We hadden al zoveel mooie verhalen gehoord van collega’s over Iran dat het wel een mooi land móest zijn,” zegt Arnoud. “We wilden ernaar toe, maar eigenlijk worden overwegend heel dure georganiseerde reizen aangeboden en dat is onbereikbaar voor ons. Toen we een goedkope vlucht voorbij zagen komen voor de herfstvakantie, besloten we te gaan. We kregen via diezelfde collega’s contacten in Iran en werden toegelaten tot de Facebookgroep ‘See you in Iran’. Dat bleek een goudmijntje voor contacten en logeeradressen. Dan slaap je bij mensen thuis.
De gastheren en -vrouwen wilden daar natuurlijk wel wat geld voor, maar dat is ook niet meer dan normaal en het is een fractie van wat je betaalt voor een hotel. Je leert het land zo van binnenuit kennen. Er zitten ook veel medebackpackers in die groep waar we heel veel tips van kregen.”
Zaterdag: hoofddoek op
“We kwamen met 12 uur vertraging aan in Teheran,” zegt Arnoud. “Gelukkig stond de chauffeur die we via die Face-book-groep hadden leren kennen keurig bij het vliegveld op ons te wachten. Hij zou ons naar Qom brengen, waar hij ook nog de eerste nacht voor ons voorgeschoten had. Op het vliegveld kwamen er bij aankomst spontaan mensen naar ons toe, ze vonden het geweldig dat wij als westerlingen naar Iran kwamen. Ze spreken daar over het algemeen goed Engels en vinden het vreselijk dat ze vaak als terroristen afgeschilderd worden. Wij kregen ook steeds weer op ons hart gedrukt dat we de wereld moesten vertellen hoe het daar echt was. Ze zijn heel open en vriendelijk, heel bijzonder.
We hebben ons dan ook geen moment onveilig gevoeld in Iran. Ook de kinderen werden hartelijk ontvangen.”
Janine: “Zolang je je aan de lokale regels houdt is er niets aan de hand. Westerse mensen worden sowieso niet snel opgepakt, dat was wel een fijne gedachte. Je moet je wel bedekken als vrouw, daar keek ik wel een beetje tegenop, vooral het verplicht dragen van een hoofddoek en de kledingvoorschriften. Je moet je armen en benen bedekken en een blouse of jas tot over je billen dragen. Vooral dat ‘moeten’, daar ga ik tegenin. Daar krijg ik de kriebels van. Die hoofddoek ging me eerlijk gezegd steeds meer tegenstaan.”
Arnoud: “Ook al waren we maar een weekje in Iran, wij wilden alles zien, ook de beroemde Fatima Masumeh-schrijn (zie kader, red.), de pelgrimsplaats van Iran. Die was adembenemend mooi.”
Zondag: spelletjes doen
“Onze chauffeur bracht ons naar Kashan, waar we bij Mohammedreza bleven slapen. Hem hadden we via de Facebookgroep leren kennen. Hij had een dochter van 9 jaar, zij speelde veel met onze dochter Julia. Ondanks dat ze elkaar helemaal niet konden verstaan, hadden ze het toch erg leuk samen. We hadden expres spelletjes met alleen figuren meegenomen, zodat taal minder belangrijk was. Mohammedreza sprak gelukkig goed Engels en hij leidde ons rond in Kashan.”
Maandag: dunne matrasjes
“Amin haalde ons op om naar Esfahan te gaan waar we bij hem thuis logeerden,” zegt Arnoud. “Hem kenden we ook via die Facebook-groep. Op het vliegveld hadden we een speciale simkaart gekocht, want onze telefoon werkte anders niet in Iran. Dat soort dingen wisten we vooraf door onze connecties in de groep op Facebook. In Iran gebruiken ze ook geen Whatsapp, maar Telegram. Op die manier bleven we in contact met onze afspraken, voor het geval ergens iets uitliep. Bij Amin logeerden we in zijn huis waar ook zijn ouders woonden, die heel traditioneel waren. Zijn moeder hield continu haar hoofddoek op bijvoorbeeld. Dat is ook wel weer bijzonder om mee te maken. Amin was werkloos, daarom wilde hij graag betaald worden voor zijn diensten als gids en chauffeur. Daar maakten we goede afspraken over en dat was geen probleem. We bleven daar slapen op bedden met hele dunne matrasjes, wat daar blijkbaar heel gewoon is. Die matrassen waren ongeveer net zo dik als onze tuinstoelkussens. Toen we op stap waren en even ergens gingen zitten, vroegen de mensen al snel of we met hen op de foto wilden. Iedereen wilde met ons op de foto en vooral met de kinderen. Er ontstond gewoon een hele rij van mensen! We moeten daar wel beroemd zijn op Instagram, zoveel foto’s zijn er gemaakt en ze vroegen allemaal of ze het op Instagram mochten zetten. Echt bizar!”
Dinsdag: kleed kopen
Arnoud: “We bezochten de school van Anita, de dochter van Mohammedreza, dat was heel bijzonder. We moesten in de lerarenkamer komen, dat was voor mij wel heel gek. Het was een meisjesschool en de kinderen en Janine kregen een hand, maar ik niet. De conciërge en de directeur gaven mij juist wel een hand en Janine niet. De omgangsvormen zijn in Iran heel anders. Het is daar bijvoorbeeld niet de gewoonte om iets direct te accepteren. Ze hebben tarof; een gewoonte om iets wat je aangeboden krijgt eerst drie keer af te wijzen. Fascinerend! Je moet eerst zeggen Nou, ik weet het niet en daarna geef je steeds meer toe tot je het uiteindelijk na de derde keer aanbieden aanneemt. Maar je moet wel zeker van je zaak zijn. Toen iemand langskwam met hele lekkere chocolaatjes, zei ik heel beleefd Nee ik hoef niet, dank u, en toen liepen ze door, haha! Mijn dochter zag dat en ze vroeg Mag ik dan nu het chocolaatje wel meteen aannemen? Dat leek me prima.” Janine: “In Esfahan gingen we naar een bazaar, dat was prachtig mooi met allemaal handwerk dat te koop was en ook ter plekke gemaakt werd. Amin leidde ons daar rond en bracht ons naar een werkplaats achter de bazaar waar kleden werden gestempeld door drie broers.
We wilden wel een kleed kopen, maar voordat we daar ook maar over konden praten stonden ze erop dat we eerst met ze gingen eten. Er werden meteen extra ingrediënten geregeld.”
Woensdag: woestijndorpje
Arnoud: “Amin kende weer een archeoloog die in een woestijndorpje vlakbij restaureerde en waar we konden overnachten. Een prachtig plaatsje in de middle of nowhere uit stenen gehouwen. Het was 300 kilometer verderop... We werden daar opgepikt door een man die helemaal geen Engels sprak, maar wel de naam noemde van de vrouw die we moesten hebben, dus we namen aan dat dat wel goed was. Die man bracht ons naar het gehucht Ashin met vijf hutjes die gerestaureerd waren. Daar sliepen we en kregen we eten, zoals overal het geval was.”
Janine: “Het toilet was wel buiten de hut, toen mijn dochter om zes uur ’s ochtends naar het toilet moest, dacht ik dat we wel even in ons nachthemd konden, maar net toen kwam een geitenhoedster langs en reed ook een auto voorbij... Ik zat best even in de piepzak: mijn armen en benen waren niet bedekt.”
Benieuwd hoe de rest van de vakantie is verlopen? Lees het hele artikel in de nieuwste Panorama of op Blendle.
- Joke Heikens
- Unsplash