Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Misdaadklassieker: Afgerekend met een vrije jongen

Remond P., de man die in 2012 is veroordeeld voor de moord op de Haagse vastgoedhandelaar Victor 't Hooft mag DNA-spoor opnieuw laten onderzoeken.

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png

Remond P., de man die in 2012 is veroordeeld voor de moord op de Haagse vastgoedhandelaar Victor 't Hooft, mag het dna-bewijsmateriaal uit zijn strafzaak opnieuw laten onderzoeken. Dat heeft de rechtbank in Den Haag 13 juli 2017 beslist. Een goede aanleiding om met de Panorama Misdaadklassieker-aflevering van deze week nog eens terug kunnen lezen hoe alles nou ook alweer zat.

Hoe Victor ’t Hooft voor de ogen van zijn vrouw werd geliquideerd

Afgerekend met een vrije jongen

November 2007 wordt de 47-jarige Haagse vastgoedmagnaat Victor ’t Hooft op het tuinpad van zijn woning in Den Haag doodgeschoten. In de kranten wordt hij omschreven als ‘buurman van Beatrix’, zijn tuin grenst inderdaad aan die van Huis ten Bosch, het woonpaleis van de koningin. Inmiddels is de schutter veroordeeld, maar naar de opdrachtgever blijft het gissen. Wie had het gemunt op deze vrije jongen?

Tekst Hendrik Jan Korterink 

"Een kantoorruimte van een paar vierkante meter onder het trapgat. Beneden was een keldertje, daar had je een kleine ruimte, daar zat hij dan. Hij had niet meer nodig. Er waren vier planken, twee kastjes en een tafel. Daar lagen al die bv’tjes. Een toilet was er niet. Als hij naar de wc moest, deed hij dat in een zakje, er ging een elastiekje omheen en hup, dat ging het bosje in.”

Zo herinnert ex-werknemer Nico van Empel zich het eerste kantoor van Victor ’t Hooft op de Laan van Nieuw Oost-Indië. ’t Hooft was begonnen als gevelreiniger, later werd hij huisjesmelker en dat legde hem geen windeieren. ’t Hooft was geknipt voor dit werk: een combinatie van Haagse bluf en meedogenloosheid. Dat laatste is waarschijnlijk zijn dood geworden: hij had zo veel vijanden gemaakt dat het lastig is de opdrachtgever voor de moord aan te wijzen.

Terug naar woensdagavond 7 november 2007. Het is maar 1300 meter van brasserie De Landbouw aan de Zijdeweg in Wassenaar naar de Bezuidenhoutseweg 450 in Den Haag. Het is een route die Victor ’t Hooft kent als zijn broekzak. Hij moet dit stukje honderden keren hebben gereden. Op deze woensdag voor het laatst. Hij is die middag om goed zes uur bij de brasserie, waar hij een kop koffie heeft gedronken, vertrokken. Zijn dochter Tatiana en schoonzoon Bart beheren deze zaak. Nu gaat hij op weg naar huis, waar vrouw Emmy van Dijk (45) op hem wacht. Ogenschijnlijk is er niet veel aan de hand. Ze hebben een harmonieus huwelijksleven. Ook met de zaken gaat het goed en van grote conflicten is bij de buitenwereld niet veel bekend. Dat er op deze donkere novemberavond in de struiken bij zijn huis iemand op hem staat te wachten die hem wil vermoorden, daarvan zal hij niet het geringste vermoeden hebben gehad, al wist hij wel dat hij veel vijanden had gemaakt.

Om kwart over zes ziet Emmy de Mercedes ML500 van haar man aankomen. De villa waar ze wonen oogt bescheiden, het is vooral de locatie die het hem doet: buren van Hare Majesteit, met park Marlot en draf- en renbaan Duinzigt als achtertuin. De Mercedes stopt, zoals gewoonlijk, na het passeren van het hek. Het pand is goed beveiligd. Er hangen camera’s en als het hek gesloten is, kom je niet zomaar binnen. Emmy verwacht dat de deur elke moment zal opengaan en dat Victor binnen zal komen. In plaats daarvan hoort ze hem schreeuwen: “Nee! Nee! Nee!” Ze loopt naar de voordeur en ziet Victor worstelen met een voor haar onbekende man. Ze rent er naartoe en probeert Victor te redden, ze gaat de onbekende man te lijf. De man schiet een aantal keren van dichtbij op Victor. Tijdens het gevecht verliest hij zijn masker, Emmy kijkt de man in het gezicht. Terwijl Victor dodelijk getroffen op de grond zakt, rent de man weg, hij waagt het niet Emmy – de enige getuige ­- neer te schieten.

Dna van moordenaar

Victor ’t Hooft was voornamelijk actief in Den Haag en in Zwitserland, waar hij in het kanton Grindelwald een bedrijf had. Zijn oma woonde daar. Op de dag van zijn dood was hij juist teruggekeerd uit Zwitserland, waar hij tien dagen was geweest. Een van de vragen waar de politie graag antwoord op wil: wist de moordenaar dat Victor die dag thuis zou komen, of was hij al veel vaker in de buurt geweest en was dit toevallig de eerste keer dat zijn prooi weer naar huis kwam? De tweede vraag: was het een huurmoordenaar die in opdracht een liquidatie uitvoerde, of iemand anders? Het merkwaardige is dat er sprake is geweest van een soort worsteling. Dat is in de liquidatiewereld zeer ongebruikelijk. Weliswaar schiet men graag van dichtbij, om geen enkel risico op een mislukking te lopen, maar toch altijd wel van een meter of 5 à 10. Lijfelijk contact is uiteraard taboe, al was het alleen al om de kans dna-sporen achter te laten.

Die dna-sporen zijn er. Enkele maanden na de moord wordt de dan 40-jarige, in Voorburg wonende maar van oorsprong Brabantse crimineel Remond P. opgepakt. Hij maakte vroeger deel uit van de beruchte Juliet-bende. Er is een overvloed aan dna-materiaal van hem op de plaats delict aangetroffen: op de jas van ’t Hooft, op het pistool en op de demper. Dat is mede te danken aan zijn chronische loopneus, als gevolg van cocaïnegebruik. In eerste instantie, bij de rechtbank, weet hij dankzij zijn advocaat Jan-Hein Kuijpers de dans nog te ontspringen. De advocaat voert aan dat het dna-materiaal kan zijn overgedragen op de vrouw van ’t Hooft door een niesbui van P. bij een benzinestation. Zij was daar zes minuten nadat Remond er had getankt. De rechtbank raakt hierdoor zo aan het twijfelen dat men tot een opzienbarende en verrassende uitspraak komt: vrijspraak. Uiteraard gaat het Openbaar Ministerie in beroep.

Als de zaak twee jaar later bij het gerechtshof wordt behandeld, heeft Remond P. voor alle zekerheid de kuierlatten genomen: hij is niet aanwezig. Hij voelt de bui al hangen en terecht: in hoger beroep wordt er korte metten gemaakt met de twijfels omtrent het dna en veroordeelt het hof hem klip en klaar. Omdat hij voortvluchtig is, zet men hem op de Nationale Opsporingslijst, met als vermelding dat hij ‘gewelddadig en vuurwapengevaarlijk’ is. Enige tijd later rijdt de politie hen klem op een snelweg in de buurt van Den Haag. Sindsdien zit hij vast.

In een slangenkuil

De uitvoering van de liquidatie was verre van professioneel. Remond P. is om 17.27 uur, 35 minuten voor de moord, vastgelegd door de bewakingscamera van het Texaco-benzinestation op 300 meter van de woning van ’t Hooft. Autodief Willem B. vertelt de recherche dat hij samen met Leslie S., een vriend van Remond, een motor heeft gestolen, in opdracht van Remond. Leslie had gezegd dat Remond de motor ‘voor heel erge dingen’ zou gaan gebruiken. Leslie wordt later veroordeeld wegens medeplichtigheid. Behalve het regelen van het vluchtvoertuig zou hij op de uitkijk hebben gestaan.

Het is duidelijk dat Remond P. en Leslie ‘slechts’ uitvoerders waren, zij kenden het doelwit niet. De vraag is natuurlijk: wie was de opdrachtgever? Een zakelijk conflict of een relatieprobleem als motief, veel meer mogelijkheden zijn er niet. Wat waren de zakelijke activiteiten van ’t Hooft op het moment van zijn overlijden? De belangrijkste bv was Vitatem. Een samenvoeging van de namen ‘Victor’, dochter ‘Tatiana’ en vrouw ‘Emmy’. Het Algemeen Dagblad van 14 december 2007 meldt dat ’t Hooft zich sinds mei 2006 als grootaandeelhouder niet meer bemoeide met de operationele zaken van zijn groep. Die werden sinds april 2007 uitgevoerd door Peter Paul Blackman. Pikant detail: na de dood van ’t Hooft krijgen weduwe Emmy en deze Peter Blackman een liefdesrelatie.

Het AD: ‘Bekenden melden allemaal dat de in Bezuidenhout geboren en getogen ’t Hooft een keiharde zakenman was die conflicten niet schuwde. “Zodra hij een café binnenkwam, ging er een siddering door alle aanwezigen die hem kenden of weleens van hem hadden gehoord,” weet een anonieme bron uit de zakelijke hoek. “Hij was er een meester in om mensen om zijn vinger te winden en wist alles van iedereen. Niemand stond boven Victor, ook zijn familie niet. En als het ergens misging, had hij een leger van mensen om zich heen. Een van hen stond bekend als ‘de adjudant’. Victor moest alles winnen, want hij kon niet tegen zijn verlies.”’

Het Algemeen Dagblad schrijft verder dat de als gevelreiniger begonnen ’t Hooft zijn startkapitaal vergaarde met backgammon en kaarten aan de Klaverjastafel in zijn stamcafé in de Bankastraat. In het artikel worden enkele vrienden opgevoerd die alleen iets positiefs te melden hebben over ’t Hooft, maar een oude zakenrelatie die alleen anoniem zijn visie wil geven, vertelt hoe ’t Hooft op Willem Endstra ging lijken: “Hij leende steeds meer contanten om het vervolgens te gebruiken voor 'omkoopgeld'. Het was in het begin een beschaafde ondernemer die langzamerhand in een slangenkuil terechtkwam.”

’t Hooft was geen aardige man, vindt ook ex-werknemer Nico van Empel. “Hij had op de Mient in Den Haag een portiekwoning verhuurd aan een vrouwtje met een klein kind, een zus van een crimineel. Ze was van haar vent af. Ze kon de woning huren voor 550 gulden per maand, maar dan mocht ze geen subsidie aanvragen, dat scheelde hem 200 gulden in de maand. Ze vroeg toch subsidie aan. Ik heb die Victor nog nooit zo kwaad gezien. Er groeide een boom tegen het pand. Die liet hij in de brand steken. Dat vrouwtje raakte wel in paniek, maar ze ging er niet uit. Gelukkig was er niets ernstigs gebeurd, maar het had ook heel anders af kunnen lopen. Toen zei Victor tegen mij: Jij neemt de woning erboven en je zorgt dat ze eruit gaat. Hier heb je 10.000 gulden. Ik ga daar kijken, zegt dat vrouwtje: Hallo, bent u de nieuwe bewoner? Ze stond met een klein kindje op de arm. Ik ben er twee maanden blijven wonen. Ik heb muziekboxen op de grond gezet en keihard dag en nacht muziek gedraaid. Ligt er een keurig briefje in de bus: ‘Hallo meneer, ik heb een klein kind, kan die muziek ’s nachts uit a.u.b.?’ Ik zeg tegen Victor: Ik zie hier niks in, ik stop ermee. Hij zegt: Dan ben je bij mij uitgewerkt, krijg ook maar de tyfus.”

Met een honkbalknuppel

Ook op ‘hoger niveau’ speelden er verschillende conflicten. Zo was er in maart 2004 een bom ontploft bij het pand van Westerhouse Makelaars, dat de samenwerking met ’t Hooft had verbroken omdat de makelaar bij nader inzien ‘geen goed gevoel had’ bij de naam van ’t Hooft. Een ander hooglopend conflict was er met Roger Vermeulen, de directeur van Vitatem, die door ’t Hooft in april 2006 de laan was uit gestuurd. De mannen deelden een lang, zakelijk verleden en kenden elkaar ook van de goktafels. Wat precies de reden was voor het ontslag is niet helemaal helder, wel is duidelijk dat ’t Hooft een fikse claim neerlegde bij Vermeulen, die daarop zwaar gefrustreerd raakte en bedreigingen uitte aan het adres van ’t Hooft.

Hetzelfde gebeurde min of meer met Jack van Veen uit Voorburg. Ook een ‘oude soulmate’ uit de goktijd met wie een ernstig conflict rees. Hij wordt in april 2008 zelfs enkele dagen aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de liquidatie van zijn vroegere vriend. Ook hij dreigt na samenwerking met ’t Hooft ten onder te gaan. In maart 2011, op de dag dat hij een oproep krijgt in verband met het door ‘de erven ’t Hooft’ aangevraagde faillissement, gaat hij ’s avonds helemaal door het lint. In een dronken bui slaat hij met een honkbalknuppel de ruiten in bij de woning van Emmy van Dijk, waar op dat moment in elk geval Peter Blackman aanwezig is. Of Emmy daar dan ook is, is niet helemaal duidelijk. Op het politiebureau roept Van Veen nog dat hij Blackman wilde vermoorden, maar omdat er in feite weinig meer is gebeurd dan het aanrichten van wat materiële schade, wordt hij al snel vrijgelaten. Justitie beschouwt hem niet als verdachte van de moord: voor de dagen dat hij vastzat, heeft hij zelfs een schadevergoeding ontvangen.

Anno 2012 lijkt het stil geworden rond de moord op ’t Hooft, maar achter de schermen is het nog lang niet rustig. Er zijn sterke vermoedens wie de opdrachtgever is geweest. Het motief zou te maken kunnen hebben met rancune op de werkvloer. Maar het is zoals met bijna alle liquidaties: het ontbreekt aan wettig en overtuigend bewijs.

DE HAAGSE PENOZE

In april 2010 doet Nico van Empel van zich spreken als hij zijn oude jeugdvriend Koos H. met een verborgen camera bezoekt in de gevangenis in Vught. De Haagse nachtportier is tot levenslang veroordeeld voor drie kindermoorden, maar vermoedelijk heeft hij er veel meer gepleegd. In samenwerking met Peter R. de Vries probeert Van Empel hem zijn geheimen te ontfutselen. Deze week verschijnt het boek Haagse penoze van misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink, waarin Van Empel niet alleen vertelt over zijn contacten met Koos en diens familie, maar ook met tal van andere ‘vrije jongens’ uit het criminele milieu.

Nico leverde met zijn bv 'Whosa' (We hebben overal schijt aan) boten voor de drugstransporten van mannen als Piet S. en Marco Eijk. Er blijken heel wat lijnen te lopen tussen de grote drugsbaronnen van Den Haag, Amsterdam (Klaas Bruinsma) en het zuiden (Peter van Dijk). Nico maakte van dichtbij de beruchte bingomoorden mee, waarvan Willem Scheffer en John Bestebreurtje het slachtoffer werden. Hij vertelt over de liquidaties in het Haagse criminele milieu, maar ook over de wereld achter de schermen van de prostitutie. Veel van zijn met oplichterspraktijken verdiende geld sloeg hij stuk in de hoerenbuurten en de sexclubs.

Sinds 2000 is hij aan het rentenieren in Thailand. In 2011 haalde zijn Haagse verleden hem even weer in. Nico: “In 2002 ben ik veroordeeld tot 240 uur dienstverlening voor zwartwerken voor Victor ’t Hooft, Jack van Veen en andere makelaars. Ik had toen een UWV-uitkering. Ik heb dat niet afgewacht, maar was al vertrokken naar Thailand. Ik had mijn advocaat opdracht gegeven in hoger beroep te gaan, maar die is dat vergeten.” Dat was geen probleem, totdat in 2011 een verandering in de wet werd doorgevoerd: als hij de oude straf niet uitzat, werd zijn uitkering geblokkeerd. Daarom keerde Nico in september 2011 terug naar Nederland en zat hij de vier maanden uit in de gevangenis in Alphen aan den Rijn. In januari 2012 ging hij terug naar Thailand.

NOOT

Haagse penoze. Door Hendrik Jan Korterink. Uitgeverij Just Publishers. In de boekhandel en via bol.com