Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Brommers kiek’n in Portugal: is de MotoGP nou echt veel leuker dan die ‘saaie’ Formule 1?

We schrijven zelden over motorsport, maar een uitnodiging om geheel verzorgd naar de race in Portugal te komen konden we niet negeren. Sportliefhebber Jarry Popelier blijft niet wakker bij de Formule 1, kan de MotoGP hem wel bekoren? De dolfijnen, het buggy-rijden en de luxe eet- en wijnarrangementen maakten het in een ieder geval tot een memorabele trip… 

MotoGP

Graag nodig ik je uit voor een persreis naar de Algarve. Het gaat in ieder geval om het bijwonen van de MotoGP-race in de Vip-toren, maar ook een buggytour en dolfijnen spotten op een boot. De Algarve verzorgt de complete trip, inclusief vlucht, verblijf, diners etc. Is dit iets voor jou?

Ik heb nog nooit een motorrace gezien, laat staan bijgewoond en ben toevallig ook nog nooit in Portugal geweest. Drie uitstekende redenen om de uitnodiging van het toerismebureau van Algarve te accepteren. Nu Roger Federer niet meer speelt kijk ik geen tennis meer, alleen nog voetbal en basketbal. Daar kan nog wel een sport bi j. Het ligt eigenlijk meer voor de hand om dan eens naar Assen te gaan, maar Portugal is toch een beter alternatief. Ik ben namelijk allergisch voor dat ‘Guus Meeuwis-gehoempapa’. Als de TT is gekaapt door lieden die de sport misbruiken om de polonaise te kunnen lopen, zoals op de Formule 1-circuits ook het geval is, dan haak ik bij voorbaat af. Voor een objectievere kennismaking met motorsport is Portugal dus beter geschikt.

Wereldkampioen Bagnaia.

Van die plotselinge populariteit van de Formule 1 begrijp ik sowieso niets. Als de sport je niet interesseerde toen Damon Hill, Michael Schumacher of Mika Häkkinen voorop reed, waarom nu dan opeens wel? Omdat een Nederlander dat nu toevallig doet? Al die mensen die tegenwoordig rondlopen in Red Bull-merchandise, vooral op een Grand Prix-dag, werken op mijn lachspieren. Als er straks iemand met een Nederlands paspoort het bowlen of badminton domineert, gaan we diegene dan ook adoreren? Ik vind het dom nationalisme, maar ik heb weer andere afwijkingen. Ik keek dus alle wedstrijden van Federer en kijk nog steeds zoveel mogelijk naar LeBron James. Atleten die me betoveren met hun tennis en basketbal, het kan me niks schelen dat ze uit Zwitserland en Amerika komen.

Onderweg volgt een fijne traktatie: pitspoezen! Die zijn bij de Formule 1 niet meer welkom, hier kennelijk nog wel. We noteren een plusje voor de MotoGP

Wat dat betreft word ik bij de gate op Schiphol al aangenaam verrast. Zes vijftigers staan ook klaar om in te stappen voor de vlucht naar Faro, eentje draagt een Valentino Rossi-shirt, de Italiaanse motorlegende. Dat is dus een pure liefhebber van de sport en niet van een paspoort of polonaise. “We gaan ieder jaar naar de race in Valencia,” vertelt hij als we allebei ons geslachtsdeel in handen hebben. “Vorig jaar zijn we voor het eerst naar Portugal geweest,” vervolgt hij als ik ben uitgeplast. “Leuk hoor, echt een mooi circuit. We gaan morgen al naar de kwalificatie. Ik hoop alleen dat het dan beter weer is dan vandaag. Het regende.” Morgen hebben we andere plannen (zie kader), maar ik krijg voorzichtig zin in iets wat ik nog nooit heb gezien.

Ook buggyrijden staat op het program.

Pitspoezen

Met tien journalisten (speciaal voor de kersverse F1-fans: dríe Nederlanders!) zitten we in de bus naar het Autódromo Internacional do Algarve, reisleidster Martina geeft ons een kaartje voor de paddock, daar mogen we twintig minuten rondlopen. We gaan drie races kijken, die van de Moto3, Moto2 en MotoGP. In de eerste twee klasses rijden drie Nederlanders: Collin Veijer, Bo Bendsneyder en Zonta van den Goorbergh. Ik hoop er eentje te spreken en ik heb ze allemaal eerst even gegoogeld. Zodat ik in ieder geval weet hoe ze eruit zien. Ik wil niet dezelfde blunder maken als een toenmalig studiegenoot, een type dat meer opgewonden raakt van musicals dan van voetbal. Hij was ooit bij een gehaktballenwedstrijd in Rotterdam, de organisatie had een bekendheid gestrikt voor de jury, dat wist hij nog wel. Daarom stelde hij na afloop wat vragen aan hem, om daarna toch maar te informeren met wie hij nou eigenlijk het genoegen had. Na het antwoord, Roy Makaay, vroeg hij of dat even kon worden gespeld. “Kijk thuis maar even op Google,” zei Makaay. Pas toen kwam hij erachter dat hij net een wereldspits had gesproken die onder meer voor Feyenoord en Bayern München had gespeeld. Lang verhaal kort: ik heb mezelf voorgenomen nooit zo’n zelfde soort blunder te maken. Die kans krijg ik ook niet, we komen niet in de buurt van de motoren en de research blijkt voor niets. Misschien maar beter ook.

Bij de MotoGP zijn pitspoezen nog welkom.

De buitenlandse journalisten rennen opeens door de paddock, de camera’s worden in stelling gebracht. Een paar meter verderop is net een coureursrondje begonnen. In een met hekken afgezet gebied lopen de rijders van de MotoGP rond, als een stel circusaapjes. Er zijn mensen die grof geld hebben betaald om ze van zo dichtbij te zien en met ze op de foto te kunnen. Van een collega begrijp ik dat we op twee meter staan van Francesco Bagnaia, de huidige wereldkampioen. Als ik mijn best doe zit er best een selfie in, maar dat lijkt me wat ongepast. Is meer iets voor de echte fans, daar ga ik me niet tussenwringen.

Na precies twintig minuten wordt de paddock schoongeveegd, we worden naar de Vip-toren gedirigeerd. Onderweg volgt een fijne traktatie: pitspoezen! Die zijn bij de Formule 1 niet meer welkom, hier kennelijk nog wel. De woke-gemeenschap zal het ermee oneens zijn, maar we noteren een plusje voor de MotoGP. Uiteraard ga ik met deze dames wél op de foto.

Uitpuilende koelkasten

De Moto3 staat op het punt van beginnen. Volgens ons programma blijven we zes uur lang op het circuit. Dat is me wat gortig, ik trek het al niet om twee voetbal- of basketbalwedstrijden achter elkaar te kijken, laat staan drie motorraces. Om de verveling voor te zijn wil ik een tientje inzetten bij de hoofdrace, maar op wie? Nu komen mijn Nederlandse collega’s, Jereau en Cas, van pas. Aardige gasten, ze voeren soms alleen gesprekken over GTI-dit, PK-dat, CC-zo en andere auto- en motortermen die me niets interesseren. Het enige wat me is bijgebleven is dat de titelrace in de MotoGP vorig jaar heel spannend was. En dat Francesco Bagnaia dus heeft gewonnen. Op die naam moet ik ook inzetten, is het advies. Maar dat levert bijna niks op. Dan komt Cas met Jorge Martín. Als derde gekwalificeerd, mooie quotering en hij maakt best kans. Het tientje staat op Jorge Martín.

Eerst dus de Moto3, ik laat me vertellen dat hier jonge gasten tussen de zestien en twintig jaar rijden. Ik denk niet dat hun moeders met een gerust hart zitten te kijken. Kolere, wat gaat dit hard! Lekker geluid wel. We hebben uitzicht op de derde bocht, daarna verdwijnen de motoren tien seconden uit ons blikveld, voordat we weer zicht hebben op de helling. Heel in de verte zien we de coureurs dan een derde keer in hun rondje. Al in de openingsronde is het spektakel. Bij de helling komen twee rijders in botsing, als curlingschijven glijden ze over het asfalt en grind. De schade valt gelukkig mee, ze rennen snel naar hun motor, meters verderop. Best verfrissend dat er niet om een kaart of vrije trap wordt gemekkerd. Eigenlijk zit ik wel lekker. Het circuit in Portimão ligt middenin de natuur en de hoogteverschillen geven iets extra’s. Cas heeft ijskoude Spaanse biertjes gehaald, het ontbreekt ons hier aan niets. Binnen een paar stappen staan we in onze box waar de tafel volstaat met broodjes en fruit. Op een bank kun je de race ook volgen op televisie en de koelkasten puilen uit. Ook fijn: deze race duurt maar een half uurtje. Voor de nationalisten: Collin Veijer eindigt hierin als zesde, ik lees later in de krant dat dit een knap resultaat is.

Gehoorschade

Tijd voor de Moto2, volgens Jereau en Cas de klasse waarin talenten worden klaargestoomd voor het echte werk: de MotoGP. Het gaat net iets harder dan bij de broekies van vanochtend. De tribunes zitten ook weer wat voller, maar lang niet alle stoeltjes zijn bezet. Liefhebbers voor de race van volgend jaar moeten best aan kaarten kunnen komen. Bendsneyder en Van den Goorbergh rijden achteraan en finishen als 16de en 19de, maar we kijken de race niet af. In het restaurant, een verdieping onder onze box, is de tafel alweer gedekt. Weglopen tijdens een wedstrijd zou in een stadion nooit bij me opkomen, maar vooruit. Voor de start van de MotoGP zitten we weer op de tribune. Cas stoot me enthousiast aan. “Jorge Martín rijdt op kop!” Verrek, de weddenschap! De Spanjaard blijkt in het paars en rood te rijden, dat is vanaf nu mijn man. Hij is bij de start kennelijk vanaf plek drie naar één geracet, dat kunnen we zelf niet zien vanaf hier. Dit gaat nog weer wat harder en sneller dan in de eerste twee races, Jereau krijgt een melding op zijn telefoon, zelfs enige minuten met deze decibellen kan leiden tot gehoorschade…

Dankzij de weddenschap kijk ik gespannen toe of Martín weer als koploper de hoek om komt, en dat is steeds het geval. Is het heel sadistisch om te hopen dat de nummer twee en drie elkaar van de baan tikken? Dat gebeurt niet, heeft Martín ook niet nodig om onbedreigd aan kop te blijven. Het is logisch, maar tegelijkertijd toch jammer dat je maar een beperkt stukje van de wedstrijd ziet. Alsof je in een stadion alleen uitzicht hebt op één strafschopgebied. En dan hebben wij vanuit de Vip-toren nog de beste plekken en zien we de coureurs op drie verschillende plekken tijdens hun ronde. Nee, dit is toch niet mijn kopje thee. Het is absoluut een belevenis die ik voor geen goud had willen missen, maar hoe hard het ook gaat, het blijft rondje rijden. Dat vind ik net als bij de Formule 1 en schaatsen supersaai. Ware het niet dat ik vandaag hartstochtelijk supporter ben van Martín. Hij wint nog ook, 45 euro in de pocket! Jereau en Cas krijgen straks een biertje op het terras. Proost, viva Jorge Martín!

Toch jammer dat je maar een beperkt stukje van de wedstrijd ziet. Alsof je in een stadion alleen uitzicht hebt op één strafschopgebied

Dolfijnen en grotten

De MotoGP is het lokaas om journalisten naar Portugal te krijgen, eenmaal ter plaatse wordt al het moois dat de Algarve heeft te bieden op luxe wijze geserveerd. De dolfijnen, het buggy-rijden en de luxe eet- en wijnarrangementen maakten het een memorabele trip, net als het tamelijk onorthodoxe reisgezelschap…

“Het is net alsof we op pad zijn met De Zonnebloem,” zegt Jereau (27). Samen met Cas (19) en ondergetekende (38) vormen we een Nederlands trio. De rest van het gezelschap komt uit Duitsland, Engeland, Zwitserland en Frankrijk. We verbazen ons vooral over de hoge leeftijd van de anderen, zo zitten er twee 70-plussers bij. Maar Engelsman Benjamin, een begin-veertiger, is iets anders opgevallen. “It’s a sausage party,” zegt hij terwijl we op de boot wachten. Dat ook ja, alleen onze reisgids is vrouwelijk. Benjamin is van de snedige oneliners, dat hebben we gisteren al gemerkt in het hotel-restaurant van Vidamar. Hij vertelde net getrouwd te zijn, voor de tweede keer. Dit huwelijk bevalt stukken beter dan de eerste poging. “Dat was een nachtmerrie, ik wist al na drie weken dat ik een fout had gemaakt.” Toch bleef hij acht jaar getrouwd. Waarschijnlijk omdat ze samen een dochter hebben. “She’s fantastic. Only made by the wrong person.”

Benjamin kwam tegelijkertijd met ons aan op het vliegveld van Faro, toen droeg hij nog een net pak met een bloemrijk overhemd. Vandaag heeft hij gekozen voor een leren jack dat al een paar jaar over de datum is en een forse rode zonnebril die in Nederland alleen tijdens carnaval in de mode is. De Fransman draagt een driekwartsbroek en 70-plusser Stuart een bespottelijk en crèmekleurig Ferrari-jack. Race to win, staat erop. Een malle pet van een of ander duur horlogemerk maakt de outfit af. Met dit gezelschap en zo’n dertig andere toeristen stappen we in Albufeira aan boord van Dream Wave om dolfijnen te spotten. Het is een open boot die makkelijk snelheid maakt. Terwijl we snoeihard over de golven ketsen, zegt Jereau het zo ontspannend te vinden. Ik hoop vooral naar huis te kunnen zonder hernia, maar het gestuiter blijkt de moeite waard: wat zijn dolfijnen toch prachtig. Dat zijn ze ook in Dolfinarium, maar in hun natuurlijke habitat nog even meer. Als er eentje boven water springt, hoor ik mezelf ooohhh kreunen, zoals ik anders alleen doe als Luka Modrić weer een geil balletje met buitenkantrechts heeft gegeven. De ouderen in ons gezelschap hebben nu overigens joekels van camera’s tevoorschijn gehaald, het merendeel blijkt een ervaren toerismejournalist annex fotograaf te zijn.

Trots lid van de Algarve Riders.

Volle vaart vooruit brengt de kapitein ons nu naar Carvoeiro, volgens de gids aan boord de plek met de mooiste grotten van heel Portugal. Onderweg gaan steeds meer armen omhoog, uiteindelijk vier vrouwen vragen assistentie om op een rustig plekje te kunnen kotsen. Ik kan niet zeggen dat ik verrast ben, bij mij blijft het gelukkig bij suizende oren.

De échte Algarve

Tijd voor een typische Algarve-lunch in het restaurant. Reisgids Martina doceert dat die doorgaans anderhalf uur duren, ook op werkdagen. Ze eten hier twee keer per dag warm en van een glas bier of wijn in de middag kijkt niemand raar op. Het is geen grapje, maar er wordt hard gelachen als ik zeg het thuis bij twee boterhammen met pindakaas te houden. Tijdens het buggy-rijden leren we opnieuw dat ze hier iets anders omgaan met alcohol. De tocht wordt even onderbroken voor een bezoek aan een bessenplantage. Daar krijgen we ook twee shotjes van een lokale drank, met 48 en 22 procent alcohol. Brit Benjamin slaat ze gewillig achterover. Hij blijft de volle excursie op de bijrijdersstoel zitten. “Ik ben te dronken om te rijden,” is zijn nuchtere commentaar. Shotjes tijdens het crossen: krijg je in Nederland nooit een vergunning voor.

“Jullie krijgen nu de échte Algarve te zien,” had de instructeur van de buggy’s (Algarve Riders) vooraf beloofd en daar is geen woord aan gelogen. Door prachtige berggebieden rijden we in de gevaartes op zand-, gravel- en graswegen. Karten is ook leuk, maar dit is de overtreffende trap. Zeker in dit ongerepte landschap is het heerlijk crossen in die machtige karretjes. Uiteraard druk ik op de verkeerde knop als ik richting wil aangeven en valt mijn buggy uitgerekend op de openbare weg stil, maar dat mag de pret niet drukken. Ik voel me net een deelnemer in de Dakar-rally.

Ook de natuurliefhebber komt aan zijn trekken.

Alsof het nog niet genoeg is geweest worden we in een bus naar een wijnrestaurant gebracht. Opnieuw staan de schalen vol met lokale lekkernijen en bij iedere gang hoort een bepaalde wijn. De flessen vormen ook het behang en de decoratie van restaurant Veneza, sommige flessen zijn ter plekke te bestellen, in prijs variërend van een paar tientjes tot een paar duizendjes. Volgens de rest van het gezelschap zijn het fantastische wijnen, maar deze boerenlul heeft het drie slokken geprobeerd om weer dezelfde conclusie te trekken als altijd: wijn is niet aan mij besteed. Als enige vraag ik om bier. Daarvoor hoef je niet speciaal naar Portugal, maar ik geloof dat het toerismebureau van de Algarve wilde tonen dat er genoeg is te beleven in de streek. Dat Albufeira niet alleen leuk is voor jongeren die een zon-zuip-seksvakantie willen. Oordeelt u vooral zelf of dat is gelukt.

Lifestyle
  • Jarry Popelier