Hoofddoekjes en keppeltjes
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: neutraliteit.
In Groot-Brittannië worden nog altijd pruiken gedragen in strafrechtszaken, zowel door de rechters als door de advocaten en de aanklagers. Het ziet er wat potsierlijk uit, want het is niet bepaald het soort pruik die de schijn moet wekken van een mooie, natuurlijke haardos. Het is eerder of er een reep Heugaveld-tapijt over de schedel van de drager is gedrapeerd. We kunnen er om lachen, maar de Britten nemen de traditie zeer serieus, en terecht. De pruik zorgt voor een neutraal karakter van de magistraten. Eigenlijk precies zoals de toga met bef in onze rechtszalen is bedoeld.
In Nederland hebben we het niet zo op tradities. Niets is meer heilig. Sinterklaas heeft na eeuwen afscheid moeten nemen van zijn Zwarte Pieten, onze zeehelden zijn zeeschurken geworden naar wie geen straten of pleinen meer mogen worden vernoemd, paarden op draaimolens moeten weg omdat deze opeens symbool blijken te staan voor het misbruik van dieren, negerzoenen zijn chocozoenen gaan heten (jodenkoeken mogen gek genoeg nog wel) en van het gezelschapsspel Kolonisten van Catan is haastig het woordje ‘Kolonisten’ afgehaald, want het moet natuurlijk wel gezellig blijven aan tafel. En we zijn er nog niet. Want kerstfolders van supermarkten krijgen steeds vaker de naam ‘feestfolder’ mee om mensen met een ander geloof niet te kwetsen en om dezelfde reden wordt in sommige kringen niet meer naar paaseieren gezocht, maar naar ‘feesteieren’.
Het dragen van religieuze symbolen door ambtenaren is minder onschuldig dan het lijkt. Femke Halsema zou dit moeten weten
Kortom, we zijn nogal een meegaand volkje en de veranderingen blijven zich aandienen. Nu opeens is er gedoe over het uniform van onze gezagsdragers. Het gedonder begint natuurlijk weer – waar anders – in het progressieve Amsterdam. Dwars tegen het overheidsbeleid in heeft burgemeester Halsema groen licht gegeven voor het dragen van hoofddoekjes door BOA’s. Raadsleden van Denk en geestverwanten kraaien uiteraard victorie, maar eigenlijk is het om te janken. Want het dragen van religieuze symbolen door ambtenaren is minder onschuldig dan het lijkt. Femke Halsema zou dit moeten weten, zeker nu haar stad wordt verscheurd door politieke en religieus gedreven tegenstellingen. De in 2017 overleden burgemeester Eberhard van der Laan noemde het een ‘lieve stad’, maar dat is het allang niet meer.
Met name de joodse gemeenschap heeft het zwaar te verduren. Het aantal antisemitische incidenten is sinds 7 oktober vorig jaar verdubbeld. Dit komt natuurlijk door de gebeurtenissen in Israël, maar om te begrijpen dat het joods-zijn daar niets mee te maken heeft, ontbreekt het nogal eens aan educatie. Niemand in Amsterdam durft nog met een keppeltje over straat en dat is natuurlijk een gotspe, om maar even in Jiddische termen te blijven. Hoe wenselijk is het om in deze vergiftigde sfeer BOA’s met een hoofddoek de straat op te laten gaan? Of met een keppeltje? Zouden reljongeren uit West met een Marokkaanse achtergrond zich de les laten lezen door een BOA met keppel? Voelt een joodse man zich vrij om aangifte van antisemitisme te doen bij een ambtenaar met hoofddoek? Niemand kan voorspellen hoe die situaties zich zouden ontwikkelen. Maar waarom het risico nemen? Laat het uniform gewoon z’n neutrale karakter behouden en de angel is eruit.
Het onzalige besluit van burgemeester Halsema kan niet krachtig genoeg worden bestreden. Nu is het nog de BOA waaraan wordt getornd, straks de agent en als we niet oppassen ook de rechterlijke macht. Wie denkt dat het niet zo’n vaart zal lopen moet maar eens in Birmingham en enkele andere grote Engelse steden gaan kijken. Daar hebben de sharia-raden hun intrede gedaan en geen wet die daar iets aan kan veranderen, daarvoor is het al te laat. Daar wel. Hier misschien nog niet.
- ANP