Inmiddels zit je zo’n drie maanden thuis. Hoe is dat?
“Dat is wel grappig, die vraag krijg ik de laatste tijd wel vaker. Zo van: kun je de dagen een beetje doorkomen? Ik moet je eerlijk zeggen, ik heb het voetbal nog geen minuut gemist.”
Wat doe je nu dan zoal?
“Oh, van alles. Zo ben ik veel rondom het huis bezig en help ik mijn zoons met hun huiswerk. Voor een ander klinkt dat misschien heel gewoon, maar voor iemand die vaak weg was, zoals ik, is dat toch wel iets anders. Verder krijg ik veel aanvragen voor tv-werk, zoals voor Sky Sports. Dat is heel leuk. Zo blijf ik met allerlei dingen bezig.”
En als je thuis zit, denk je dan ook nog weleens terug aan jouw periode bij Feyenoord?
“Natuurlijk, en dan vooral hoe het gegaan is.”
Wat overheerst dan?
“Toch wel een gevoel van teleurstelling. Dat het toch wel heel erg jammer is dat het op deze manier gelopen is.”
Heb je het ook het gevoel dat je jezelf iets kan verwijten?
“Nee, niet echt. Ik vind dat ik er alles aan heb gedaan om het te laten slagen. Maar goed, uiteindelijk is er maar één die er op wordt afgerekend. En dat is de hoofdtrainer. Dat is bekrompen, maar dat is nu eenmaal de voetbalwereld.”
Klopt het dat je al eerder had willen stoppen?
“Dat is wel even door mijn hoofd gegaan, ja. Want toen eerst technisch directeur Martin van Geel en later algemeen directeur Jan de Jong aangaven dat ze vertrokken, konden bepaalde afspraken ineens niet meer worden nagekomen. Dan denk je wel: moet ik eigenlijk nog wel blijven? Want dat was natuurlijk niet de meest ideale situatie.”
En dan ben je thuis zeker ook niet meer de gezelligste.
“Nee, dat gaat inderdaad ten koste van je gezinsleven. Dan wordt er tijdens het eten wat tegen je gezegd, maar dat krijg je dan totaal niet mee omdat je met je kop ergens anders zit.”
Toch bleef je aanvankelijk nog wel bij Feyenoord.
“Ja, want het is natuurlijk niet zo dat ik meteen vertrek als het niet loopt. Dan probeer je dat echt nog wel om te draaien. Want dat is juist het mooie van het trainersvak: dat je iets kan opbouwen. Maar ja, op den duur ontkom je er niet aan, ook omdat het niet lukte om mijn voetbalvisie – agressief druk zetten – erin te krijgen. Mijn manier van denken, de manier van uitvoeren, het bleek niet altijd makkelijk voor iedereen.”
Was de kansloze 4-0 nederlaag tegen Ajax, eind oktober in de Arena, de druppel?
“Nee, zo’n beslissing neem je niet van de één op andere dag. Het speelde daarvoor ook al.”
Was de leiding van Feyenoord verrast toen je vertelde dat je er klaar mee was?
“Ja, maar ze wisten ongeveer wel wat er speelde.”
Feyenoord had nog wel het volste vertrouwen in je.
“Ja, ze gaven meteen aan dat ze me liever niet kwijt wilden. Ook omdat ze juist tevreden waren over mijn werkwijze, mijn filosofie en mijn manier van trainen. Maar ja, als je niet iets kunt opbouwen zoals je dat voor ogen hebt, tsja, dan hoeft het voor mij niet meer. Zo simpel is dat.”
Is dat typisch Jaap Stam?
“Ja, als ik het gevoel heb dat ik er als trainer niet meer uit kan halen, is afscheid nemen het beste. Ik laat het dier niet doodbloeden. Dan stop ik liever. Dan kun je wel blijven zitten en wachten tot ze jou een schop geven, maar zo zit ik gewoon niet in elkaar. Dan houd ik liever zelf de regie in handen.”
Lees het in Panorama!
Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele interview met Jaap Stam van Vincent de Vries lezen? Bestel Panorama dan HIER of haal 'm in de winkel.