SPORTCOLUMN: Sportmascottes halen het bloed onder mijn nagels vandaan
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: sportmascottes
Micha Jacobs
Omdat ik vlak voor de Olympische Spelen van Moskou in 1980 ben geboren en vernoemd ben naar de mascotte van toen, een beer genaamd Micha, heb ik een bovengemiddelde interesse in olympische mascottes. Een tik die ik vooral gebruik om mijn zegeningen te tellen, dat begrijp je wel. Ik bedoel: je zou maar vernoemd zijn naar een hond genaamd Cobi (Barcelona 1992), een zeehond genaamd Amik (Montreal 1976) of een paar Aziatische Teletubbies die Beibei, Jingjing, Huanhuan, Yingying en Nini heten (Beijing 2008).
In Panama, om maar eens een land met nul medaillekansen te noemen, denken ze overigens dat ik naar iets heel anders ben vernoemd. Toen ik ooit landde op het vliegveld van Panama-Stad en mijn paspoort overhandigde aan de douanier, keek hij mij eerst tien seconden vol ongeloof aan voordat hij mijn paspoort aan zijn collega’s gaf en er een lachsalvo door de aankomsthal schalde dat harder klonk dan een luchtalarm. Terwijl de tranen over zijn wangen liepen en hij naar adem hapte, zette de douanier een stempel in mijn paspoort en gebaarde dat ik mocht doorlopen, begeleid door tientallen vingers die mij nawezen. Uit beleefdheid durfde de gids die mij ophaalde me niet te vertellen waarom er zo werd gelachen, maar na twee dagen zei hij het toch: micha is in Panama straattaal voor ‘kutje’. Niet eens ‘kut’, nee ‘kutje’. Mensen die erbij waren noemen mij nog steeds Kutje Jacobs, een naam die ik inmiddels koester als een geuzennaam. Ik weet niet naar wie jij bent vernoemd of wat jij allemaal naar je hoofd hebt gekregen in je leven, maar je zult vast niet vernoemd zijn naar een mascotte en door een half vliegveld zijn uitgelachen, denk ik zo.
Afijn, de komende weken worden we doodgegooid met twee mascottes die de Phryges heten (spreek uit als Frie-sjus), twee wandelende hoedjes met ogen en een mond, maar zonder neus. De hoedjes verwijzen naar de Frygische mutsen die ten tijde van de Franse Revolutie door de revolutionairen werden gedragen en dus staan voor vrijheid. Teleurstellend vind ik dat, want daar valt dus weinig mee te lachen. In het verleden konden we nog lachen om een Russische basketballer die Semen Antonov heette, een Japanse volleybalster genaamd Yoshie Takeshita en een Canadese sprinter met een wel heel verrotte naam: Gavin Smellie. Maar dat is niet meer. Het worden prachtige Spelen, maar ook humorloze Spelen, denk je niet?
Edwin Struis
Fijne vriend, het is dat ik nu net jouw stukje heb gelezen, anders had ik überhaupt nooit geweten dat de Olympische Spelen elke vier jaar hun eigen mascotte hebben rondlopen. Ik heb ze even gegoogeld, die mascottes die de Fransozen hebben bedacht. Jij zegt wandelende hoedjes, ik zie een rood, vrolijk vogeltje met een mal, slap mutsje op zijn knar. Na één blik wist ik genoeg: ik haat dat vrolijke rode vogeltje nu al. Zoals ik eigenlijk alle sportmascottes een enkeltje richting de privé-vertrekken van Beëlzebub wens. Nu weet ik toevallig dat jouw ouders schatten van mensen zijn, maar als die van mij het gore lef hadden gehad om hun pasgeboren zoon te vernoemen naar de een of andere vermaledijde mascotte, dan was ik linea recta terug die baarmoeder in gekropen en had ik gezegd: ik kom er pas weer uit als jullie een normale naam voor me hebben bedacht.
Volgens de Dikke Van Dale is een mascotte een ‘persoon, dier of voorwerp dat geluk brengt’. Kijk, daar gaat het al mis. Die definitie klopt van geen kant. Een mascotte is een ‘persoon, dier of voorwerp dat op irritante wijze in de weg loopt tijdens (sport)evenementen’, is een definitie die al veel dichter bij de waarheid komt. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ik de enige ben bij wie mascottes het bloed onder de nagels vandaan halen.
De enige mascotte die mij ooit heeft weten te vermaken, was Burnie van de basketbalclub Miami Heat. Die speelden vorig jaar in de NBA-finals tegen de Denver Nuggets en in de pauze van de vierde wedstrijd moest Burnie de mascotte zich melden op de middenstip. Daar zou hij een paar geënsceneerde klappen krijgen van MMA-vechter Conor McGregor, allemaal bedoeld om reclame te maken voor een pijnstillende spray. Burnie kreeg een klap van McGregor en ging direct gestrekt. Terwijl de mascotte groggy op de vloer lag, kwam de MMA-vechter over hem heen staan en incasseerde hij nog een voltreffer in zijn gezicht. Probleem was alleen dat McGregor veel harder sloeg dan de bedoeling was, want Burnie was écht knock-out gegaan en moest met spoed naar het ziekenhuis worden gebracht. Terwijl de bewusteloze mascotte aan zijn enkels werd afgevoerd, probeerde de MMA-vechter tevergeefs de show nog te redden door wat van de pijnstillende spray op Burnies masker te spuiten. Dat, of McGregor heeft net zo’n grafhekel aan mascottes als ik.
Wist je trouwens dat er een heus Open Nederlands Kampioenschap Mascotte bestaat? Afgelopen voorjaar was de tiende editie. Weet je wie de winnaar was? Flexie, van zorgorganisatie Careflex. I rest my case.