Zelfs als de mens niet boven aan de voedselketen had gestaan, hadden we ons niet veel zorgen hoeven maken dat we voor onze huid gedood zouden worden. De mens heeft nu eenmaal een zeer saaie huid, daar wil niemand een tasje van. Helaas hebben slangen die mazzel niet.
De prachtige kleuren en motieven maken hun huid nog altijd erg gewild. Dat miljoenen slangen en andere reptielen gedood worden, is het directe gevolg van de wens van mensen om bijvoorbeeld een tas of jas van hun huid te bezitten. Zonder vraag geen aanbod. Indonesië exporteert per jaar rond de één miljoen slangenhuiden naar Europa en Amerika en is daarmee een van de grootste exporteurs. Volgens TRAFFIC, een onafhankelijke organisatie die zich inzet tegen en bezighoudt met de handel in dieren, zijn er in Indonesië ruim 175.000 mensen werkzaam in de handel in slangenhuiden.
Het merendeel daarvan, rond de 150.000, houdt zich bezig met de jacht op slangen. Deze slangenjagers trekken soms als kleine legertjes door de moerassige delen van oerwouden. Ze krijgen per gevangen slang betaald, dus gemotiveerd zijn ze altijd.
De slangenhuiden worden geëxporteerd naar Europa (voornamelijk Italië, gevolgd door Duitsland en Frankrijk) en naar de Verenigde Staten en Japan. Daar worden ze verwerkt tot luxeproducten. Lucratieve handel dus.
Vlees als bijvangst
De Indonesische fotograaf Agoes Rudianto besteedde twee maanden aan een fotoserie over de slangenhandel. Zijn foto’s gunnen ons een blik in de keuken van deze industrie. Hij nam onder meer een kijkje in het dorp Kapetakan op West-Java, waar de handel in slangen en andere reptielen levendig is. Er zijn zelfs slangenboerderijen, waar de slangen gefokt worden voor hun huid. Dat is vaak al tragisch, omdat de beesten zo weinig ruimte hebben dat ze vaak met vele tegelijk opgerold op elkaar in containers liggen.
Maar bij de jacht gaat er helemaal onzachtzinnig aan toe. De handelaren gaat het voornamelijk om de huid, en dus moet die zo intact mogelijk van de rest van de slang gescheiden worden. Vlees is een bijvangst. Slangenvlees wordt vrijwel alleen in Azië gegeten.
En soms worden de restanten van de slangen gebruikt voor het fabriceren van cosmetica en (soms illegale) ‘medicijnen’. Het gif van de slang gebruiken ze onder meer voor het vervaardigen van ‘geneesmiddelen’ tegen kanker.
Maar de huid vormt het grote geld voor de handelaren. En om die zo mooi mogelijk van het dier af te snijden, passen ze soms gruwelijke methodes toe: de kop inslaan, met een machete onthoofden. En soms worden ze levend met hun kop aan een boom gespijkerd. Vervolgens begint het villen. Als het dier nog leeft tijdens het villen, blijft de huid namelijk soepeler. Het kan nog erger. Zo bleek, onder meer uit een onderzoek van PETA Asia, dat bijvoorbeeld pythons levend worden volgeblazen met lucht, en soms met water. Eerst binden de dierenbeulen hun hoofd en anus dicht, waarna ze bij de kop of de staart een inkeping maken om daar een luchtcompressor in te brengen. Dan pompen ze de slang vol met lucht.
Soms worden slangen vooraf verdoofd door middel van elektrocutie met behulp van een autoaccu. Soms wordt hun hoofd er vooraf afgehakt. Dat de slangen bol staan van de lucht, maakt het villen eenvoudiger omdat de huid losser komt te zitten. Uiteindelijk wordt de huid op tafels gelegd om te drogen. Het moge duidelijk zijn dat de diverse methodes om een slang te villen de dieren vaak extreme pijn en enorme stress oplevert.
Kronkelen en stuiptrekken
Soms vergoelijken mensen deze beestachtige methodes met de stelling dat slangen, en andere reptielen, geen gevoel zouden hebben en dus ook geen pijn voelen. Maar slangen voelen wel degelijk pijn en stress. Al is dat niet zo duidelijk zichtbaar in hun gedrag als bij de mens. Een gezichtsuitdrukking hebben slangen immers niet of amper. Voornamelijk omdat ze geen oogleden hebben en de ogen altijd opengesperd blijven. Maar stap op een slang en er volgt een reactie, dus ongevoelig zijn ze zeker niet. Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat een slang de neuroanatomie bezit waarmee pijn wordt gevoeld. Sterker zelfs, door hun trage metabolisme kan een slang, zelfs nadat zijn kop is afgehakt, nog lange tijd pijn en stress blijven voelen. Soms kunnen ze nog een half uur blijven kronkelen en stuiptrekken voor ze werkelijk dood zijn. Terwijl dan allang met het villen is begonnen.
Met uitsterven bedreigd
De rattenslang is erg gewild om zijn mooie huid, maar vooral het prachtige vel van de python is populair in de mode-industrie en dus een gewilde prooi van jagers. Bijna 50 procent van de export betreft huiden van de python. Vanuit Zuidoost-Azië worden er jaarlijks bijna een half miljoen van geëxporteerd, met een marktwaarde van meer dan één miljard euro. Vaak slachten Aziaten de pythons al voor de geslachtsrijpe leeftijd, zodat de soort steeds meer met uitsterven bedreigd wordt. En zolang er, met name vanuit de Europese mode-industrie, veel vraag blijft naar pythonleer, blijven de handelaren maar wat graag leveren.
De hype rond slangenleer wordt onder andere in stand gehouden door bekende figuren als Jennifer Lopez, Rihanna en Kim Kardashian die op foto’s te zien waren met bijvoorbeeld laarzen van pythonleer. Al jarenlang luidt men de noodklok omdat het voortbestaan van de python door de jacht in gevaar komt. Er zijn ook regels opgesteld tegen de jacht op het dier. En CITES, een organisatie die verbonden is aan de Verenigde Naties en bedreigde diersoorten beschermt, doet zijn uiterste best de handel te monitoren en reguleren. Maar de illegale handel blijkt nog altijd moeilijk te traceren. Bovendien claimt de handel vaak dat de huiden afkomstig zijn van gefokte dieren, terwijl het wel degelijk ook gaat om in het wild gevangen slangen. Veel arme gezinnen zijn er financieel van afhankelijk. En zolang de grote jongens er veel geld mee verdienen, vindt de handel zijn weg.
Als we niet ingrijpen, zou het zomaar kunnen dat we - bijvoorbeeld - de python op enig moment alleen nog terugzien als modieus handtasje.
- Agoes Rudianto