Van het lezen van de reconstructie in De Telegraaf over de verschrikkelijke gebeurtenissen op de koude winterdag gaan je nekharen recht overeind staan. Het slachtoffer moet door een hel zijn gegaan. “Ik dacht dat ze mij zouden vermoorden.”
Op die bewuste dag loopt de vrouw samen met een vriend naar buiten bij metrostation Voorschoterlaan in Rotterdam-Kralingen. De vriend krijgt ruzie met een groep van vijf of zes jonge mannen over geld en loopt weg. De vrouw probeert de ruzie op te lossen en loopt met de groep mannen mee naar de Paulus Potterstraat. Daar wordt ze door een van hen verkracht, terwijl de anderen toekijken. Daarna wordt ze meegenomen naar het verderop gelegen Park Rozenburg waar ze opnieuw wordt verkracht. Deze keer door niet één, maar meerdere mannen.
Twintig jaar later is het nog altijd onbekend wie de daders zijn geweest. “De onderste steen moet boven komen. We weten dat er mensen rondlopen die ons meer kunnen vertellen over wie er achter deze verkrachting zitten,” aldus een woordvoerder van de politie tegen De Telegraaf.
De politie doet een beroep op het geweten van de mannen die er die avond bij waren maar haar niet hebben verkracht. “Zij weten wat er is gebeurd en wie wat deed. Misschien waren ze het er die avond zelfs al helemaal niet mee eens met wat er gebeurde. Mogelijk is die vriendschap van toen nu verwaterd en maakt dat het makkelijker om nu je hart te luchten,” zo hoopt de politie.
- NL Beeld