Geflipte bajesklant met duizenden Facebook-fans
De dader: Raoul Moat, een doorgedraaide bajesklant
De locatie: Newcastle, Engeland
De details: zeven dagen op de vlucht, één dodelijk slachtoffer en een compleet mediacircus
In de zomer van 2010 waant heel Engeland zich in een levensechte thriller. In een van de grootste manhunts aller tijden jagen een politiemacht van 160 special armed forces, tien gepantserde voertuigen en zelfs een Tornado GR4-straaljager op één enkele man: Raoul Moat. Deze losgeslagen killer was eerder dat jaar veroordeeld en vastgezet voor het molesteren van zijn 9-jarige neefje. Vier maanden verbleef Moat achter de tralies. In die tijd voelde de aan steroïden verslaafde bodybuilder geen spijt of berouw, maar juist een groeiende haat jegens de politie. “‘Zojuist uit de gevangenis gekomen en nu ben ik alles kwijt,” schrijft Moat op 1 juli 2010 op zijn Facebook. “Mijn bedrijf, mijn bezittingen en, als klap op de vuurpijl, ook mijn meisje, dat er met een andere gozer vandoor is gegaan. Wait and see what happens.”
Het blijft niet bij dreigende woorden, zo blijkt twee dagen later al. Moat rijdt door het slaperige plaatsje Birtley en stopt bij de woning van zijn ex-vriendin, Samantha Stobbart. Daar verstopt hij zich onder een van de ramen. Als Stobbarts nieuwe vriend, de 29-jarige Chris Brown, geroezemoes hoort en naar buiten loopt, schiet Moat met een afgezaagde shotgun hem tweemaal in zijn borstkas. Terwijl Brown zijn laatste adem uitblaast, herlaadt Moat zijn wapen en vuurt hij, door het raam, in de arm en buik van zijn 22-jarige ex-vriendin. Stobbart raakt zwaargewond, maar overleeft.
Aangekondige aanslag
Raoul Moat slaat op de vlucht en wordt vrijwel direct op zijn hielen gezeten door een gigantische politiemacht. In de eerste 24 uur weet niemand waar de geflipte bajesklant zich bevindt. Dan komt er een telefoontje binnen bij de Northumbria Police. Het is Moat, met wederom een dreigende boodschap. “Ik ga een van jullie politieagenten vermoorden.” Twaalf minuten later verschijnt de killer naast de auto van de 37-jarige politieagent David Rathband, die even van zijn pauze geniet op een rotonde in Newcastle. Moat schiet hem twee keer in zijn hoofd en slaat wederom op de vlucht. Een uur later belt de dader weer naar de politie. “Zie je wel? Ik zei toch dat ik het zou doen. Jullie nemen mij niet serieus genoeg.” Rathband overleeft de aanslag, maar zal nooit meer kunnen zien. Anderhalf jaar later verhangt de vader van drie kinderen zichzelf na een slepende depressie.
De klopjacht op Raoul Moat houdt Groot-Brittannië een volle week in haar greep. Op de derde dag vindt de politie een brief van 49 velletjes, waarin Moat schrijft: “De gemeenschap hoeft niet bang voor mij te zijn, maar de politie wel. Ik zal niet stoppen totdat ik dood ben.”
Ziekelijk
De tabloids smullen ervan. Net als veel Britten die in Moat geen losgeslagen moordenaar zien, maar juist een zielig slachtoffer. Hij was immers in de steek gelaten door zijn ex-vrouw en altijd slecht behandeld door agenten. Natuurlijk neemt hij nu het recht in eigen hand. Op Facebook krijgt een groep genaamd ‘Raoul Moat You Legend’ tienduizenden steunbetuigingen. “Legendes zijn mensen over wie veel wordt gesproken en over Raoul wordt veel gesproken, dus ja, voor ons is hij een legende,” aldus de toelichting van de oprichter van de Facebook-groep tegen de BBC. Zelfs Paul Gascoigne, de afgegleden oud-voetballer, bemoeit zich er tegenaan. Hij wil ‘zijn vriend’ Moat helpen met ‘een blik bier, wat kip en iets om hem warm te houden.’ Nabestaanden van Samantha Stobbart noemen deze sympathie ‘ziekelijk’ en ‘onbegrijpelijk.’
In de vroege ochtend van 10 juli, zes dagen na de moord op Chris Brown, lokaliseren politieagenten Raoul Moat bij een riviertje, net buiten het idyllische plaatsje Rothbury. Na een stand-off van zes zenuwslopende uren schiet de 37-jarige dader zichzelf door het hoofd, met dezelfde shotgun die gebruikt werd om Chris Brown te doden. Moat laat drie kinderen achter. De klopjacht kreeg vorig jaar een gedramatiseerde televisieversie, in de Britse miniserie The Hunt for Raoul Moat.
Vijftig families bedreigd
De dader: Christopher Dorner, een geflipte ex-politieagent
De locatie: Los Angeles, VS
De details: een 9-daagse killing spree, vier doden en een epische climax
Voordat Christopher Dorner in 2008 wordt ontslagen bij de Los Angeles Police Department, stond hij bekend als een steengoede politieagent, een sportieve kerel, een warme familieman en een gerespecteerd oorlogsveteraan. The total package, dus. Toch gaat het mis, als diezelfde Christopher Dorner zonder pardon op straat wordt gezet. De reden daarvoor: Dorner zou valse verklaringen hebben afgelegd omtrent een collega.
Het besluit doet iets knappen in de Afro-Amerikaanse Dorner, die dan al jarenlang worstelt met het diepgewortelde racisme binnen zijn eigen politiekorps. Vijf jaar na zijn ontslag staat de zwaarbewapende oud-agent ineens op de stoep bij Monica Quan, de 28-jarige dochter van de man die Dorner vertegenwoordigde tijdens diens ontslag in 2008. Dorner schiet zowel Quan als haar 27-jarige verloofde Keith Lawrence morsdood.
“Natuurlijk weet hij wat hij doet,” waarschuwt Charlie Beck, het hoofd van de LAPD, in de krant. “Wij hebben hem getraind.”
Politiebescherming
Een dag later publiceert de gevallen diender een hele lap tekst op zijn Facebook-pagina. De titel: Last Resort (laatste redmiddel, red.). De rode draad: “Bij deze verklaar ik de oorlog aan de LAPD, hun families en hun medewerkers, totdat de afdeling publiekelijk toegeeft dat zij mij ontsloegen als vergelding voor het melden van buitensporig geweld.” Over zijn eerste moord, op Monica Quan en Keith Lawrence, schrijft hij: “Ik heb nooit de kans gehad om een eigen gezin te stichten,” richt Dorner zich in zijn manifest tot Quan. “Nu beëindig ik dat van jullie.” Wat volgt is een negendaagse killing spree van een doorgeslagen en onvoorspelbare ex-militair, getraind in talloze gevechtstechnieken en uiterst kundig met grote vuurwapens. “Natuurlijk weet hij wat hij doet,” waarschuwt Charlie Beck, het hoofd van de LAPD, in de krant. “Wij hebben hem getraind.”
De vijftig families die Dorner in zijn manifest noemt, krijgen direct politiebescherming. Dat blijkt nodig ook, want op 7 februari 2013, vier dagen na de moord op Quan en Lawrence, duikt Dorner alweer op in de stad Corona, dichtbij de woning van één van die bedreigde families. De oplettende politieagenten spotten de auto van Dorner en zetten de achtervolging in. Tevergeefs, want de voortvluchtige ontsnapt en laat daarbij een zwaargewonde politieagent achter. Twintig minuten later slaat Dorner alweer toe, ditmaal in de stad Riverside. Daar opent Dorner het vuur op twee agenten in een politieauto voor een rood stoplicht. De 34-jarige Michael Crain, vader van twee kinderen, overlijdt, de andere agent raakt zwaargewond.
Berghut
De LAPD besluit daarop een beloning van 1,2 miljoen dollar uit te loven voor de gouden tip die kan leiden tot de arrestatie van Dorner. In de dagen die volgen worden bosgebieden uitgekamd, hotelkamers bestormd en passagiersauto’s onder vuur genomen, maar niets leidt tot de vondst van de gevaarlijkste man van Amerika. Pas op 12 februari, na een 9-daagse manhunt, wordt de uitgebrande Nissan-wagen van Dorner gespot in het skigebied van Big Bear Lake, op zo’n 130 kilometer ten oosten van Los Angeles. Honderden agenten trekken naar de hut die hun oud-collega als laatste halte heeft ingenomen. Dorner opent als eerste het vuur en weet rechercheur Jeremiah MacKay dodelijk te treffen. Zijn dodental staat daarmee op vier. Met traangas, sloopvoertuigen en burners krijgt de politiemacht Dorner dan eindelijk op zijn knieën. De laatste afgevuurde kogel is afkomstig van de voortvluchtige zelf, die zijn eigen leven beëindigt met een schot door zijn hoofd.
Het lijkt wel een akelige B-film
De daders: een moord-duo dat elkaar niet kent
De locatie: Nottinghamshire, Engeland
De details: twee killers in hetzelfde bos & de grootste klopjacht in de Britse geschiedenis
Toen de Britse killer Terence Rodgers twintig jaar geleden richting de bossen van Nottinghamshire vluchtte, hield hij rekening met allerlei scenario’s, maar niet met de mogelijkheid dat er zich, precies op datzelfde moment, een tweede moordenaar in die bossen ophield. Want: hoe groot is de kans op zoiets? Het bizarre maar waargebeurde verhaal van de grootste klopjacht op het Engelse platteland ooit begint in het voorjaar van 2004. Terence Ian Rodgers, een 53-jarige beveiliger uit Derbyshire, wordt na de zoveelste ruzie door zijn vrouw Anne op straat gezet.
De eerste nachten slaapt hij op straat, maar dan neemt dochter Chanel hem in huis. Daar lijkt Rodgers rust te vinden. Op de bruiloft van Chanel straalt hij als trotse vader. Maar zeven weken later knapt er alsnog iets. In een opwelling schiet Rodgers zijn 23-jarige dochter aan flarden met een jachtgeweer: twee keer in haar hoofd en twee keer in haar buik. Niet veel later vinden politieagenten zijn Peugeot 106 aan de rand van het plaatsje Hucknall. Rodgers is hoogstwaarschijnlijk gevlucht naar de nabijgelegen bossen van Annesley, redeneert de lokale politie. Het toeval wil dat in precies diezelfde bossen, in precies dezelfde week, de hoofdverdachte van een andere moordzaak zich schuilhoudt. Twee moordenaars in één bos, zonder dat zij van elkaar weten, het zou zomaar de slogan van een B-film kunnen zijn.
Kruisboog
Robert Boyer, een 42-jarige mijnwerker, bevindt zich op dat moment al enkele dagen in de Annesley Woods. Op 19 juli 2004 was hij volledig door het lint gegaan na een avondje stevig doordrinken in zijn lokale pub. Boyer, die een lang cv van geestelijke gezondheidsproblemen bezit, zag in zijn collega Keith Frogson ‘een bedreiging.’ Zijn oplossing: hem doden met een kruisboog. Nadat Boyer zijn ex-collega neerschoot, hakte hij op hem in met een samoeraizwaard, een wapen dat hij online had bemachtigd voor 150 pond. Twee weken daarna stak hij het huis van Frogson in brand, terwijl diens dochter op de bank televisie keek. Het meisje overleefde het, Boyer vluchtte naar de bossen.
De gezamenlijke klopjacht op Boyer en Rodgers krijgt de naam Operation Rendition. Wekenlang speuren 450 politieagenten, gespecialiseerde hondenteams en helikopters in een gebied van 1500 hectare naar het onafhankelijke murder-duo. De eerste die wordt gevonden is Robert Boyer. Op 15 augustus 2004 treffen agenten zijn gecamoufleerde schuilplaats aan. Even later wordt de crossbow killer uitgeschakeld met een stroomstootwapen.
Vrij als een vogel
Een dag later vindt de politie, iets verderop, ook de geïmproviseerde blokhut van Terry Rodgers. Na zeventien dagen op de vlucht te zijn geweest, wordt ook hij ingerekend. In de rechtszaal bekent hij ‘doodslag onder verminderde verantwoordelijkheid’ op zijn dochter. De aanklagers gaan daar niet in mee en vervolgen Rodgers voor moord. Zover laat de laffe moordenaar het niet komen. Op 25 februari 2006, een week vóór zijn hoorzitting, sterft Rodgers op de ziekenboeg van zijn gevangenis. De oorzaak: “Een bronchiale longontsteking als gevolg van een langdurige weigering van voedsel.” Op een achtergelaten briefje in zijn cel schreef hij: “Mijn bedoeling is om bij mijn dochter te zijn.”
Zijn ex-vrouw Anne hoopt dat hij ergens anders belandt: “Hij heeft iedereen bedrogen. Hij heeft de lafaard-uitweg gekozen en ik hoop dat hij wegrot in de hel.” En Robert Boyer? Die kreeg voor zijn kruisboog- en samoeraizwaardmoord en brandstichting niet meer dan een psychiatrische opname voor onbepaalde tijd. Boyer is inmiddels 60 jaar en zo vrij als een vogel, zij het onder psychiatrisch toezicht.
Tegen socialisme en abortus
De dader: Eric Rudolph, een gefrustreerde ex-militair
De locatie: Atlanta en de Appalachen, VS
De details: vier bomaanslagen, vijf jaar op de vlucht en één cruciale blunder
Op de avond van 27 juli 1996 vindt er in het Centennial Olympic Park in Atlanta een concert plaats ter ere van de Olympische Spelen. Duizenden mensen zingen mee met de soul-liedjes van Jack Mack and the Heart Attack. Even na middernacht plaatst Eric Rudolph, een gefrustreerde ex-militair, een verdacht pakketje naast een van de geluidstorens, pal naast het podium. Het ding ontploft en veroorzaakt een ongekende, bloederige chaos. 111 mensen raken zwaargewond; een 44-jarige moeder, die met haar dochter stond te dansen, krijgt een metselwerkspijker van 8 cm door haar schedel en sterft ter plekke. President Bill Clinton spreekt van een ‘evil act of terror’, maar laat de Spelen gewoon doorgaan. De mensen willen toch vermaakt worden.
In hun zoektocht naar de dader tast de FBI in het duister. Totdat Eric Rudolph weer toeslaat. Op 16 januari 1997, vijf maanden na de bomaanslag in Atlanta, pleegt hij een soortgelijke aanslag op een abortuskliniek. En een maand later op een bar voor lesbische vrouwen in Atlanta, waar vijf bezoekers gewond raken. Weer komt Rudolph ermee weg. Op 29 januari 1998 is het weer raak. De serial bomber slaat toe bij opnieuw een abortuskliniek, ditmaal in Birmingham, Alabama. Daarbij maakt Rudolph een tweede dodelijke slachtoffer, de 35-jarige politieagent Robert Sanderson. In een toekomstige verklaring zou Rudolph zijn motief omschrijven als ‘een verzet tegen de idealen van het mondiale socialisme’ en tegen ‘abortus op aanvraag.’
Salamander-dieet
Vijf jaar lang prijkt de naam van Eric Rudolph in de hoogste regionen van de FBI-lijst Ten Most Wanted Fugitives. Pas na zijn vierde bomaanslag, in Birmingham, komen de autoriteiten hem op het spoor en openen zij een massale klopjacht. Armed & extremely dangerous, zo omschrijft de FBI de man waarvoor nu een miljoen dollar wordt uitgeloofd. Maar in de wildernis van de Appalachen, een uitgestrekt natuurgebied in het oosten van Amerika, blijkt Rudolph onvindbaar. Talloze zoekacties van zowel politieteams als amateurspeurders met dollartekens in hun ogen lopen uit op niets. Als getraind buitenmens overleeft de aanslagpleger door salamanders te vangen en op te eten, groenten uit tuinen te stelen, graan uit graansilo’s te pikken en de sporadische afvalcontainer te plunderen. In 2003 gaat de FBI er al vanuit dat Eric Rudolph dood is, of zich op een onbewoond eiland bevindt, als de beruchte crimineel ineens opduikt achter een Save-A-Lot-supermarktje in Colorado, op zoek naar bruikbare spullen in een afvalcontainer. Als de jonge politieagent Jeffrey Postell hem in de boeien wil slaan, verzet Rudolph zich niet. Hij draagt op dat moment een camouflagejasje, nieuwe sneakers en heeft een getrimd snorretje.
Betonnen isoleercel
Twee jaar later wordt de Olympic Park Bomber veroordeeld tot twee keer levenslang. In zijn rechtbankverklaring zegt Rudolph zelf: “Terwijl ik een leven lang naar een gevangeniscel ga, weet ik dat ik een goed gevecht heb gestreden, mijn lessen heb geleerd en mijn geloof heb behouden.” Diezelfde dag wordt hij naar de federale gevangenis ADX Florence Supermax gestuurd. Hij is inmiddels 58 jaar en spendeert steevast 23 uur per dag in zijn betonnen isoleercel van 7,4 vierkante meter.
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP e.a.