Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'De enige Marokkaan'

De gescheiden vader Murad heeft een omvangrijk strafblad, 15.000 euro schuld, een omgangsregeling met zijn drie kinderen en ruzie met de hele wereld. Geen wonder dat iedereen jaloers op hem is.

Bij de politierechter: 'De enige Marokkaan'

Weinig verdachten zullen de rechter als hun vriend beschouwen, maar de manier waarop Murad* (36) door het gangpad op hem af beent, is ronduit vijandig. Alsof hij hem zonder omwegen naar de strot wil vliegen. Ook de officier van justitie en de griffier trakteert hij op eenzelfde vernietigende blik, om zijn ogen vervolgens te priemen in de man die aan het tafeltje naast hem plaatsneemt. Een buurman en tevens slachtoffer.

“Kijkt u maar naar mij, meneer,” stelt de rechter voor.

“Ik kijk naar wie ik wil,” zet Murad gelijk de toon, zonder zijn ogen van zijn buurman af te halen.

“Kijkt u maar naar mij,” zegt de rechter opnieuw, maar dit keer op dwingender toon.

Murad lijkt het type dat met vrijwel iedereen ruzie heeft, of het anders vroeg of laat wel krijgt. Waarschijnlijk vroeg.

Als gevolg daarvan staat hij vandaag terecht voor twee verschillende zaken. De eerste betreft de vernieling van de motor van zijn buurman en de mishandeling van een hond.

‘Troep!’ schreeuwt hij terwijl hij een harde trap uitdeelt aan de zware houten deur van de rechtszaal

“Ik heb helemaal niets vernield,” ontkent Murad giftig. “Er is parkeerplaats zat, dat heb ik al zo vaak tegen deze man gezegd, maar toch zet hij z’n motor altijd midden op de stoep. Waar mijn kinderen spelen. Waar ik loop. Dan tieft ie een keer om, ja. Wat kan ik daaraan doen?”

“Er zijn meerdere getuigen die zeggen dat ze u de motor hebben zien omduwen,” houdt de rechter voor.

“Tuurlijk zeggen ze dat. Lekker makkelijk. Ik ben daar de enige Marokkaan in een wijk vol Hollanders. Ze willen me gewoon weg hebben. Zij hebben het recht om daar te wonen, ik blijkbaar niet.”

Nadat de motor is ‘omgevallen’ wordt Murad aangesproken door een buurtbewoner die zijn drie honden aan het uitlaten is. Murad reageert furieus. Hij grist de man een hondenlijn uit handen en tilt de kleinste van de drie honden eraan omhoog. Piepend, spartelend en happend naar lucht bungelt het beestje secondenlang een halve meter boven de grond. Dierenmishandeling, vindt de officier van justitie. Zelfverdediging, vindt Murad.

“Die man komt met drie honden op mij af,” zegt hij. “Wat moest ik anders?”

Ook het tweede voorval waarvoor hij vandaag voor de rechter staat, ontkent hij stellig. In het trappenhuis van de flat waar zijn ex-vrouw samen met hun drie kinderen woont, zou hij een van de flatbewoners bedreigd hebben met een mes. Op de parkeerplaats wordt kort daarna inderdaad een mes gevonden waarop Murads DNA blijkt te zitten.

“Allemaal valse verklaringen,” verwijst hij het hele voorval naar het rijk der fabelen.

“Waarom zouden al die mensen dit soort leugens over u verspreiden, denkt u?” vraagt de rechter.

“Veel mensen zijn lui,” zegt Murad. “Die doen niets met hun leven. Die houden hun handje op bij de gemeente. Ik niet. Ik werk hard, ik heb mooie spullen, een mooie auto en een mooi huis. Ze zijn gewoon jaloers.”

Uit een psychologisch onderzoek komt naar voren dat er bij hem mogelijk sprake is van een ‘schizofreniespectrumstoornis’ en van ‘antisociale en narcistische trekken’. Ook zou hij volgens de psycholoog complotten zien.

“Wie is die man dat hij dat soort dingen over mij zegt?!?” reageert Murad nog altijd op de toppen van zijn woede. “Hij heeft mij misschien twee keer gesproken. Hooguit twintig minuten. Psychisch dit en psychisch dat en bladibladibla... Sodemieter toch op man!”

De schadevergoeding die zijn buurman van hem eist voor het verliezen van zijn no-claim bij zijn verzekeringsmaatschappij, is het laatste zetje dat Murad nodig heeft om zijn woede in zuivere agressie om te zetten. “Troep!” schreeuwt hij terwijl hij een harde trap uitdeelt aan de zware houten deur van de rechtszaal, die geen centimeter meegeeft. Dan besluit hij toch maar de deurklink te gebruiken. “Als ik die kerel moet betalen dan veeg ik met dat geld eerst m’n reet af,” foetert hij op de gang tegen zijn advocaat.

Maar die moeite kan hij zich besparen, zo blijkt wanneer de rechter hem de zaal weer binnenroept. De schade aan de motor is al door de verzekering vergoed en omdat de rechter Murad schuldig acht aan de vernieling ervan, zal de no-claim van de eigenaar niet in gevaar komen. Ook de rest van de feiten acht de rechter bewezen. Desondanks hoeft Murad de bak niet meer in. Voor beide voorvallen zat hij al 147 dagen in voorarrest, en dat vindt de rechter voldoende. Met het oog op het recidiverisico, dat volgens deskundigen hoog is, legt hij Murad daarbovenop wel een voorwaardelijke celstraf op van dertig dagen en een meldplicht bij de reclassering.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.

Misdaad
  • Petra Urban