SPORTCOLUMN: Lachen om paralympiërs móét juist
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: paralympiërs.
Micha Jacobs
Humor komt in vele gradaties, dat bleek vorige week maar weer. Zo moest ik erg lachen om de Feyenoorder die andere Feyenoorders opriep om burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb een bedankmailtje te sturen wegens het schrappen van de Klassieker afgelopen zondag. In de staat waarin Feyenoord na alle transferperikelen verkeert, zouden de Rotterdammers het namelijk verdomd lastig hebben gehad tegen een gereanimeerd Ajax dat opeens bloed ruikt. Een pijnlijke, schurende waarheid waar goede humor juist in gedijt. Wout Weghorst naar Ajax, dat vond ik ook satire van de bovenste plank (want stond hij eerder deze transferzomer niet huilend aan de poorten van de Grolsch Veste?).
Niet veel later, humor van een andere orde van grootte, las ik dat het officiële TikTok-account van de Paralympics, die nog tot dit weekend in Parijs worden gehouden, zwaar onder vuur lag. Dat account zou volgens een paar humorloze holbewoners de paralympische atleten belachelijk maken met korte filmpjes, vaak voorzien van een lullig muziekje, waarin bijvoorbeeld een rolstoelbasketbalster uit haar rolstoel valt, een blinde triatleet zijn fiets niet kan vinden en een klein mens, een kogelstootster, de longen uit haar kleine lijf schreeuwt terwijl ze de kogel amper het veld in krijgt. Denigrerend en respectloos, vond de een. De ander vond het juist geniaal.
Ik behoor tot dat laatste kamp. Ik lag in een deuk om een filmpje waarin een blinde voetballer met een oogmasker op – toch het zekere voor het onzekere nemen, want stel je voor dat hij tóch iets kan zien – sierlijk over het veld soleerde en de bal netjes in de hoek schoof, met weer zo’n lullig muziekje eronder. Vakkundig gemonteerd door de vier beheerders van het account van wie er drie nota bene zélf oud-paralympiërs zijn. Oud-atleten die waarschijnlijk ook een arm of been missen en als geen ander weten dat dat je nog geen randdebiel maakt.
Iemand met een lichamelijke beperking moet je dus ook niet als zodanig behandelen. Maak vooral grappen over de atleten, niet over hun beperking, zoals je ook grappen over iemand zonder beperking zou maken. Want als er iemand niet van suiker is, dan is het wel een paralympiër. Lach dus vooral zo hard als je kan om iemand die uit een rolstoel valt, dat doet hij of zij zelf waarschijnlijk ook. Iemand voor vol aanzien en niet met handschoentjes aan behandelen is volgens mij de grootste vorm van respect die je als paralympiër kan krijgen. Zelfspot en humor geven zo’n buitengewone prestatie bovendien extra glans, vind je niet?
Edwin Struis
Zoals wel vaker ben ik het roerend met je eens, Jacobs! Natuurlijk moet er meer gelachen worden in de sport, waar de humor er toch al zo karig vanaf komt. Een beetje meer zelfspot kan sowieso geen kwaad. Je zou zo’n Noa Lang die verongelijkt langs de lijn loopt nadat hij terecht gewisseld is en zich afreageert op een microfoon en een krat bidons, gaarne een vleugje Joey Veerman toewensen, die ondanks zijn teleurstelling dat geen (top)club hem wil hebben doodleuk rept over dat enkel ‘Swift Boys en Poldervogels interesse hebben getoond’. Die zelfrelativering is goud waard en houd je met beide benen op de grond. Ver onder de op een donderwolk zwevende Noa Lang, die met zo’n instelling nooit verder zal komen dan de eredivisie.
Ik zag ook de stralende lach van Arne Slot, voorafgaand aan zijn officiële debuut op Anfield, die zichtbaar genoot van de nieuwe werkomstandigheden. En erna dolde hij een beetje aan de commentaartafel van de BBC. Oké, hij heeft in tegenstelling tot types als Lang de gave van het woord en het intellect, maar hoeveel trainers/spelers zouden niet bezwijken onder de massale druk die zo’n omgeving (Premier League, Liverpool, media) genereert? Een beetje humor kan daarbij zeer bevrijdend werken.
Dat geldt denk ik ook voor de Paralympics. Ik maakte onlangs de grap waarom Jeroen Stomphorst niet door de NOS werd afgevaardigd om commentaar te doen van dit evenement, waarna iemand doodserieus antwoordde dat Eline de Zeeuw dit klusje voor haar rekening zal gaan nemen. Zoals ik ooit – weliswaar onbedoeld, maar toch – tegen rolstoeltennisster Esther Vergeer zei, toen ze aanstalten maakte om richting haar drankje te rijden: “Blijf maar zitten, ik pak het wel even.” Toen deze opmerking indaalde, proestten we het allebei uit van het lachen.
Naar mijn bescheiden mening word je pas serieus genomen als er de draak met je wordt gestoken. De gehandicapte medemens wordt op straat al genoeg nagekeken/nagewezen, laten we ze tijdens de Paralympics gewoon als volwaardige sporters beschouwen. En daar hoort af toe ook de gulle lach bij. De op jouw advies geraadpleegde TikTok-filmpjes beloven alvast veel goeds in die richting. Een mistastende triatleet, een crash bij het rolstoelbasketbal, een bijna-zinkende zwemmer, een rally van 10 minuten bij het zitvolleybal; ik heb me er prima mee vermaakt. Hoeveel lichaamsdelen de atleten ook in werking zetten, er gaat niets boven de lachspier.
- NL Beeld / PA Images