Jij was nogal verbaasd over het feit dat er in het befaamde Outbreak Management Team (OMT) geen psycholoog was opgenomen. Waarom?
“Dat alles gericht is op het bestrijden van het virus is begrijpelijk, maar het was natuurlijk niet onverstandig geweest om alvast na te denken over de psychologische gevolgen van dat enorme pakket aan coronamaatregelen. Wat doet het bijvoorbeeld met een mens om voor langere tijd geen fysiek contact te hebben met anderen? Wat doet het met de leden van een gezin om maandenlang op elkaars lip te zitten? Wat doet het met je om te weten dat je vader of moeder op de intensive care ligt, maar dat je er niet naartoe kunt?
Wat doet dat met het rouwproces dat volgt? Nog zoiets: een vriendin van mij werkt in de uitvaartbranche. Die heeft de voorbije maanden heel wat coronaslachtoffers moeten begraven. Die lichamen zien er echt verschrikkelijk uit, vertelde ze mij. Het virus is een heel naar beest dat mensen echt opvreet. Die beelden veeg je niet even van je netvlies. In onze hoofden gaat deze periode veel meer impact hebben dan we nu beseffen. Talloze trauma’s waar we vroeg of laat toch echt iets mee moeten. Er komt voor psychologen een enorme berg werk aan.”
Wat was jouw advies aan Nederland geweest als je in het OMT had gezeten?
“Ten eerste: laat je niet bang maken. Ontspan. Corona is nieuw en daarom vinden we het eng. Als straks COVID-26 of COVID-87 de kop opsteekt, zullen mensen al veel minder angstig zijn, denk ik. Langdurige angst gaat gepaard met de aanmaak van stresshormonen, en stress is funest voor je afweersysteem. Wie dag in dag uit bang is om het virus op te lopen, vergroot dus eigenlijk het risico op besmetting. Ten tweede: blijf gezond. Dat hoor je mensen tegenwoordig te pas en te onpas tegen elkaar roepen – ‘Blijf gezond!’ - maar gezond blijven is natuurlijk wel iets anders dan thuisblijven en naar Netflix kijken met een zak chips en een fles wijn op tafel. Eet gezond, sport of beweeg regelmatig, dat soort dingen.”
Wat mis je zelf het meest?
“Het echte contact met mensen. Een hug, een schouderklopje, dat soort simpele dingen, maar ook het nonverbale. Als wij elkaar op straat zouden tegenkomen, dan zouden we een praatje maken, maar wat jij van onze ontmoeting vooral meeneemt is misschien: goh, wat zag die Bram er belabberd uit. Online kan er een hoop, maar dat soort contact is onvervangbaar. Zo’n gevoel krijg je niet via Facebook. Ik merk dat nu heel erg aan mijn dochter van 15. Die staat via haar telefoon 24 uur per dag in contact met al haar vriendinnen, maar toch wordt ze zo langzamerhand gillend gek. Die wil weer de stad in met haar vriendinnen. Mag niet.
Die wil weer sporten met haar cheerleadersclubje. Mag niet. Ze wil zelfs weer naar school. Kun je nagaan...”
Vind je het beleid van de overheid te ver gaan?
“Ik vind het niet zozeer te ver gaan, maar ik vind het vaak wel lukraak. Waarom mochten de basisscholen wel open, maar de middelbare scholen niet? Waarom mochten de kappers wel open, maar de sportscholen niet?
Dat is echt onzin. Er is geen enkel bewijs dat het één veiliger of onveiliger is dan het ander. Iedereen weet inmiddels wel dat we voorlopig nog niet van het virus af zijn. Laat gewoon wat meer over aan het gezonde verstand van mensen.
Ik had vanmorgen nog een cliënt tegenover me zitten met een heel heftig en emotioneel verhaal. Huilen, huilen, huilen. Wat moet ik dan?
Die vrouw vanaf anderhalve meter een doos tissues toewerpen? Hou op, hoor. Ik heb een hand op haar bovenbeen gelegd en haar getroost. Mag niet. Klopt, maar ik heb het wel gedaan. Gelukkig wel.”