Woensdag 13 mei 2020, even na 19.30 uur. Met een graad of 13 op de thermometer is het een frisse voorjaarsdag geweest. Maar dat zal de bestuurder van een zwarte Range Rover een zorg zijn. De man heeft andere dingen aan zijn hoofd. Rijdend over de snelweg A4 van Amsterdam naar Den Haag merkt hij dat hij al een tijdje opvallend wordt gevolgd door een BMW. Hij geeft extra gas, tot zo’n 200 kilometer per uur, maar dat haalt weinig uit.
Dan maar de snelweg af. Maar de achtervolger geeft niet op. Nu begint het penibel te worden, totdat de bestuurder van de BMW een stuurfout maakt en een bocht mist. Intussen heeft de man in de Range Rover het alarmnummer gebeld om te melden dat hij wordt beschoten met automatische wapens. Voor de politie reden om groot uit te rukken. Maar bij aankomst is de BMW al in geen velden of wegen meer te zien. Dat er daadwerkelijk is geschoten, moeten de agenten maar van de melder aannemen, concrete sporen zijn er niet. Voor de zekerheid geven ze de man een escorte naar huis. In hun rapport noteren de agenten assistentie te hebben verleend aan de op 31 maart 1992 geboren Marco Ebben uit Schiedam, met als extra opmerking dat het slachtoffer ‘geen aangifte wenste te doen en geen achtergronden wenste te verschaffen over de mogelijke toedracht van het incident’. (Later zou uit informatie van het Team Criminele Inlichtingen blijken dat Amsterdamse criminelen Ebben mogelijk wilden liquideren vanwege het rippen van 21 kilo cocaïne.)
Op de dag in 1992 dat Marco het levenslicht ziet, is vader Henk al volop bezig met het opzetten van een misdaadimperium
De naam Marco Ebben doet bij de politie Kennemerland nog niet direct een belletje rinkelen, maar dat verandert als ze de Schiedammer door het systeem halen. In Rotterdam en omgeving kennen ze hem maar al te goed, zo blijkt. Marco is zoon van de veroordeelde drugsbaas Henk Ebben, die in de regio bekendstaat als de ‘de Rotterdamse Holleeder’. Vader en zoon duiken op in talloze onderzoeken en verspreiden meer schrik dan eerbied in hun omgeving. De drugshandel levert Henk en Marco Ebben een fortuin op, maar de tol die ze daarvoor moeten betalen, is een leven vol detenties, stress en gevaar. De achtervolging op de A4 is niet Marco’s eerste akkefietje en zal ook niet zijn laatste zijn.
Inzoomend op het leven van Marco Ebben is het niet zo verwonderlijk dat hij een enigszins verstoorde relatie heeft ontwikkeld met politie en justitie. Op de dag in 1992 dat Marco het levenslicht ziet, is vader Henk al volop bezig met het opzetten van een misdaadimperium. Dat begint nog enigszins voorzichtig, met onder andere merkenfraude, maar al snel komt de xtc-handel om de hoek kijken met transporten naar Engeland. Want daarin zijn in die jaren 90 echte klappers te maken. Ook komt Henk Ebben in beeld bij enkele moorden, op onder anderen vrachtwagenchauffeur Cees Pruijsen, wiens lichaam in mei 1994 onder een laag beton bij het Stadion Feijenoord wordt gevonden. Het levert Ebben een gevangenisstraf van achttien jaar op.
Van een andere moord, die op Ton Verweij uit Spijkenisse, kan Ebbens betrokkenheid niet worden bewezen. Het moge duidelijk zijn dat Marco opgroeit in een allesbehalve doorsnee gezin. Aan de keukentafel wordt net zo makkelijk over een spelletje poker gesproken als over het ‘afknallen van die kankerlijer’. Vader Henk is niet zo van de nuance.
Vrachtwagen vol wodka
Het is 2013 – Marco is dan 21 jaar - als zijn naam voor het eerst opduikt in een grote zaak, één die meteen volop door de media wordt opgepikt. Op donderdag 14 februari dat jaar ziet een wandelaar rond middernacht op de Aalbes in Rotterdam een Daihatsu, met op de bestuurdersstoel een dode man. Het blijkt te gaan om de 32-jarige Pepijn van der Velden. De man komt oorspronkelijk uit het Brabantse Valkenswaard, maar heeft na een loopbaan als dakdekker zijn werkterrein verlegd naar het criminele milieu van Rotterdam en omstreken. Het heeft hem weinig goeds gebracht, niet in de laatste plaats door zijn contact met Marco Ebben. In december 2012 had een klusje voor de Schiedammer een nogal desastreuze afloop.