Vóórdat John de Mol op de snijtafel van de plastisch chirurg lag en nog wallen als kievitseieren had, legden wij hem al op onze eigen snijtafel voor een indringend portret. Toen al, en dan hebben we het over 1993, was hij de belangrijkste man van Hilversum, al zou iemand als Joop van den Ende dat natuurlijk kunnen betwisten. En dan moesten wereldwijde successen (en schandvlekken) als Big Brother en The Voice nog komen.
Precies dertig jaar geleden was het kantoor van De Mol op het toenmalige Mediapark amper te bereiken: eerst moest je de hele redactievloer over waar bijna tweehonderd man werkten, vervolgens moest je langs twee secretaressen zien te komen die als bijtgrage pitbulls hun baasje beschermden waarna je, eenmaal in zijn kantoor, erachter kwam dat je ‘maximaal drie minuten’ de tijd had om hem iets voor de voeten te werpen. Company policy heette dat toentertijd in goed Nederlands. En in die drie minuten moest je dan ook nog eens een verstikkend rookgordijn zien te trotseren, want zijn kantoor stond regelmatig blauw van de rook.
Naar verluidt joeg hij een paar pakjes sigaretten per dag over zijn longen – light-sigaretten, dat dan weer wel. En zijn wallen werden ook steeds groter, mede mogelijk gemaakt door die verschroeiende werkwerken van minimaal 80 uur waar hij zich nog steeds schuldig aan maakt (als het niet meer is). Maar dat mocht in de wereld van John de Mol allemaal geen naam hebben: “Ik doe overwegend dingen die ik leuk vind.” Bovendien vond hij hard werken geen verdienste, maar een karaktertrek, zei hij terwijl hij aan zijn peuk hees.
Brainstormsessies met zijn naaste medewerkers over nieuwe formats, zijn favoriete hobby, vonden nooit doordeweeks plaats (want dan werd er natuurlijk gewerkt), maar alleen op zaterdag. Want zoals wij destijds schreven: dan konden ze ongestoord ‘bloed, zweet en tranen vergieten’ bij het verzinnen van nieuwe shows en spelletjes. Vakanties? Daar wilde hij nooit aan, maar hij móést, omdat hij wist dat dat beter voor hem was. Maar júíst op vakantie kon hij zijn werk niet loslaten, bekende hij in 1993: “Op vakantie krijg ik de meest vreemde ideeën. Mijn ogen zijn dan net twee cameraatjes. Ik zie allerlei dingen voor mij gebeuren die me ineens op een idee brengen. Ik kijk ook altijd tv op vakantie, al moet ik zeggen dat ik zelden word verrast door een buitenlandse zender. Eerder omgekeerd. Dat ik denk: mensen, mensen, hoe kunnen jullie dit uitzenden!” Nederland lag ver voor op andere landen, zei hij: “Op televisiegebied zijn we op een heel hoog niveau bezig. We moeten dus oppassen dat we geen minderwaardigheidscomplex krijgen van het gegeven dat iedereen maar tegen ons aankijkt als ‘dat kleine, onbeduidende landje’. Dat is namelijk niet zo.”
Hij zei het destijds niet met zoveel woorden, en tegenwoordig nog steeds niet, maar aan lapzwansen had en heeft De Mol een broertje dood. Maar als ie niet snel de puinhopen rondom The Voice opruimt, is ie er zelf eentje.