Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'Ik heb d'r geen rem op'

Hannes is een goede echtgenoot, een lieve vader en een trotse opa. Totdat hij bier ziet.

Bij de politierechter: 'Ik heb d'r geen rem op'

Hannes* is opvallend klein van stuk, wat wordt benadrukt door de jas die hij draagt. Het ding is zo groot dat de schouders op zijn ellebogen hangen en de capuchon op zijn kont. Eigenlijk komt er vooral een jas de rechtszaal binnen met daaronder een smoezelige trainingsbroek en daarin Hannes, een 56-jarige, ongeschoren man met borstelig, kleurloos haar en een ringetje in zijn rechteroor. De geur die hij met zich meeneemt is die van een volle asbak.

Na een paar uur bier drinken bij wat vrienden greep Hannes afgelopen januari, op de galerij van hun flat, zijn zieke vrouw bij haar keel. Hij kneep flink en smeet haar toen achterover op het beton. Daarna, terwijl ze weerloos op de grond lag, trapte hij haar nog een paar keer hard in haar rug.

Op de tensive care

“Heeft u dat gedaan?” vraagt de rechter.

“Ik denk het wel,” zegt Hannes. “U weet het niet zeker?”

“Nee, ik weet het niet zeker, nee,” bekent Hannes.

“Omdat u gedronken had?”

“Ja, ik denk het,” zegt Hannes.

“Volgens uw vrouw bent u altijd een lieve man en een goede vader geweest, maar als u drinkt dan gaat het mis. Dan wordt u agressief, klopt dat?” vraagt de rechter.

“Ja, dat klopt wel,” geeft Hannes toe. “Ik heb d’r geen rem op.”

“En wat uw vrouw ook zo erg vond, was dat uw kleindochter erbij stond en het allemaal gezien heeft. Kunt u zich dat nog herinneren?”

Met zijn handen maakt Hannes een schiet-mij-maar-lekgebaar. “Ze zeggen het,” zegt hij.

Hannes werd direct na het voorval opgepakt en afgevoerd door de politie. Hij zat een paar nachten vast en mocht daarna weer gaan, maar niet zonder een contact- en gebiedsverbod voor de duur van dertig dagen.

“Hoe gaat het nu met u?” vraagt de rechter

“Nu wel goed,” zegt Hannes, “maar in de cel niet. Ik had van die hartkloppers of hoe heet dat en ik zweette me eigen het ongans.”

“Drinkt u nog?”

“Sinds die dag geen druppel,” zegt Hannes. “Ik slik pillen, als je daar doorheen probeert te drinken, dan leg je zo op de tensive care.”

“Refusal?” gokt de rechter.

“Ja, zoiets ja,” zegt Hannes. Behalve van de medicatie krijgt hij ook hulp van verschillende instanties. Het zijn er zelfs zoveel dat Hannes er nog amper wijs uit kan. Hij zit een paar keer per week bij een praatgroep voor alcoholverslaafden, op vrijdag komen er mensen van het wijkteam langs, dan moet hij weer ergens een plasje inleveren, dan heeft hij weer een afspraak bij een ‘spyoloog’... Al zou hij willen, hij heeft nauwelijks tijd om te drinken. De rechter is het met de vrouw van Hannes eens (ze zijn nog altijd samen): hulp is op dit moment belangrijker en zinvoller dan een straf. Hij zet de vrijwillige behandeling daarom om in een verplichte, maar houdt wel een stok achter de deur. Mocht Hannes toch weer aan het bier gaan, of zich niet houden aan zijn behandelverplichting, dan hangt hem een taakstraf van zestig uur boven het hoofd. En een echtscheiding.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.

Misdaad
  • Petra Urban