Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

De Sjonnies: geen feliz navidad maar: m'n fiets is gejat

In de serie ‘Herinnert u zich deze nog, nog, nog?’ blikt Panorama terug op het succes van vergeten artiesten. Deel 12 (slot): De Sjonnies, de moeilijkst te interviewen band van Nederland.

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png

Of je nou ladderzat voorop gaat in de polonaise of krijsend met je vingers in je oren het café uitrent wanneer een nummer van De Sjonnies uit de boxen knalt: één ding zul je moeten toegeven. Een fingerspitzengefühl voor het maken van carnavalskrakers kun je De Sjonnies niet ontzeggen, zeker halverwege de jaren 90 en 2000 niet.

Wat te denken van hun cover van de Spaanse kersthit Feliz Navidad? De Sjonnies zingen hem nét iets anders. Geen Feliz Navidad, maar M’n Fiets Is Gejat. Gevolgd door: “Oh, wat een vervelend gevoel is dat.” Moeilijk te onthouden is de tekst in ieder geval niet. Een andere onvervalste klassieker is natuurlijk Japapapapapapapapa padapapapa padapapadapadapa. Maar dé hit waar iedereen De Sjonnies van kent, is ongetwijfeld Dans Je De Hele Nacht Met Mij. Het is vooral aan dit nummer te danken dat de wereld heeft kennisgemaakt met Ronnie, Friso en Konstantijn Ruysdael.

Acht ringen en vier horloges

Maar wie zijn die gasten nou eigenlijk die zich ieder optreden in foute jaren 90-kleding hijsen? In 2012 heb ik als verslaggever van Panorama een interview met Ronnie Ruysdael, die vier jaar daarvoor uit de groep is gestapt om zich op zijn solocarrière te richten. Sindsdien timmert hij aan de weg met nummers als Hé, Lieve Schat, Hebbie Een Gaatje?

Ronnie is zogenaamd de vader van Friso en Konstantijn. Zogenaamd, want hij speelt natuurlijk een typetje. Op de vraag of hij in het dagelijks leven net als tijdens het interview acht ringen, vier horloges en twee levensgrote opplakbakkebaarden draagt, wil hij die dag geen antwoord geven. Hij geeft alleen interviews als Ronnie, niet als zichzelf. Het was best interessant geweest om hem te vragen of hij thuis ook in een goudglimmend kostuum op de bank zit, maar dat kon dus niet. Ik heb anderhalf uur tegenover een verklede, volwassen man gezeten die halsstarrig volhield dat hij Ronnie Ruysdael heette terwijl hij dondersgoed wist dat ík wist dat er Jan Rabbers in zijn paspoort staat.

Het enige wat hij van zichzelf bloot durfde te geven, was het volgende: “Je hebt cabaretiers die van de slappe lach zijn, maar ik ben meer van de onderdrukte glimlach. Als je mijn videoclips bekijkt, lig je niet dubbel, maar je vindt ze wel grappig. Bijvoorbeeld als ik achter een naaimachine zit met zo’n muziekje op van: Naaien, dat vind ik zo jn. Naaien kan zo lekker zijn. Eigenlijk slaat het nergens op, maar ik vind het om te lachen.” 

Dit is een voorstukje uit ons blad. Wil je het hele artikel over de Sjonnies lezen? Bestel Panorama dan hier, of lees het op Blendle.