“Op 21 januari 2016 bij de Plus: diefstal van levensmiddelen. Op 23 januari 2016 bij Albert Heijn: diefstal van levensmiddelen. Op 26 januari 2016 bij Hoogvliet: diefstal van levensmiddelen. Op 7 juli 2016 bij Albert Heijn: diefstal van levensmiddelen. Op 8 juli 2016 bij de Prénatal: diefstal van kleding. Op 17 juli 2016 bij de Gall & Gall: diefstal van drank. Op 12 oktober 2016 bij Hornbach: diefstal van gereedschap. Op 15 oktober 2016 bij Coop: diefstal van wasmiddel. Op 23 oktober 2016 bij Albert Heijn: diefstal van tandpasta en wasmiddel. Op 2 november 2016 bij Albert Heijn: diefstal van tandpasta. Op 3 november 2016 bij Albert Heijn: diefstal van tandpasta. Op 4 november 2016 bij Albert Heijn: diefstal van tandpasta.”
“Dat was het?” vraagt de rechter aan de officier van justitie wanneer deze eindelijk klaar lijkt met het opdreunen van de tenlastelegging.
“Dat was het,” bevestigt de officier.
“Twaalf winkeldiefstallen in totaal.”
De rechter verplaatst zijn blik naar de magere, jonge man die voor hem zit. Robin (22) kijkt hem zwijgend aan. Hij is zojuist door twee leden van de parketpolitie op zijn stoel gezet. Sindsdien wippen zijn voeten, gestoken in smoezelige badstof sokken en afgetrapte badslippers, onophoudelijk op en neer. In zijn versleten spijkerbroek, verraderlijk dicht bij zijn kruis, zit een enorme winkelhaak.
“En momenteel bent u gedetineerd vanwege...?” informeert de rechter naar de bekende weg.
“Voor een winkeldiefstal,” zegt Robin.
Base-pijp aan de wilgen
Het gaat niet goed met hem, vertelt hij. Op jonge leeftijd raakte hij verslaafd aan basen, het roken van cocaïne, waar hij op zijn 15de (!) van wist af te kicken. Op de dag dat hij zijn base-pijp aan de wilgen hing, nam hij de joint ter hand. Blowen doet hij sindsdien dagelijks. Het helpt hem van de coke af te blijven, zegt hij. Sinds ruim een jaar is hij bovendien dakloos. Omdat hij geen postadres heeft, krijgt hij geen ID-kaart, omdat hij geen ID-kaart heeft, krijgt hij geen uitkering en omdat hij geen uitkering heeft, heeft hij geen geld. Hij steelt om in leven te blijven, niet om er rijker van te worden. Hij is geen crimineel, zegt hij.
Het is een verhaal dat haaks lijkt te staan op het feit dat hij afgelopen november nog drie dagen op rij betrapt werd op het stelen van tandpasta, maar gek genoeg wordt de vraag waarom iemand die steelt om in leven te blijven, zich specialiseert in het ontvreemden van tandpasta door niemand gesteld.
De weinig florissante staat van zijn gebit nog buiten beschouwing gelaten.
In plaats daarvan zijn rechter en officier meer geïnteresseerd in de vraag hoe het nu verder moet met Robin. Daarbij leunen ze zwaar op het rapport dat de reclassering over hem uitbracht. Hoewel eerder reclasseringscontact met hem herhaaldelijk mislukte, zouden zij graag zien dat hij nog een laatste kans kreeg.
De allerlaatste. Hij is jong, hij heeft veel tegenslag gekend, en hij lijkt dit keer écht gemotiveerd om toch nog iets van zijn leven te maken.
De rechter gunt hem die allerlaatste kans. Hij legt hem een taakstraf op van 120 uur, twee maanden voorwaardelijke celstraf en de cruciale meld- en behandelverplichting bij de reclassering. Ook dat laatste maakt officieel deel uit van de straf, al is het voor Robin niets anders dan een kans. Een strohalm die, gelet op de waslijst aan winkeldiefstallen, gerust een geschenk mag heten.
- Petra Urban