Marc* (35) neemt nog snel een ferme teug cola en plant het halflege petflesje dan recht voor hem op tafel neer. De verwachte boer blijft uit. Vanonder zijn zwarte pet, die hij ophoudt, steekt een enkele, lange pluk haar. De rest van zijn schedel lijkt glad geschoren te zijn.
Hij zit niet voor het eerst voor een politierechter. Vier jaar geleden werd hij vanwege de mishandeling van zijn exvriendin veroordeeld tot een taakstraf van veertig uur, waarvan de helft voorwaardelijk. Het onvoorwaardelijke deel (“ergens twintig uur lang stickertjes op plakken...” ) heeft hij netjes uitgevoerd. Het tweede deel hangt vandaag boven zijn hoofd, samen met een nieuwe straf.
Met zijn ex, de moeder van zijn 8-jarige zoontje, zit hij inmiddels in een bemiddelingstraject. Dat helpt, de gemoederen lijken redelijk bedaard, vertelt hij. In plaats van met haar heeft hij het nu aan de stok met haar broer. Hij is de reden dat Marc hier vandaag zit. Vijf maanden geleden tipte zijn ex-zwager de politie. Ze zouden op het adres van Marc eens een kijkje moeten nemen. Hij zou onder andere een vuurwapen plus bijbehorende munitie in huis hebben.
“En dat klopte,” concludeert de rechter.
“Dat klopte, ja,” bekent Marc.
“Hoe kwam u aan dat wapen?”
“Dat is ooit bij mij achtergelaten door een kennis van me,” zegt Marc, die de kost verdient met het maken van gebitsprotheses. “Hij zou het later weer ophalen, maar dat is er nooit van gekomen. Een paar dagen later was hij dood. Sindsdien ligt het ergens achterin in een kledingkast op mijn slaapkamer. Ik wist niet goed wat ik er anders mee moest.”
“Maar daar lag het niet toen de politie bij u aanbelde,” weet de rechter uit het dossier. “Toen had u het op zak. Geladen nog wel.”
“Klopt,” bevestigt Marc. “Maar dat was niet voor niets. Er was nogal wat gebeurd.”
De avond ervoor stond zijn ex-zwager onaangekondigd bij hem voor de deur. Schreeuwend en zwaaiend met een mes, zo wisten buren later te vertellen, want zelf was Marc op dat moment niet thuis. In zijn afwezigheid had zijn ex-zwager zijn woede dan maar botgevierd op diens woning. Alle ramen waren door hem aan diggelen geslagen. Ook van zijn fiets die voor de deur stond was weinig meer over.
“En toen dacht u: ik pak voor de zekerheid dat wapen uit de kast?”
“Zoiets, ja,” zegt Marc. “U kent hem niet, maar die man is niet bepaald een lieverdje, zeg maar.”
“En wat had u dan gedaan als het die dag niet de politie was die aanbelde, maar inderdaad uw ex-zwager?” vraagt de rechter hem.
“Ik weet het eerlijk gezegd niet.”
“Zou je kunnen zeggen dat u van geluk mag spreken dat u hier vandaag alleen zit voor het bezit van een vuurwapen, en niet voor het gebruik ervan?”
“Ik denk dat dat misschien wel klopt, ja.”
Marcs advocaat schetst het beeld van een drugs verslaafde tijdbom met een strafblad dat zo lang zamerhand in boekvorm kan worden uitgegeven
Voor het bezit van het vuurwapen, en dat van een vlindermes dat ook in zijn woning werd aangetroffen, eist de officier van justitie een taakstraf van 120 uur en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden. Plus de nog openstaande 20 uur taakstraf van zijn vorige veroordeling. De officier tilt er bovendien zwaar aan dat de wapens zich bevonden in een woning waar ook zijn 8-jarige zoon vijf dagen per week rondloopt. “Je moet er toch niet aan denken dat...”
Ter verdediging voert Marcs advocaat aan dat zijn cliënt niet zomaar met het vuurwapen op zak liep. De man tegen wie hij zich dacht te moeten verdedigen, was niet de eerste de beste. Om zijn punt te illustreren, schetst hij het beeld van een drugsverslaafde tijdbom met een strafblad dat zo langzamerhand in boekvorm kan worden uitgegeven. In de politiesystemen zou Marcs ex-zwager bovendien al jaren geregistreerd staan als vuurwapengevaarlijk. Ook de mishandeling van zijn ex-vriendin, waarvoor Marc eerder werd veroordeeld, plaatst de raadsman in perspectief. Die was niet zo zwart-wit als het nu misschien lijkt. “Het is geen al te frisse familie, zeg maar,” probeert hij een beeld te schetsen.
Het is een betoog dat voor de rechter weinig of geen verschil maakt. Om het harde bewijs voor het verboden vuurwapenbezit kan hij onmogelijk heen. Zijn vonnis is gelijk aan de eis.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd
- Petra Urban