Het was niet te zien voor de voorzitter van het Gerechtshof, maar voor mij wel. Ik zat namelijk precies achter de verdachte en zijn advocaat. Vorige week was de eerste dag van het hoger beroep in de zaak tegen de verdachten van de raketaanslag op het gebouw van Panorama in 2018. Ik kwam een paar minuten eerder en pakte mijn pen en een opschrijfboekje om zaal 1 binnen te gaan. Tussen wat voor de deur drentelende advocaten stond in het midden een boomlange kerel.
Ik herkende hem, ook door zijn tatoeages, meteen als de eind-twintiger Mike van den B. Hij werd in eerste instantie veroordeeld voor drie jaar gevangenisstraf vanwege de beschieting van ons pand. Hij is de enige van de drie verdachten die nu al op vrije voeten is. Mike had in de rechtszaak een brief voorgelezen waarin hij zei dat hij spijt had en wenste de tijd terug te kunnen draaien. Ik was daar toen bij en liep nu op hem af, stelde me voor en vroeg of het een opluchting was om dat toen te zeggen. Nee, het was geen opluchting, maar voelde wel goed. “Want het is verschrikkelijk wat er is gebeurd,” voegde hij eraan toe. Ik vroeg of ie nog lid was van Caloh Wagoh. Dat was een beetje bluf van mijn kant, want juist van hém is nooit duidelijk geworden of ie nou wel of geen lid was van die motorclub. Hij zei dat hij geen lid was: “Nooit geweest ook en ik was het ook niet van plan.” Toen de deuren van de zaal werden geopend zei ik nog dat het raar zou zijn om daar nu nog lid van te willen worden. Lachend liepen we de rechtszaal binnen.
Lees ook Vico's column: kotsmisselijk van inbraak
Mike kreeg het erg zwaar te verduren. De voorzitter van het hof zaagde hem een uur lang door op niet mis te verstane wijze. Mike zei bijvoorbeeld dat hij niet zag wat er precies gebeurde omdat hij om de hoek van het gebouw op de uitkijk stond. “En waar moest u naar uitkijken?” vroeg de voorzitter. Mike zei of er iets of iemand aankwam. “En wat moest u dan doen?” Mike zei dat er niets was afgesproken over een teken of zo, hij moest alleen maar op de uitkijk staan. Dat vond de voorzitter maar vreemd: “De bereden politie kan er wel aankomen. En dan?” Mike moest alleen maar uitkijken.
De hele tijd wist Van den B. ook de priemende ogen van hoofdverdachte Richard Z. op zich gericht. Richard was de captain van het Caloh Wagoh-chapter Silencio in Woerden. Geheel volgens verwachting heeft hij bijna alleen maar gezwegen. Hij zag tot zijn afgrijzen hoe de welbespraakte Mike steeds meer moeite had om zijn hoofd koel te houden en soms een beetje verstrikt raakte in zijn antwoorden. Ook de advocaat van Mike keek soms een beetje naar rechts alsof hij wilde zeggen: “Hou nou op met praten!”
En toen kwam de vraag van de voorzitter hoe lang Mike de hoofdverdachte Richard Z. eigenlijk kende. Want was hij een vriend? Of een kennis? Niet zichtbaar voor het hof, maar wel voor mij stak de advocaat van Mike van den B. onder de tafel een vinger in de zij van zijn cliënt. Die antwoordde toen dat hij daar geen antwoord op kon geven. “Hoe is uw geheugen?” vroeg de voorzitter. Je zag de boomlange man in één uur steeds kleiner worden. Hij wilde het praten verder ook maar aan zijn advocaat overlaten.
Het is nog niet bekend wanneer de tweede zitting plaatsvindt.
- Redactie Panorama