Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Geheim agent 'Karate Bob': ‘Ik kan efficiënter doden dan in slachthuizen gebeurt’

Een Joegoslaaf met de bijnaam ‘Karate Bob’ vermoordde vijftig jaar geleden drie van zijn landgenoten in Amsterdam. Wat is er met kerst 1973 gebeurd en was de schutter inderdaad een geheim agent van de Joegoslavische dictator Tito? “Ik ben een perfect schutter en ik mik altijd op het hoofd.”

Karate Bob

1. Joegoslavisch kerstdrama

Het was 4 graden boven nul toen ‘Karate Bob’ op 24 december 1973 de deur opende van Café de Boemerang aan de Amsterdamse Weteringschans. In een dennenboom hingen kerstballen. Uit luidsprekers klonken kersthits. Op krukken aan de bar en aan tafeltjes zaten zoals bijna elke avond veel Joegoslaven. Ze kwamen uit Kroatië, Slovenië, Montenegro en andere deelstaten.

Slobodan Radojev Mitrić uit Bačko Dobro Polje kwam een paar maanden eerder vanuit Stockholm aan in Amsterdam. Hij was 25 jaar, had lang, sluik haar en een baard. In zijn paspoort stond dat hij Jen Cerv heette. Een journalist van Panorama zou Bob omschrijven als ‘een stevig gebouwde, donkere Montenegrijn met het air van een beroemde profvoetballer’. Hij stapte uit op het Centraal Station, wandelde over het Damrak, zag hondenpoep en opengescheurde vuilniszakken; blikjes en patatbakjes waaiden in de gracht. Junks zeiden: “Hey, man you want to buy some stuff?” Hippies speelden gitaar op de Dam, meisjes met bloemen in hun haar dansten op blote voeten.

Bob had de zwarte band karate en ging lesgeven in de sportschool van acteur en karatespecialist Jon Bluming. Hij informeerde naar plekken waar Joegoslaven samenkwamen, ging naar de Boemerang aan de Weteringschans en ontmoette daar de Joegoslavische Radmilla Krivokapić. Ze was 26 jaar en kwam uit Belgrado. Er gingen geruchten dat ze een spion was en ze had altijd een pistool in haar tas. Radmilla en haar vriend Andrea Grizelj boden Karate Bob onderdak aan. Hij vertrouwde ze niet helemaal, maar zei toch ja.

Op kerstavond 1973 werd Bob gebeld door zijn Servische vriend Mihajlo. Bob moest zo snel mogelijk naar de Boemerang komen. Joegoslavische gangsters konden een geweer aan hem verkopen. Bob had dat nodig om in Zweden twee Kroaten te liquideren. Hij ging om half negen naar de Boemerang en werd voorgesteld aan een Joegoslaaf genaamd Miloš. Mihajlo had met hem in een Brusselse gevangenis gezeten. Miloš verzocht Bob mee naar buiten te gaan, hij wilde iets laten zien. Ze liepen naar een rode Renault 10 met een Belgisch nummerbord. Miloš pakte ineens een machinepistool en schoot op Bob. Een andere Joegoslaaf schoot ook. Het beoogde doelwit dook weg en rende terug de Boemerang in. Hij passeerde tafeltjes met etende mensen, gooide borden, glazen en flesjes om en sloot zich op in het toilet. Hij wachtte tot de mannen waren verdwenen en vertrok toen het weer veilig leek. Hij bleef slapen bij Mihajlo en kreeg een Colt zbrojovka. Ze pleegden wat telefoontjes en hoorden dat Radmilla en haar vriend Andrea achter de schietpartij zaten. Dat was in opdracht van de geheime dienst.

Bij de presentatie van zijn boek Nederland’s maffia in 1985 tovert Slobodan Mitric, alias Karate Bob, ‘bewijsmateriaal’ en een briefje van 1000 gulden tevoorschijn uit zijn broekriem.

‘Allemaal op de vloer!’

De avond erna ging Bob met Mihajlo en een Joegoslaaf genaamd Enver naar café Mostar in de Gerard Doustraat. Hij nam plaats op een kruk en gooide guldens in een speelautomaat. Radmilla zat op een kruk in de hoek. Bob deed of er niets aan de hand was en gokte door. Hij hield de deur steeds goed in de gaten, zijn belagers zouden vast terugkomen. Na een half uur zag hij inderdaad een bekend gezicht: Miodrag Sucić, een van de mannen van de dag ervoor. Bob velde zijn vijand met een technisch perfecte karateslag. Hij pakte zijn Colt zbrojovka en schoot Sucić twee kogels door zijn hoofd. De cafébaas schreeuwde: “Allemaal op de vloer!” Bezoekers doken achter de tapkast. Vanuit zijn ooghoek zag Bob Radmilla in haar tasje rommelen. Hij pakte zijn Colt en mikte op haar hoofd. Een kogel ging van dichtbij door Radmilla’s oog.

Bob, Enver en Mihajlo renden naar buiten. Miloš en een andere Joegoslaaf van de dag ervoor wachtten voor de deur van café Mostar in een auto. Enver vuurde kogels op ze af. Bob stapte in de auto van Mihajlo, Enver deed dat ook. Ze reden door de Ferdinand Bolstraat langs de Heineken Brouwerij, parkeerden bij een tramhalte voor de Boemerang en gingen naar binnen. Bob keek door het raam, zag hij iets verdachts? Voor een rood licht stopte een groene Volkswagen. Er liep een Joegoslaaf naartoe. Bob herkende hem: Andrea Grizelj, de vriend van Radmilla. Andrea sprak de twee inzittenden aan. Bob rende naar de Volkswagen en schoot Andrea in zijn kin, kaak en rechteroog. De twee mannen stapten uit, Bob mikte op hun hoofden. Andrea Grizelj stapte in de auto. Hij reed na 30 meter een plantsoen in en botste tegen een lichtmast. Een Joegoslaaf genaamd Petar werd bloedend op een brancard gelegd en naar de intensive care gebracht. De andere Joegoslaaf was toen al dood.

Twee agenten in burger hoorden de schoten; er reed op hoge snelheid een auto voorbij. De agenten zetten de achtervolging in. Bob, Enver en Mihajlo werden voor het Concertgebouw op het Museumplein afgesneden. De agenten stapten uit, werden beschoten en vuurden terug. Bob kreeg een kogel in zijn rechterpols en liet zijn pistool vallen. De agenten brachten hem in handboeien naar het politiebureau in de Pieter Aertszstraat.

Journalisten uit heel Nederland reden naar café Mostar en de Boemerang. Een politiewoordvoerder zei: “Zo’n vuurgevecht hebben we hier nog nooit gehad.” Kop in De Telegraaf: ‘Joegoslavisch kerstdrama’. In Het Parool werden de schietpartijen ‘de heftigste uit de geschiedenis van Amsterdam’ genoemd. Jaap Vissering schreef een reportage voor Panorama met als begin: “Eerste kerstdag 1973. Ook in Amsterdam is het vrede op aarde, tot plotseling de kogels door de stad fluiten.” Karate Bob werd omschreven als een ‘revolverman die als een dolle tekeergaat’.

Twee chirurgen peuterden de kogels met een tangetje uit Bobs pols. De dag erna werd hij verhoord. Commissaris Hok van Bureau Warmoesstraat wilde weten wat er was gebeurd. Bobs antwoord: “Dit is een geheime dienst-vete.” Hij noemde zijn slachtoffers ‘communistische agitatoren’ die ‘me willen vermoorden’ en hij zei: “Beter beklaagde dan lijk.” Hij schakelde uit zelfverdediging zoveel mogelijk vijanden uit, het was ‘zij of ik’. Hij voegde eraan toe: “Ik ben een perfect schutter en ik mik altijd op het hoofd.” Over Radmilla zei hij: “Zij zat in haar tasje te frommelen en zij zou daar een revolver in kunnen hebben. Ze was een gevaarlijke vrouw en lachte gemeen. Ik ben haar voor geweest.”

Café de Boemerang aan de Weteringschans.

Beschuldigd van verkrachting

Rechercheurs vertelden Bob hoe het met zijn slachtoffers ging. Radmilla was aan één oog blind en haar hersenen waren beschadigd. Andrea lag in het ziekenhuis, maar zou de aanslag overleven. Mice Radović uit Krusevac was meteen dood. Petar Milosević uit Belgrado stierf een paar dagen na kerstavond op 32-jarige leeftijd in het ziekenhuis. Ze waren geen gangsters of geheim agenten, maar gastarbeiders die werkten bij de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij. Ze boden Andrea die avond een lift aan en kenden hem voordien helemaal niet.

Bobs moeder stuurde hem een Joegoslavisch artikel over de driedubbele moord. Er stond een foto bij van de slachtoffers. Bob herkende Petar. Hij had hem ontmoet in de Boemerang en beschouwde hem als een vriend. Hij kreeg even last van zijn geweten, maar gaf al weer snel de schuld aan de geheime dienst.

Bob was op zijn 19de via zijn oom gerekruteerd als liquidatie-agent. Zijn werk: vijanden van Tito en het regime doden. Hij werd eerst naar Frankrijk en daarna naar Zweden gestuurd. Vooral Kroaten hadden zijn aandacht. Zij complotteerden in ballingschap tegen Joegoslavië om een eigen land te krijgen.
Inspecteur Hagens twijfelde aan Bobs versie en hij confronteerde de verdachte met zijn strafblad. Hij had contact gehad met de Zweedse politie. Meerdere vrouwen beschuldigden hem daar van verkrachting. Volgens Karate Bob logen die vrouwen in opdracht van de geheime dienst. Kijk naar mij, zei Bob. Had zo’n knappe vent een verkrachting nodig? Een corrupte Zweedse rechter veroordeelde Bob wel tot drie jaar, maar hij werd al snel vrijgelaten om als karateleraar te kunnen werken voor de Zweedse geheime dienst. Dat gaf volgens Bob wel aan dat hij onschuldig was.

Bob ontvluchtte Zweden, ook al had hij daar een mooie, blonde vrouw genaamd Mariana en een zoontje dat hij Petar noemde. In Amsterdam kreeg hij naar eigen zeggen een nieuwe moordopdracht. De man die hij uit de weg moest ruimen: kolonel Vlado Dapčević, een van de bekendste Joegoslavische dissidenten met de bijnaam ‘Oompje’ en vijand nummer 1 van Grote Roerganger Tito. Bob nam vanuit Amsterdam de trein naar Brussel. Hij vroeg even rond bij Joegoslaven, kreeg een adres door. Dapčević stond al jaren op een dodenlijst en werd zwaar bewaakt, maar Bob slaagde er toch in binnen te komen.

De uren erna gebeurde er iets wat hij nooit had verwacht: de kolonel en hij raakten aan de praat, hij mocht de oude baas, voelde bij hem de warmte die zijn eigen vader - een strenge Montenegrijnse politieagent - Bob nooit gaf. Bob weigerde zijn opdracht uit te voeren en keerde terug naar Amsterdam. Dapčević had hem al gewaarschuwd dat dit desertie was en op desertie stond de allerhoogste straf. Ja, sinds die fijne, fatale avond in dat Brusselse appartement moest Karate Bob dood. Maar dat liet hij mooi niet gebeuren.

Omgeven door politie wordt Karate Bob vanuit de gevangenis van Maastricht naar Den Haag vervoerd voor de presentatie van zijn boek Nederland’s maffia.

2. Tito’s moordmachine

Het Paleis van Justitie aan de Amsterdamse Prinsengracht was op 11 juni 1974 afgezet met dranghekken. Fietsers, wandelaars en automobilisten werden omgeleid. Voor de trappen stonden agenten met wapenstokken en geweren. Bezoekers werden lang gefouilleerd. In de zaal zaten tientallen mensen uit binnen- en buitenland. Volgens een journalist van Panorama leek de voorgeschiedenis van de drievoudige moord ‘te zijn ontsproten aan het brein van James Bond’. De publieke tribune was voor de veiligheid gesloten. Toehoorders konden de zitting in de zaal ernaast via luidsprekers volgen. Een deur ging open. De eerste verdachte, Mihajlo M., kwam binnen. Er klonk geroezemoes toen rechtbankvoorzitter Van der Waerden vertelde dat de hoofdverdachte van de Joegoslavische kerstmoorden niet naar de rechtbank durfde te komen. Karate Bob zat vast in Scheveningen en daar was hij volgens zichzelf veiliger dan in een busje naar Amsterdam of in het Paleis voor Justitie. Zijn advocaat Van Rompu overhandigde een brief aan de rechtbankpresident namens Bob. Er stonden zinnen in als: “Het kan mij niet schelen wat voor straf ik krijg. Als ik maar kan blijven waar ik ben.” Bob schreef in dezelfde brief over zijn reis naar Brussel om de kolonel met de bijnaam Oompje te liquideren. Hij weigerde de opdracht uit te voeren en ‘killers van de geheime dienst’ probeerden hem daarna uit de weg te ruimen. Rechtbankpresident Van der Waerden noemde Bobs versie ‘een verhaal zoals wij het alleen uit romans kennen, maar dat natuurlijk wel in werkelijkheid kan voorkomen’. Officier van justitie Van den Berge merkte op hoe vreemd het was dat de heer Mitrić nu ineens heel bang leek te zijn. In het huis van bewaring viel daar helemaal niets van te zien. Hij oefende ‘schrik en dreiging’ uit. Iedereen vreesde zijn ‘intimiderend en aanmatigend optreden’. Een Italiaanse gevangene en ex-bokser maakte eens een ‘plagende opmerking’. Mitrić schakelde zijn vijand uit ‘met enkele bliksemsnelle stoten’ die alleen een zwarte band-karateka kon uitvoeren. Het slachtoffer moest worden afgevoerd naar het ziekenhuis met hersenletsel en de Italiaan was volgens mr. Van den Berge nog steeds verlamd.

In een pantserwagen

De zitting begon met een beschrijving van de driedubbele kerstmoord. Volgens de rechtbankpresident waren er drie scenario’s: A. het was een uit de hand gelopen strijd tussen Joegoslavische misdaadbendes die om de macht in Amsterdam vochten. B. beoogd doelwit Andrea Grizelj en hoofdverdachte Slobodan Mitrić leefden ‘in onmin’ omdat ze verliefd waren op dezelfde vrouw. C. de hoofdverdachte sprak de waarheid en de driedubbele moord had inderdaad een politieke aanleiding. Officier Van den Berge noemde scenario A. het meest voor de hand liggend en hij stelde in zijn requisitoir: “Mitrić werd de Koning van de Joegoslavische onderwereld in Nederland genoemd en het is erg aannemelijk dat hij ieder wilde doden die hem van zijn troon probeerde te stoten.” De aanklacht: driemaal moord, tweemaal poging tot moord en tweemaal poging tot doodslag op twee politiemannen. Straf bij verstek: achttien jaar cel.

Bob ging in beroep. In juni 1976 was hij wel aanwezig in het Paleis van Justitie. Hij werd gebracht in een pantserwagen, een eis van Bob. Bewakers in kogelvrije vesten begeleidden hem naar de rechtszaal. Bob verschool zich achter een pilaar en leek nerveus toen hij de rechters vertelde dat ‘degenen’ die hem op 24 december 1973 probeerden te vermoorden op de publieke tribune zaten en er zat ook een slachtoffer. Hij wees op een vrouw met één oog die volgens Bob voor de geheime dienste werkte. Dat was Radmilla Krivokapić. Ze maakte volgens hem steeds snijgebaren langs haar hals. De officier merkte fijntjes op dat Bob in Belgrado nog even dramaturgie had gestudeerd. Daar had hij kennelijk veel geleerd, want de officier had sterk de indruk dat de beklaagde ‘de moorden op drie mensen vanuit zijn spionagesyndroom dramatiseerde’. Dat hele geheimedienstverhaal deed in wezen ook weinig ter zake.

Bob was het daar niet mee eens en hij kon naar eigen zeggen wel degelijk bewijzen dat hij geen fantast was. Hij had een lijst opgegeven aan de Binnenlandse Veiligheidsdienst met namen van Joegoslaven die moesten sterven. Eén voor één werden ze in heel Europa uit de weg geruimd. Ander bewijs dat hij de waarheid sprak: de beroemdste Joegoslavische dissident Vlado Dapčević werd in 1975 gearresteerd in Boekarest en ter dood veroordeeld. Columnist Nico Scheepmaker geloofde Bobs verhaal en schreef: “Karate Bob beheerst allerlei kunstgrepen van de agent 007, bovendien past de spoorloze verdwijning nu van Dapčević in zijn verhaal.” In Het Vrije Volk werd hij de ‘liquidatie-agent van Tito’ genoemd.

Bobs tolk Marinus Broekmeijer vertelde een journalist: “Ik ben tot de conclusie gekomen dat de vergelijking met James Bond niet verzonnen is. Het is echt!” De rechter leek tot dezelfde conclusie te komen. Hij erkende dat Karate Bob bij de geheime dienst had gewerkt en de veroordeelde seriemoordenaar kreeg dertien in plaats van achttien jaar.

Karate Bob in 1985.

Affaire met directrice

Karate Bob keerde in een pantserwagen terug naar de gevangenis. Hij begon naar eigen zeggen een affaire met de onderdirectrice en kreeg een eigen kamer met een bureau en een typemachine. Hij dichtte, schreef en schilderde iconen sinds Christus in zijn cel was verschenen. Hij scheidde van de Zweedse Mariana en zette een advertentie met: “Een licht gestrafte jongeman zoekt een aardig en intelligent meisje om hem op het rechte pad te helpen.” Hij kreeg antwoorden van Jokes, Anja’s en Cora’s. Ze kwamen langs in de gevangenis, Bob koos voor Lea en kreeg met haar een verhouding.

Hij kwam in 1980 vervroegd vrij, werd door drie vrouwen beschuldigd van verkrachting en moest terug de cel in. Volgens Bob was dit een complot, zijn advocaat noemde de beschuldigingen ‘gefabriceerd’. Hij werd opgesloten in een isoleercel van de Maastrichtse gevangenis. Hij verbrak de relatie met Lea en begon een verhouding met een zes jaar oudere kunstenares die hem hielp zijn boeken te verkopen. In 1981 kwam zijn eerste publicatie uit: Het grote karateboek van Karate Bob. Hij schreef brieven aan journalisten om aandacht voor zijn zaak te krijgen en tikte zijn memoires op. De titel: Geheim-agent van Tito, uitgekomen in 1982. Bob stond op de voorkant met een pistool en hij smokkelde een vrouw de gevangenis in die naakt met hem op de foto ging.

Was hij inderdaad een liquidatie-agent voor Tito? Ja uiteraard en daar wilde Bob getuigenis van afleggen. De opvolger van Geheim-agent van Tito heet Tito’s moordmachine. Wervende tekst op de voorkant: ‘Geheim agent van Joegoslavië: Karate Bob. Hij maakt schoon schip met bekentenissen over 63 moorden.’ Bob schreef nooit last van zijn geweten te hebben en hij pochte ‘efficiënter te kunnen doden dan dagelijks in slachthuizen gebeurt’.

In 1985 publiceerde Bob een nieuw boek: Nederland’s maffia. Hij was achter de tralies bevriend geraakt met gangsters als Stanley Hillis en Klaas Bruinsma en gebruikte hun informatie om een nieuwe bestseller te schrijven. De gevangenisdirectie stond hem toe naar de boekpresentatie te gaan en Bob werd in een gepantserde auto van de politie naar perscentrum Nieuwspoort in Den Haag gebracht. Rechters en agenten waren volgens hem betrokken bij de maffia en daar vertelde Bob vol passie over.

Karate Bob sleet zijn laatste dagen op een zolderkamertje aan de Amsterdamse Zeeburgerdijk, voor hij in 2016 overleed.

3. De ongewenste vreemdeling

Het was 2016 en Karate Bob woonde op een zolder in een oud, Amsterdams schoolgebouw. Hij had een kat en een jack russell. Aan het plafond hingen oranje, paarse en roze jurken die van zijn overleden vriendin Iris waren geweest. Aan weerszijden stonden haar schilderijtjes. Een gaskachel brandde op een zo laag mogelijke stand. Bob had een bureautje tegen een muur geschoven. Hij schreef er boeken met titels als Doodlopende weg - Waarom de Nederlandse geheime dienst haar top geheimagent Theo van Gogh heeft vermoord en Help! Ze hebben me gekidnapt! Lady Di. Volgens een journalist van Trouw was hij ‘de laatste zeven jaar niet één keer buiten’ geweest.

Weggerotte tanden

Karate Bob brak achter de tralies door als bestsellerschrijver. Na zijn vrijlating in 1986 schreef hij toneelstukken, gedichten en boeken. Bob doorzag de wereld en hij onthulde ‘de waarheid’ over de aanslagen van 9/11. Hij moest als ‘ongewenste vreemdeling’ Nederland verlaten, maar verzette zich tegen de uitlevering en citeerde het oud-Joegoslavische gezegde: ‘Diensten vergeten nooit en een ongelukje kan zomaar gebeuren.’ Bob werd niet gedeporteerd en trouwde in 1992 met kunstenares Iris de Vries. Hij trok bij haar in en leefde vooral van haar bijstandsuitkering. Vroeger verdiende hij nog geld met zijn boeken, maar die tijd ging voorbij.

Iris de Vries overleed in 2006. Ze werd 64. Volgens Bob was ze vermoord door de geheime dienst. Hij was sinds haar dood nog armer dan hij al was en de Immigratie- en Naturalisatiedienst bleef hem maar lastigvallen. Fred Teeven en Rita Verdonk probeerden hem het land uit te zetten. Nederland had genoeg problemen met hem gehad, de ongewenste vreemdeling moest na 33 jaar nu echt terug naar zijn eigen land. Joegoslavië bestond allang niet meer, Tito was al jaren dood. In Servië moest hij het maar uitzoeken.

Acht jaar na Iris’ dood kreeg Karate Bob heel slecht en goed nieuws. Volgens de dokter had hij kanker en door zijn ziekte mocht hij in Nederland blijven. Hij woonde toen nog steeds op het zolderkamertje aan de Amsterdamse Zeeburgerdijk. Zijn baard was grijs en onverzorgd. Zijn tanden waren voor een groot deel weggerot. Karate Bob liep de hele dag op blote voeten. Schoenen en sokken pasten niet meer. Door de kanker waren zijn voeten te veel opgezwollen. Hij bleef boeken schrijven en stuurde mails naar de Amerikaanse president Obama en vele anderen. Volgens zijn uitgever had hij contacten met de CIA en de Russen. Zijn advocaat regelde een AOW-uitkering en bracht elke maand 790 euro in contanten omdat Bob geen bankrekening had.
Op vrijdag 25 november 2016 kwam er een melding binnen bij de politie. Karate Bob lag in de portiek bij zijn woning. Hij kreeg geen adem, er moest snel een ziekenwagen komen. Bob werd op een brancard getild en naar het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis gebracht. In de ambulance verslechterde zijn toestand en de drievoudige moordenaar Karate Bob stierf kort na binnenkomst op 68-jarige leeftijd in het OLVG. Op de voorpagina van Trouw stond de maandag erna: ‘Karate Bob: wat begon als een thriller eindigde in een tragedie’.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Misdaad
  • Guus Dubbelman, ANP, NL Beeld