Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Urbex Bob gaat het liefst op vakantie in een rampgebied

Waarom wéér naar die Franse camping als je ook een radioactief gebied kunt bezoeken dat ooit getroffen is door een kernramp? Urban explorers zijn niet zo van de traditionele tripjes. Je leven riskeren door rond te dwalen op verboden, geheime en afgedankte locaties is zóveel leuker. Bob Thissen, de Nederlandse Indiana Jones, neemt u graag mee naar zijn gevaarlijkste avonturen en spannendste momenten.

Urbex Bob

“Kijk, dit is de Holmesburg Prison in Philadelphia. Daar voerden ze allerlei gestoorde medische experimenten uit, tussen 1951 en 1974. Vooral op zwarte gedetineerden.” Bob Thissen, professioneel ‘urbexer’, klikt een aantal keer met zijn computermuis. “Oh ja, deze is ook ziek. Battleship Island, ergens in Japan. Gigantisch spookeiland. Sinds 1974 woont er helemaal niemand meer. Luguber sfeertje hing daar. Heel tof om rond te lopen. Skyfall van James Bond is daar trouwens op geïnspireerd.”

Twee muisklikjes later: “Deze dan: een verlaten kasteel in Frankrijk, een aantal jaar geleden.” Lachend: “Daar ben ik nog van het landgoed afgeknald door de shotgun van de eigenaar! Ik heb nog nooit zo snel moeten rennen. Met al mijn dure camera-gear, niet handig.” Ik ben nog geen tien minuten op bezoek bij Bob Thissen om al zeker te weten: dit is ’s lands grootste avonturier, reisgek en adrenalinejunk ineen. De officiële benaming daarvoor viel zojuist al: urbexer. Ofwel het opzoeken, afstruinen en vastleggen van ‘s werelds meest verlaten, verboden en gevaarlijkste plekken. Voor je plezier. “Hoe ontoegankelijker, hoe beter”. Welkom in de wondere wereld van urban exploring.

Luguber sfeertje

“Toen ik hier rond mijn zestiende mee begon stond urbexen wereldwijd nog in de kinderschoenen,” vertelt Bob over de beginselen van zijn voorliefde voor spannende plekjes. “Ik begon met verlaten gebouwen, hier in de buurt. Dat werd al snel een opgeheven steenfabriek in Duitsland. Ik vond het fantastisch, die verlaten en afgedankte gebouwen. De spanning, het lugubere sfeertje, de constante dreiging iemand - wellicht een gevaarlijke gek - tegen te komen.” Pas jaren later ontdekte ik dat deze hobby een naam had: urban exploring. Op dat moment ging er een wereld voor mij open.” Met een dikke grijns: “Het is flink uit de klauwen gelopen.”

‘Om al die reizen te kunnen bekostigen moet ik 18 uur per dag werken. Vrije tijd bestaat niet in mijn wereld. Ik ben altijd op reis of met werk bezig’

In de twee decennia die volgden op zijn eerste avontuurtje kende Bobs liefde voor ontoegankelijke plekken inderdaad geen grenzen meer. Zijn ontdekkingsdrift bracht hem tig keer over de hele planeet en weer terug, langs gestalde militaire fregatten, zwaar bewaakte ruimtevaartbases, radioactieve rampgebieden, gesloten seksmusea en alle andere locaties waar de gemiddelde toerist met een grote boog omheen loopt. “Ik wil plekken zien en vastleggen waar niemand anders durft te zijn.” Dat lukt hem tot dusver aardig goed: Bob vinkte al bijna 100 landen af. Als er een plek op deze planeet onbereikbaar, verboden of afgedankt is, heeft de Nederlandse Indiana Jones daar al lang en breed fluitend rondgewandeld én adembenemende foto’s gemaakt.

Nicosia airport, Cyprus.

In zijn werkkamer begeleidt Bob ons door zijn digitale urbex-kaart, die hij zelf in elkaar flanste. Of beter gezegd: zijn NASA-waardige database van spooksteden, oorlogsbunkers, verwaarloosde gevangenissen en duizenden andere geheime, onontdekte en streng verboden locaties wereldwijd. “Op deze map kijk ik als ik weer een trip ga uitstippelen,” legt Bob uit. “De meeste zal ik nooit kunnen bezoeken. Daarvoor leef ik te kort. En veel plekken zijn al gesloopt of ontdekt voordat ik eindelijk kan gaan.”

Die tripjes, zo vertelt hij, doet hij nog steeds voor zijn plezier, maar ook voor zijn werk. Als fotograaf, vlogger, locatiescout, expert en tal van andere benoemingen gold Bob lange tijd als de enige betaalde avonturier van Nederland – en een van de zeldzame professionele urbexers wereldwijd. “Ondertussen verdienen veel meer mensen aan urbexen door filmpjes en foto’s ervan op TikTok en Instagram te plaatsen,” zegt Bob. “De concurrentie wordt almaar groter. Zelf ben ik er nooit rijk mee geworden. Integendeel. Om al die verre reizen te kunnen bekostigen moet ik achttien uur per dag werken. Vrije tijd bestaat niet in mijn wereld. Ik ben altijd op reis of met werk bezig.”

Themapark Gluck Kingdom, Obihiro, Japan.

Spookresort

De definities van Bobs beroep lopen nogal uiteen. Hij beschrijft zichzelf het liefst als ‘een moderne avonturier met een uit de klauwen gelopen interesse in vervallen en ontoegankelijke gebouwen en gebieden’. Bob: “Het gevoel om rond te dwalen op zo’n plek is onbeschrijflijk. Mijn fantasie slaat op hol. Wat is hier allemaal gebeurd? Hoelang staat het al leeg? Waarom is het verlaten? Vaak zie je dat de natuur het op den duur weer overneemt, als gebouwen en dorpen lang genoeg verlaten zijn geweest. Dat fenomeen laat zich geweldig fotograferen.’’ Een groot deel van het jaar trekt Bob erop uit. Met een dure camera, meerdere GoPro’s, een drone en een volledig arsenaal aan survival-middelen. Ja, ook in zijn vakanties. “Dan installeer ik mijn vriendin bij het zwembad en knijp ik er tussenuit, naar het dichtstbijzijnde spookresort. Er is altijd en overal wel iets te vinden.”

Althans, bijna altijd. Al meerdere malen reisde Bob duizenden kilometers, naar de andere kant van de wereld, om daar tot de conclusie te komen dat zijn nauwkeurig opgezochte locatie in werkelijkheid een heel ander beeld gaf. Een kasteel dat nog bewoond bleek, een kerncentrale die nog gewoon actief was, een kolenmijn die nog steeds bemand werd… “Part of the job,” zegt Bob droogjes. Net als al die andere onvermijdelijke risico’s: betrapt en gearresteerd worden, boetes krijgen, voor spion aangezien worden, achterna gerend worden door junks, boze landeigenaren en – soms – het risico lopen zijn leven riskeren.

Échte urbexers zoals Bob hebben er, plat gezegd, vette schijt aan. “Die spanning hoort er juist bij. Die rush van ontoegankelijke plekken binnendringen. Verboden terrein maakt de uitdaging alleen maar groter en leuker. Niet gepakt worden hoort bij het hele spelletje. Veiligheid komt altijd op de eerste plaats, maar de voldoening is gewoon groter als je een moeilijke, unieke of zelfs zwaar beveiligde locatie ongezien binnendringt en fotografeert. Ik ga daar zelf heel ver in. Ik heb geen kinderen, dat helpt wel om schijt aan de risico’s te hebben.” Termen als toestemming en bevoegdheid geven hem ‘jeukende ballen’. Bovendien: wie het als eerste flikt een geheime of ingewikkelde locatie binnen te dringen, mag binnen urbex-kringen rekenen op eindeloos respect. In dat opzicht is Bob een levende legende. Speciaal voor ons blikt deze avonturier pur sang terug op zijn meest bloedstollende en memorabele avonturen van de laatste twintig jaar. Lezen op eigen risico.

 ‘We werden urenlang verhoord en de term ‘spion’ bleef maar vallen. Ik dacht echt dat mijn leven daar zou eindigen’

1. Spaceshuttles in Kazachstan

“In 2009 zag ik op een Russische website drie foto’s van een beruchte lanceerbasis, ergens in Kazachstan. Gigantische hangars, middenin de woestijn, waarin vermoedelijk twee spaceshuttles en een raket stonden. De hele urbex-community speculeerde daar al jaren over, maar niemand had de ballen om het zelf te gaan uitzoeken. Het was ook een gigantische gok, maar na jaren van uitstel ging ik er gewoon voor. Met drie collega-explorers vloog ik naar Kazachstan, waar wij nog eens 1400 kilometer aflegden in een huurautootje. En daarna nóg eens honderden kilometers off-road, op zoek naar die beruchte raketbasis. Ineens stuitten wij op ijzeren pinnen in de grond. Toen wist ik: we zitten goed.”

Spaceshuttle, Kazachstan.

“De laatste dertig kilometer was het zwoegen door de snikhete woestijn. Vijf kilometer vóór de eindstreep hoorden wij in de verte ineens drie geweerschoten. We schrokken ons rot en doken in het zand. We schuilden uren op de grond, toen we onszelf afvroegen: moeten we omkeren? Nu we al zover zijn gekomen? Bij het schemeren besloten we af te maken waar we aan waren begonnen. Al snel was het pikkedonker en vielen we geregeld in verborgen zandkuilen. Maar na veel bloed, zweet en tranen bereikten we eindelijk ons doel: een reusachtige hangar, met daarin twee kolossale spaceshuttles. Holy moly! Achteraf leerden we dat die dingen uit de Koude Oorlog stammen en tussen 1974 en 1993 gebouwd werden, tijdens de ruimtewedloop tussen de VS en de Sovjet-Unie. We waren echt overrompeld. Dit was veel mooier dan we hadden durven dromen. De gewapende beveiligers maakten het ons niet makkelijk, maar we flikten het om te overnachten op een loopbrug boven een van de shuttles. Ik ben nog nooit zo gelukkig wakker geworden. We hebben die dingen ook nog van binnen gezien. Zó kicken. De volgende nacht moesten we helaas al vertrekken omdat de 25 liter water die we hadden meegesjouwd al bijna op was.”

2. Fukushima na de kernramp

“In 2017 bezocht ik voor de eerste keer het rampgebied van Fukushima. Dat was zes jaar na de kernramp, maar de steden en dorpen waren nog steeds flink besmet met radioactiviteit. Omdat ik de meest onaangeroerde gebouwen wilde documenteren, bezocht ik vooral de red zones: streng verboden gebied met de hoogste stralingsniveaus, maar ook de enige plekken waar geen camera’s stonden en de politie niet makkelijk kon patrouilleren. ’s Nachts liep ik in een beschermd pak, met daarover volledig zwarte kleding en een gasmasker, over het spoor de verboden zone in. Voorzichtig verkende ik potentieel interessante gebouwen, die ik via Google Maps opspeurde. Daar wachtte ik tot het licht werd om de boel overdag te documenteren. Ik moest constant op mijn hoede zijn voor de lokale autoriteiten. Gepakt worden betekent een flinke gevangenisstraf. Tussen de patrouilles door sloop ik van het ene naar het andere gebouw. De sfeer was er onbeschrijflijk. Alsof ik in een post-apocalyptische wereld rondliep.”

Supermarkt, Fukushima, Japan.

“In een klaslokaal van een verlaten school lagen de tassen en lunchpakketjes van de kindjes nog op de tafels en de skeletten van vissen en schildpadden in de aquariums. De impact van de kernramp was zes jaar na dato nog overal zichtbaar. Honderdduizend inwoners waren halsoverkop gevlucht en gedwongen hun hele leven achter zich te laten. Dat greep me meer aan dan ik vooraf had verwacht. Ik ben daarna nog drie keer teruggegaan naar Fukushima. In 2019 liep ik vrij rond in een dorpje waar ik in 2017 nog stiekem doorheen moest sluipen. De bewoners waren er alweer teruggekeerd, kinderen speelden gewoon buiten. Terwijl er nog steeds hoge stralingen werden gemeten. Bizar. In 2022 waren de meeste gebouwen gesloopt en zijn er nog amper sporen te vinden van de ramp, dus ik ben blij dat ik veel gedocumenteerd heb. Zelf liep ik in totaal vijf weken rond in zwaar radioactief gebied, zonder altijd beschermende kleding te dragen. Wat de gevolgen daar precies van zijn, weet ik nog niet. Dat zal de tijd uitwijzen. Ik denk dat ik radioactieve deeltjes heb ingeademd. Dat zou de kans op kanker aanzienlijk verhogen. Misschien laat ik mij nog eens testen. Als het mis is, dan is het maar mis. Ik heb nergens spijt van. Niet gaan was gewoon geen optie.”

3. Opgeheven booreiland in Schotland

“Voor de oostkust van Schotland ligt de Oil Rig Graveyard, een beroemde urbex-spot waar nog geen enkele explorer geweest was. Booreilanden die al sinds 2014 overbodig en onbemand zijn wegens de sterke prijsdalingen van olie destijds. Slopen schijnt te duur te zijn, dus staan deze metalen kolossen al jaren te verloederen, vlak voor de Schotse kust. In 2017 ging ik er heen met Engelse collega’s. In de vroege ochtend, voordat de zon opkwam, voeren we in een Zodiac naar de eerste boortoren. Halverwege die tocht merkten we dat er die dag extra beveiliging op zee was, omdat enkele vliegdekschepen zouden aanmeren in een nabijgelegen haven. Lekker dan. Politieboten voeren vlak langs ons, maar vreemd genoeg werden wij door niemand tegengehouden. Aangekomen bij het eerste booreiland was het erg lastig binnenkomen. Die constructies zijn gebouwd als forten, dus waren we afhankelijk van toevallig openstaande deuren. Pas bij het derde booreiland was het raak. We verstopten ons bootje achter een steiger en klommen omhoog. Die dingen waren gigantisch, elk eiland was zo groot als een klein voetbalstadion en compleet voorzien van bioscopen en fitnessruimtes. En toch was er niemand meer te bekennen.”

Booreiland, Schotland.

“In de kantoren hingen jassen van werknemers nog keurig op een rijtje. In een kist vonden we tientallen noodfakkels. We dineerden met een wegwerpbarbecue en overnachtten in de keurig opgemaakte stapelbedjes. De volgende ochtend klommen we naar het hoogste punt van de boortoren, vanwaar we met onze drones de gehele baai verkenden en prachtige foto's schoten. We bezochten uiteindelijk drie van de zes booreilanden. Toen ik weer thuis was, uploadde ik mijn hele avontuur op YouTube. Dat filmpje ging meteen viral, maar tussen al die kijkers zat kennelijk een werknemer van diezelfde booreilanden. Twee dagen later zag ik mijzelf in het BBC-news, omdat er een politieonderzoek naar ons was gestart. Toen heb ik de video maar direct offline gehaald. Ik heb er gelukkig nooit meer iets van gehoord. Maar het lijkt me verstandig om Schotland voorlopig nog even te mijden.”

4. Duikboot in een Portugese marinebasis

“Een van mijn riskantste uitstapjes was naar een verlaten duikboot in een bewaakte marinebasis onder Lissabon. Dat ding bevond zich tussen gigantische marineschepen, waar overdag de mariniers overheen liepen. Samen met een maatje besloten we er ’s nachts alsnog voor te gaan. Hoe dichterbij we kwamen, hoe heviger de spanning door mijn lijf gierde. Maar we wisten waar we voor kwamen. Met Google Maps had ik een inactieve duikboot gespot in een rustig hoekje van deze haven. Daar moest alleen nog vijftien meter voor worden gezwommen. Een voor een zwommen wij met dichtgeknoopte plastic zakken vol eten en drinken, in water van tien graden, tot aan de militaire onderzeeboot. Van de kou voelde ik niets door de adrenaline. Via een zijtrappetje klommen we op het topje van de duikboot en via het deksel, dat niet helemaal dichtzat, konden we zo naar binnen glippen.”

Interieur onderzeeër, Lissabon.

“Alles in deze afgedankte onderzeeër was nog volledig intact; de apparatuur, spullen van de mariniers, mappen en kaarten, noem maar op. Met onze zaklampen speurden we langs alle donkere, krappe en benauwde ruimtes en hoekjes. Boven ons hoofd hoorden de we golven klotsen tegen de kade. Toen we in de torpedoruimte krappe stapelbedjes aantroffen, besloten we een welverdiend hazenslaapje te doen. In het laatste donkere uurtje van de vroege ochtend vertrokken we op geruisloze wijze. Kort na ons bezoek probeerden andere urbexers dezelfde duikboot te bezoeken, maar zij belandden in de gevangenis.”

‘In een klaslokaal van een verlaten school lagen de lunchpakketjes van de kindjes nog op de tafels. De impact van de kernramp was nog overal zichtbaar’

5. Militair vliegveld in Oekraïne

“Ik heb ‘m zelden zo geknepen als in Oekraïne. In 2018 dacht ik echt dat ik mijn laatste avontuurt had beleefd. Samen met een vriend liep ik rond op een voormalig militair complex met oude vliegtuigwrakken. Dit was een bekende locatie voor vliegtuigspotters en makkelijk te betreden. We voelden ons er zo op ons gemak dat we iemand aanspraken die bezig was koperdraad uit een helikopter te slopen. Maar toen ging het fout. Die vent bleek namelijk bij het vliegveld te horen. Hij begon ons te achtervolgen, wij wegrennen natuurlijk, beiden een andere kant op. Ik verstopte mij in de bosjes, die maat van mij kon wegrijden met onze auto. Hij zou mij later komen oppikken, maar bij een tankstation werd hij alsnog in de kraag gevat door de politie. Ik besloot daar ook maar naartoe te gaan.”

Militair vliegveld, Oekraïne.

“In eerste instantie ging het er nog een beetje lacherig aan toe, maar toen ‘criminal investigators’ uit heel het land arriveerden werd de sfeer grimmiger. Ze voerden pittige, onverstaanbare discussies met elkaar. We verstonden er niks van, maar het klonk niet best. Ik legde mijn telefoon met Google Translate op tafel, om er iets van op te pikken. Die gaf aan dat ze ons als spionnen van de Krim bestempelden, die beelden hadden gemaakt van geheime, militaire objecten. Levenslange gevangenisstraffen, riepen ze. We werden urenlang verhoord en de term ‘spion’ bleef maar vallen. Waar de fok ben ik eigenlijk mee bezig, dacht ik toen bij mezelf. Ik dacht echt dat mijn leven daar zou eindigen. Toen er eindelijk iemand bijkwam die een klein beetje Engels sprak, konden wij onszelf verklaren. We kregen het voordeel van de twijfel en mochten vertrekken. Man, wat was ik blij om weer thuis te zijn.” En doet hij het sindsdien rustiger aan?” Grijnzend: “Niet echt, nee.”

Bob Thissen is te volgen via zijn YouTube- en Instagrampagina Exploring the Unbeaten Path. Onlangs verscheen ook zijn derde, gelijknamige boek, een verzameling vol spectaculaire beelden en verhalen. Te bestellen via zijn website, www.bobthissen.com

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Bizar
  • Bob Thissen