nog steeds mensen binnenkomen.
Dan zet ik er het allerbeste slot op, drie sterren, met certificaat, onmogelijk om nog binnen te komen zonder schade. Maar dan nóg beweren ze dat ze bezoek hebben gehad. Dat kan dan dus niet. Ik heb ook weleens iemand gehoord die dacht dat ze met een drone door de brievenbus bij haar naar binnen waren gegaan om de woonkamer te filmen. Dan antwoord ik heel kalm dat het technisch gezien wel mogelijk is om met een drone door de brievenbus een huis binnen te komen, maar dat de drone niet meer door de brievenbus naar búiten kan vliegen. Heen kan wel, terug natuurlijk niet. En als er geen drone in de woonkamer is gevonden, kunnen we zo’n verhaal gerust naar het rijk der fabelen verwijzen.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Paul Tolenaar