Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Micha Jacobs & Edwin Struis

Bergwijns band: een doekje voor het bloeden?

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: de aanvoerder

Micha Jacobs & Edwin Struis

Edwin Struis

Ken jij het nummer A Banda van Herb Alpert? Waarschijnlijk niet, en dat is ook geen ramp, maar ik hoor het regelmatig voorbijkomen in mijn gedachten. Dan zit ik weer als klein jongetje in het stadion van HFC Haarlem in afwachting van de dingen die komen gaan. En als je dan dat fameuze instrumentale nummer uit 1967 hoorde, wist je: dan komen de spelers het veld op. En dan zei de speaker: “Hier zijn ze dan, de Roodblauwe Leeuwen, met captain Beer Wentink voorop.” En dan klapte je je vingertjes blauw.

Beer Wentink was een aanvoerder die je tegenwoordig niet meer ziet. De rood-blauwe band fier om de arm, op en top prof, een Haarlemmer ook, eentje die in de avonduren doorleerde voor accountant. Een parel voor de club, een levend visitekaartje. Nooit mekkeren tegen de scheids, nooit een gele kaart, als Haarlem-fan was je verguld met zo’n speler. Zoals we een tiental jaren later trots waren op Martin Haar, ook zo’n boegbeeld binnen en buiten de lijnen.

Maar het ‘vak’ van aanvoerder is enigszins aan erosie onderhevig, zag ik laatst tijdens de toss voor een Ajax-wedstrijd. Op voorganger Dusan Tadic viel een hoop aan te merken, de kans op explosiegevaar was immer aanwezig, maar hij stond wel ergens voor. Voor het onoverwinnelijke dat Ajax tot voor kort nog kenmerkte. Met anderhalf been in de finale van de Champions League in plaats van, zoals nu, zomeravondvoetballen tegen Loedogorets, een linksdraaiende yoghurtclub uit Bulgarije, om een plek in de Europa League.

En nu zit die Ajax-band om de arm van een speler wiens antwoorden doorgaans een monosyllabisch karakter hebben. Een aanvoerder wordt ook geacht om iets zinnigs te vertellen, niet alleen oog in oog met het journaille, maar ook tegen zijn medespelers in de rust bijvoorbeeld, als een en ander niet loopt zoals het moet. Misschien vergis ik me, maar volzinnen en Steven Bergwijn vormen niet het meest hechte bondgenootschap uit de historie van het betaald voetbal.

Ik herinner me een filmpje van dat vermaledijde WK in Qatar, waarin op een dag Bergwijn achter de tafel zat om wat vragen te beantwoorden. De minachting waarmee hij zittend naast Davy Klaassen zijn teamgenoot de antwoorden liet geven, en zelf woordjes brabbelde als ‘Ik sluit me bij Davy aan’, ‘Zelfde als Dave’ en ‘the same’, was stuitend. En dat moet dan de ‘geboren leider’ van een club zijn. Een lappie stof om de arm in de hoop dat ie daardoor beter gaat spelen dan vorig seizoen, zo diep is het aanvoerderschap gezonken.

Micha Jacobs

Vorige week, vóór die wedstrijd in dat exotische Razgrad, dacht ik: ik google eens op ‘aanvoerder Ajax’. Tot mijn verrassing zag ik niet Steven Bergwijn verschijnen, maar nog steeds Dusan Tadic die diezelfde avond namens Fenerbahçe FC Twente op de pijnbank legde. Als zelfs Google niet gelooft dat ze in Amsterdam die aanvoerdersband aan Bergwijn hebben gegeven, wie dan wel?

Het is inderdaad iets wonderlijks, een speler aanvoerder maken van wie je hoopt dat hij tijdens de wedstrijd niet in slaap valt. Vroeger noemde je spelers met verveelde ogen zoals die van hem ‘flegmatiek’, tegenwoordig ‘stoïcijns’ of, nog erger, ‘swag’. Memphis Depay haalde op die manier ook altijd het bloed onder mijn nagels vandaan, al lijkt hij met de jaren zijn ogen iets meer te openen. Depay was overigens ook ooit aanvoerder van Oranje, een paar potjes onder Louis van Gaal bij afwezigheid van Virgil van Dijk, maar dat geheel terzijde.

Het kan bijna niet anders dan dat ze in Amsterdam hebben gekeken naar de loonlijst, wie daar bovenaan staat qua salaris en dachten: wie het meest verdient, draagt ook de meeste verantwoordelijkheid. Voorgaande seizoenen Dusan Tadic, nu dus Steven Bergwijn. Maar als dat echt een regel is, dan zit je nu dus met de gebakken peren. Ik hou mijn hart vast als het in november, na een nederlaag bij Almere City, helemaal misgaat in de Arena en de spelersbus wordt opgewacht door een paar doorgesnoven randdebielen met een capuchon over hun hoofd. Kijk, als Tadic als eerste uit die bus zou stappen, zou ik geen bloedbad vrezen. Maar nu moet Steven Bergwijn dus als eerste die bus uit om het gajes te woord te staan.

F-side: “BLOED, ZWEET EN TRANEN GVD!”

Bergwijn: “Ja, man.”

F-side: “ALLES OF NIIIIIKS!”

Bergwijn: “Check, bro.”

F-side: “WERKEN VOOR JE KK-GELD!”

Bergwijn: “Oké.”

F-side: “JE NEEMT ONS GVD NIET SERIEUS, STEVIE!”

Bergwijn: “Wel, man. Je weet toch.”

Een aanvoerder is iemand die voorop in de strijd gaat en voor wie je graag een stapje opzij doet, op het veld, maar ook als je hem zo nodig de huid vol wil schelden. Ik denk dan meteen aan types als Tony Adams en Roy Keane, maar ook aan bijvoorbeeld Matthijs de Ligt die op zijn 19de de jongste Ajax-aanvoerder ooit werd en groot leiderschap vertoonde in Madrid, Turijn en Londen in dat grandioze Champions League-seizoen onder Erik ten Hag. In Amsterdam zullen ze met weemoed terugkijken op die tijd, zeker nu.

Sport
  • NL Beeld