Bij de politierechter: 'Waar rook is...'

Zodra Samir* (23) de politie ziet naderen, gooit hij de roldeur van zijn garagebedrijf dicht. Het bevel van de agenten om de deur voor hen te openen, negeert hij.

“Waarom zou ik?” zegt hij.

Bedankt voor je aanmelding! Let op: je ontvangt binnen 10 minuten een mail om jouw e-mailadres te bevestigen.

Inschrijven

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

“Om-dat ik een bepaald verleden heb, krijg ik twee of drie keer per week politie aan de deur.

Ze spreken zelfs m’n klanten aan. Puur om me dwars te zitten, om me zwart te maken. Het is gewoon treiteren. Nu ook weer.

Er was niets aan de hand. Ik zat met wat vrienden te barbecueën. In mijn eigen pand. Waarom zou dat niet mogen?”

Op die vraag heeft de officier van justitie wel een antwoord: omdat er vanwege het coronavirus een noodverordening van kracht was. Met Samirs criminele verleden had het politiebezoek volgens hem dan ook niets te maken. Wel met de vaststelling van de agenten dat er bij het ‘barbecuefeest’ dat in het pand gaande was geen anderhalve meter afstand werd gehouden.

“Ik weet niet hoe het sociale leven van de officier van justitie eruitziet,” interrumpeert Samirs advocaat, “maar het feit dat hij een bijeenkomst van drie mensen nu al een paar keer een barbecuefeest noemt, doet mij het ergste vermoeden. Ik stel voor dat we ons beperken tot de feiten in het dossier: er waren drie mensen aanwezig. Drie. Meer niet. Ik zou dat geen feest willen noemen. Er stond niet eens muziek op.”

Pas wanneer de agenten dreigen om met een zogenoemde ‘boem’ de deur in te beuken, kiest Samir eieren voor zijn geld en laat hij zijn ongenode gasten binnen.

Omdat de garage inmiddels blauw staat van de rook verzoeken de agenten hem mee naar buiten te komen, maar ook daar heeft hij geen trek in. Een van zijn twee vrienden filmt hoe de agenten Samir met vereende krachten het pand uit werken. De ander maakt van de gelegenheid gebruik om het hazenpad te kiezen.

Het overtreden van de coronaregels wordt Samir vandaag niet eens ten laste gelegd. Wel het zich met geweld verzetten bij zijn aanhouding en het verbaal bedreigen van een agent. “Jij gaat eraan” en “Ik maak jou kapot” zou hij onder meer hebben geroepen. Ook hangt er nog nog een voorwaardelijke celstraf van vier maanden boven zijn hoofd van een eerdere veroordeling op zijn rijkgevulde strafblad. Al met al eist de officier een celstraf van een maand. Een forse eis, die mede voortkomt uit de overtuiging van de officier dat een taakstraf in het geval van Samir zinloos is omdat hij de laatste taakstraf die hem werd opgelegd nooit heeft uitgevoerd.

“Dat klopt,” bevestigt Samirs advocaat, die zich al enige tijd zichtbaar ergert aan het beeld dat de officier van zijn jonge cliënt schetst. “En waarom heeft hij die nooit uitgevoerd? Omdat hij destijds vastzat in een andere zaak. Een zaak waar hij achteraf helemaal niets mee te maken bleek te hebben. Misschien wel zo netjes om dat er even bij te vermelden, vindt u ook niet?”

Dat laatste lijkt de rechter met hem eens te zijn. Met zijn vonnis gunt hij Samir een herkansing: dertig uur taakstraf. Daarnaast zal hij twee weken van de celstraf die nog boven zijn hoofd hing, moeten uitzitten. De rechter geeft hem ook nog een advies mee:

“Nog even afgezien van de coronaregels; misschien is barbecueën in een autogarage überhaupt niet zo’n goed idee.” 

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.