Loes Leeman groeit op in het Utrecht van de jaren zestig, een tijdperk van de nozems, het afzetten tegen de gevestigde orde en de seksuele vrijheid. Een opwindende tijd om in op te groeien. “Hans woonde bij mij op de hoek en was een fascinerende verschijning. Hij had een schitterende Vespa-scooter, die erg veel indruk op me maakte.”
Hans woont met Caroline, een van oorsprong Italiaanse vrouw. “Samen praatten ze Engels op straat en dat was in de Utrechtse volkswijk Lombok heel bijzonder. Hans was gek op haar, sloofde zich enorm voor haar uit. Ze liep echt te koketteren buiten. Ik was stikjaloers op Caroline, wat een vreselijk mens vond ik dat.”
Hans krijgt gratie
Van Zon wordt in 1969 tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld. In de gevangenis ontmoet hij Riet van den Brink, een groepsleidster in de Psychiatrische Observatiekliniek in Utrecht. Ze trouwen tijdens zijn detentie.
Wanneer Hans in 1986 gratie krijgt en dus vervroegd vrijkomt, voegt hij zich bij zijn vrouw Riet die in het Groningse dorp Wirdum woont. Loes is op dat moment aan het afstuderen aan de School voor de Journalistiek en een interview met de vrijgelaten seriemoordenaar Hans van Zon lijkt haar een ideaal idee voor een afstudeeropdracht. Ze besluit Van Zon een brief te schrijven, met de wens om hem te interviewen over tbs. “Dat hele tbs-verhaal interesseerde me helemaal niet. Ik wilde antwoorden over zijn gepleegde delicten en zijn motieven. Hans kreeg na zijn vrijlating enorm veel persaanvragen binnen, waar hij geen gehoor aan gaf. Ik besloot om het op een andere manier te doen.”
Loes probeert Van Zon op een menselijke manier te benaderen en hem te paaien. Ze geeft in de brief te kennen dat ze Hans kent uit de periode vóór zijn delicten. “Ik kreeg een brief terug van Riet. Hans is getroffen door jouw brief, schreef ze. Laat maar zien wie je bent en wat je wilt. Dat was mijn opening.” Na wat briefverkeer belt Hans van Zon haar op.
Na de eerste aftastende vragen begon Hans me letterlijk de kleren van het lijf te vragen: “Wat heb je aan? Hou je van sexy lingerie? Zit je lekker met jezelf te spelen?” Ik schrok van zijn vragen. Hij werd wel heel snel intiem. Ik vond hem ronduit onbeschoft, maar durfde hem niet terecht te wijzen of mijn afkeer te laten merken. Ik vertelde dat ik iets luchtigs aanhad, hoewel dat niet zo was. Hij wilde steeds meer weten, wat mijn gevoelens waren, of ik alleen woonde, hoe ik met vrienden omging, hoe ik eruit zag. Of ik van pijpen hield.
Er volgen meer gesprekken aan de telefoon, maar de inhoud wordt wat anders dan Loes zich heeft voorgesteld. Hans is vaak onder invloed van drank en probeert de grenzen op te zoeken bij haar. “Hij was heel direct en grof, soms werden de gesprekken ook intiem.” Als de gesprekken niet over seks gaan, citeert Hans strofes uit gedichten of mooie volzinnen uit boeken.
“Als hij een schrijver of een gedicht citeerde, dan raakte me dat enorm. Ik was onder de indruk van zijn woorden, ook al besefte ik dat hij het uit zijn hoofd geleerd had.
Soms vertelde hij waar hij de tekst vandaan had, soms ook niet. Als hij het niet vertelde, zat ik me rot te zoeken waar hij het in godsnaam vandaan had. Eigenlijk was het een hele ongeletterde man. Ik vermoed dat hij zich altijd heeft geschaamd voor het feit dat hij nooit heeft kunnen studeren.”
'Als hij een schrijver of een gedicht citeerde, dan raakte dat enorm'
De gesprekken over seks leiden tot telefoonseks. Hans wil Loes graag ontmoeten, maar ze is huiverig voor een ontmoeting en schuift dat zo lang mogelijk voor zich uit.
“Ik zat toen in een constante strijd tussen fascinatie en afkeer. En of ik het verhaal ooit zou kunnen bemachtigen. Ik was een soort speelbal, hij speelde met me. Hij dacht een lekker dom wijffie, die pak ik wel in. En ik was als vrouw geïnteresseerd in hem, dat vond hij interessant.” Maar altijd speelt die weerzin over de moorden bij haar op. “Hoe kan een mens in staat zijn om zulke brute en gewelddadige moorden te plegen? Zo gewetenloos. Ik kon hem nooit als een normaal persoon zien.”
Bang voor Hans
Na langdurig aandringen van Van Zon durft Loes na twee jaar de confrontatie met hem aan. Ze werkt inmiddels als verslaggever bij de commerciële zender RTL Veronique. In haar autootje rijdt ze vanaf Utrecht richting Groningen, waar ze in Loppersum met hem afspreekt op een parkeerterrein. Hans kruipt met behulp van een stok achter het stuur vandaan en strompelt in de richting van Loes. Ze is verbijsterd. Hans lijkt in niets meer op de goed uitziende jongeman die bij haar om de hoek woonde en waar ze zo heimelijk verliefd op was. Hans laat zijn auto achter op het parkeerterrein en samen rijden ze in de auto van Loes naar een plaatselijk dorpscafé. Na wat aangedikte anekdotes, flink wat borrels en gepoch over welke criminelen hij heeft ontmoet tijdens zijn detentie, wil Hans weg uit het café. Ze stappen in de auto en wanneer ze wegrijden, probeert hij Loes bang te maken. “Hij was me in de auto echt aan het uittesten, moest stille weggetjes inrijden van hem. De schrik sloeg me om het hart. Hij gaat me vermoorden, wat moet ik in godsnaam doen, dacht ik bij mezelf. Ik probeerde hem maar aan de praat te houden, want hij werd ook stiller en kreeg een ijskoude blik in zijn ogen. Hij merkte dat ik bang was en dat vond hij fantastisch. Je was lekker bang, hè? zei hij, toen we terugkeerden naar zijn auto.”
De conversaties aan de telefoon en de ontmoeting in Loppersum gebeurt allemaal achter de rug om van Riet, de vrouw met wie Hans getrouwd is. Riet ontdekt de geheime contacten en wordt onderdeel van de relatie tussen Loes en Hans. Er ontstaat een ware driehoeksverhouding. Eerst vooral als vriendschap, later ook seksueel. “Riet was een hele oprechte, intelligente vrouw. Ze was heel lief en kinderlijk, maar ook heel jaloers. Ze heeft me vaak verrot gescholden, want Hans schreef me brieven en gaf me aandacht. Ze hield heel veel van hem, en was ook echt tot hem veroordeeld. Hij kan niet zonder me, als ik wegga, zoekt hij me op, zei ze altijd. Nadat Riet me accepteerde en zich openstelde voor mij, kregen we ook echt een diepe band. Ik kon echt goed met Riet praten, en bij elkaar konden we ons beklag doen over Hans.”
Moord op Coby
Loes vertelt Hans steeds meer over haar werk, en hij luistert geïnteresseerd naar de verhalen.
De relatie verdiept zich en Hans wordt langzaam verliefd op Loes. Hij wordt spraakzamer en de interesse van Loes in zijn verleden schrikt hem niet meer af. In een van de telefoongesprekken vraagt ze hem op de man af waarom hij Coby van der Voort vermoord heeft. Wanneer Hans antwoordt dat hij wilde weten waar zijn grens lag, is de nieuwsgierigheid gewekt bij Loes en besluit ze weer de lange autorit van Utrecht naar Groningen te maken. Na wat borrels in een café besluiten ze om af te spreken in een hotel, om bij Hans zo de gruwelijke details los te peuteren. En dat lukt, want Hans vertelt haar tot in detail hoe hij Coby om het leven heeft gebracht. “Het was gruwelijk, huiveringwekkend,” vertelt Loes.
“Maar mijn zoektocht naar antwoorden was nog niet klaar. Ik was gefascineerd door zijn verhalen en dit was slechts het begin.”
Met belangstelling bekeek ik de foto’s die hij van Riet had gemaakt. Close-ups terwijl ze de parkiet kuste. Riet poserend op de bank met de poes. Samen met Hans aan de eettafel. Hans naakt onder de douche, genomen met de zelfontspanner.
En natuurlijk een scala aan erotische foto’s van Riet in bont gehuld, Riet met half ontblote borsten, Riet in nylonkousen met een flink stuk blote dij. En een fiks aantal pornografische opnamen van Riet alleen en van hen samen. In het grote bed, tussen Hans en Riet ingeklemd en met twee enorme honden aan ons voeteneind, bekeek ik de foto’s. We dronken rosé en aten de appeltaart, die Riet had gebakken. Hans dronk vieux en rookte shag. Hij vertelde sterke verhalen over zijn jaren in detentie en het werd, boven verwachting, een gedenkwaardige en gezellige nacht.
De president van de rechtbank veroordeelt Hans in 1969 voor drie moorden en een poging tot moord, maar het vermoeden bestaat dat hij bij meer moorden betrokken is. Verdachtmakingen die de politie nooit hard heeft kunnen maken. Of Hans nog meer moorden heeft gepleegd, kan Loes niet met zekerheid zeggen.
En dat komt dan vooral door het karakter van Hans. “Hij was zo manipulatief. Hans vond het interessant om verdachte te zijn in een moordzaak. Op elk politiebureau waar hij kwam, wilden ze hem wel in verband brengen met een moord. Hans genoot daarvan.”
Manipulatie
“Hij was enorm zelfdestructief,” gaat Loes verder. “Hij wilde me telkens kwijtraken, maar toch ook weer behouden. Hij zocht altijd de grenzen op. Het beste voorbeeld was als ik woest op hem werd, omdat hij me weer een rotstreek had geleverd. Dan liep ik boos weg, en kwam hij als een klein kind achter me aan lopen. Je moet niet weglopen, niet weggaan, Loes. Vaak heb ik overwogen om te stoppen. Dan nam ik wat meer afstand van hem, als hij te ver was gegaan of met me speelde. Maar dan stuurde hij een lief briefje om me in te pakken. Ik had het altijd door als ik gemanipuleerd werd, maar ik wilde mijn verhaal.”
'Op elk politiebureau waar hij kwam, wilden ze hem wel in verband brengen met een moord. Hans genoot daarvan'
Hans rommelde in een van de verhuisdozen om daar een envelop uit te vissen. “Bij het opruimen van stapels oude papieren vond ik een briefomslag waarop ik ooit in dronken toestand een tekst schreef die ik je volgens mij nooit toezond. Ik heb er waarschijnlijk de moed niet voor gehad.” Hij begon voor te lezen: “Of je het nu leuk vindt of niet, ik hou van je, meer dan een vriend, meer dan een minnaar, meer dan een incestbroertje. Je bent een deel van mijn leven geworden, maar je bent ook in staat me tot beweging te brengen zoals niemand ooit tevoren. Met al mijn onhebbelijkheden, al mijn rotstreken, maar bovenal met al mijn warmte, jouw Hans.” Met gemengde gevoelens reed ik een paar uur later naar huis.
Loes wil altijd een vorm van spijt zien bij Hans, vooral voor de nabestaanden. Spijt krijgt ze uiteindelijk niet te zien, wel leidt haar jarenlange geduld in 1996 tot een interview voor het tvprogramma Deadline, waar ze op dat moment voor werkt. Jaap Jongbloed doet het interview, maar Hans neemt al snel de regie over.
“Vlak voor we begonnen met filmen, zag ik dat Hans veranderde. Zijn ogen werden kil en de glimlach verdween. Hij was een soort machine voor de camera, die geen emotie toonde. De kijkers zagen de ondoorgrondelijke moordenaar Van Z., en niet de menselijke Hans. Ik had eindelijk mijn interview en Hans zijn verhaal, maar het was niet de Hans die ik graag gezien had op beeld.”
Hans drinkt zichzelf uiteindelijk dood. Twee jaar na de opnames van Deadline, overlijdt hij. Riet is dan al een tijdlang in de war en blijkt een hersentumor te hebben. Ze overlijdt enkele maanden na de dood van Hans. Ook al is Hans overleden, de herinneringen zijn nog springlevend bij Loes. “Hans zag ik aan de ene kant als een vriend, en aan de andere kant als een moordenaar. Ik krijg nog altijd koude rillingen als ik aan hem denk of over hem schrijf.”
De kritiek
“Hans zou zich kapot lachen als hij weet dat ik een boek over hem heb geschreven, maar hij zou het me heel erg gunnen. Hans stimuleerde me altijd enorm in mijn werk. Hij keek alle programma’s waar ik aan meewerkte en gaf er commentaar op. Maar van televisiewerk had hij dan weer geen verstand,” besluit ze lachend. Spijt heeft ze nergens van, wel is ze huiverig voor de kritiek op haar werkwijze. “Doordat ik een fascinatie heb voor een seriemoordenaar en op zoek was naar een verhaal, ben ik bepaalde grenzen overgegaan. Ik ben bang dat het publiek moeite heeft om dat te begrijpen.”
OVER LOES LEEMAN
Loes Leeman is de bedenker van het TROS-programma Vermist, dat van 1995 tot en met 2015 werd uitgezonden en waar ze twintig jaar als eindredacteur werkte. In 2019 bracht ze het boek Vermist uit, waarin ze twintig truecrimeverhalen heeft geschreven over enkele spraakmakende vermissingen uit het programma en uit haar privéarchief. Ze schreef onder meer voor HP/DeTijd en Panorama en werkte als verslaggever voor diverse tvprogramma’s waaronder TROS Deadline waarvoor ze in 1996 een documentaire maakte over Hans van Zon.
DE MOORDEN VAN HANS VAN ZON
Hans van Zon (20 april 1942) is een Utrechtse seriemoordenaar, die in 1969 een levenslange gevangenisstraf krijgt voor drie moorden en een poging daartoe op weduwe Woortmeijer. Van Zon besluit op 13 december 1967 om de weduwe Elizabeth Woortmeijer te overvallen in haar woning op de Utrechtse Haverstraat. Van Zon doet zich aan de deur voor als belastinginspecteur en vertelt dat de weduwe nog geld tegoed heeft van haar aow-uitkering. Nietsvermoedend doet de vrouw de deur open, waarna ze gezamenlijk naar de bovenwoning lopen. Boven aangekomen graait de weduwe in haar tas om de aow-kaart te pakken, waarna Hans haar met een loden pijp op haar hoofd slaat. De vrouw raakt bewusteloos en Hans pakt haar spaargeld uit de handtas. Met ontspannen tred loopt hij de woning uit, waarna hij haar nog voor het raam ziet verschijnen, terwijl ze luidkeels roept dat ze is overvallen. De weduwe kan een haarscherp signalement geven van de dader, en deze wordt door de politie herkend als Hans van Zon, de jonge vriend van haar voormalige geliefde Nol Rietbergen. Van Zon wordt nog dezelfde dag gearresteerd in zijn woning. Tijdens pittige verhoorsessies bekent hij aan de verbaasde rechercheurs dat hij ook verantwoordelijk is voor drie moorden.
Zoals op zijn voormalig minnares, de 37-jarige Coby van der Voort in april van dat jaar in Amsterdam. Hij zoekt haar op in haar huis op de Prinsengracht en bedrijft de liefde met haar. Nadat hij haar een slaapmiddel heeft gegeven, slaat hij haar met een loden pijp op het hoofd. Van Zon wist zijn sporen rustig uit en neemt nog wat spullen mee uit de woning. Om uit te sluiten dat ze nog leeft, steekt hij meermaals met een mes op haar in. De gestolen spullen neemt hij mee naar Nol Rietbergen, een crimineel op leeftijd die in Utrecht beter bekendstaat als ‘Ouwe Nol’. Ouwe Nol is een bekende misdadiger in de Domstad, een die zich vooral schuldig maakt aan heling. Met gestolen spullen kun je altijd bij hem terecht, die hij dan weer doorverkoopt. De oude boef heeft er een hekel aan om zelf vieze handen te maken en ziet in Hans een ideale handlanger, die de roofovervallen maar al te graag wil uitvoeren. In mei overvalt hij, na een tip van Ouwe Nol, de 80-jarige Jan Donse, die zijn eigen feestwinkel Cupido heeft in Utrecht. Hans doet zich bij de winkel voor als boekenverkoper. Met een loden pijp slaat hij de hersenpan van Donse in en gaat er vandoor met het geld. De buit wordt uiteraard gedeeld met Nol.
Samen met Ouwe Nol verkent Van Zon alvast de volgende locatie voor een roofoverval. Het slachtoffer moet Reijer de Bruin worden, een 47-jarige boer uit Heeswijk, vlakbij Montfoort. In augustus 1967 zoekt Van Zon de boer thuis op, waarbij hij zich voordoet als journalist. Hij wil graag wat foto’s maken van de boerderij. Na een interview aan de keukentafel slaat hij de hersens van de boer in met weer een loden pijp. De boer valt neer op de grond en blijft roerloos liggen. Wanneer Van Zon de boerderij wil verlaten, krijgt hij zonder aanleiding een woedeaanval en snijdt met een keukenmes in de nek en hals van de boer.
Weer wordt de buit gedeeld met Ouwe Nol. Na de roofoverval op de weduwe Woortmeijer, die hem uiteindelijk fataal wordt, vertelt Van Zon aan de politie dat hij de tips voor de roofovervallen kreeg van Ouwe Nol. De recherche linkt hem ook aan een flink aantal andere moorden, maar door het ontbreken van bewijs wordt Van Zon daar nooit voor veroordeeld. In maart 1969 wordt Van Zon in de Utrechtse rechtbank tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld, onder grote belangstelling van de nationale en internationale pers. Hans zijn raadgever, Ouwe Nol, wordt opgeroepen als getuige. Nol verdwijnt uiteindelijk ook achter de tralies, waar hij in 1982 overlijdt. Tijdens zijn detentie verblijft Van Zon in de Koepelgevangenis in Breda, de Psychiatrische Observatiekliniek in Utrecht (het latere Pieter Baan Centrum) en in de Van Mesdagkliniek in Groningen. In Utrecht leert hij Riet van den Brink kennen, die als begeleidster in de kliniek werkt. Ze krijgen een geheime verhouding en trouwen op 27 december 1974 in de observatiekliniek.
Hans onderhoudt tijdens zijn gevangenschap in de Van Mesdagkliniek goede banden met de professoren en leidinggevenden. Zo krijgt hij een luxueuze dubbele cel tot zijn beschikking en stookt daar stiekem jenever.
In 1986 wordt zijn gratieverzoek gehonoreerd en komt Van Zon op vrije voeten. Hij vestigt zich met zijn vrouw Riet in het Groningse plaatsje Wirdum. Het huwelijk houdt door de vele ruzies en het drankgebruik van Hans geen stand. Ze besluiten om te gaan scheiden en verhuizen naar het plaatsje
Spijk, vlakbij Delfzijl.
Ze betrekken ieder hun eigen woning, wel in hetzelfde flatgebouw.
Hans van Zon overlijdt op 11 mei 1998 als gevolg van overmatig en langdurig drankgebruik.
- Privécollectie Loes Leeman, Erik Koch