Gif in het elftal: 'Die etterbakjes heb je nodig'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: etterbakjes op het voetbalveld.
Micha Jacobs
Een voetbalavontuur kan mij niet groot genoeg zijn, maar een roadtripje van de noordpoolcirkel naar Florence was mij vorig jaar nét iets te gortig. Het was een idee van de firma Enterprise, het grootste autoverhuurbedrijf ter wereld en tevens hoofdsponsor van de Europa- en Conference League. Het Noorse FK Bodø/Glimt zat destijds nog in de Conference League, net als het Italiaanse Fiorentina, dus het bedrijf dacht: laten we die jongen in een van onze auto’s van Noord- naar Zuid-Europa rijden voor een voetbalreportage. Waarom ik daar ooit nee tegen zei, weet ik nog steeds niet: waarschijnlijk zag ik te veel beren op de weg, hoewel ze die in Noorwegen nauwelijks hebben.
Het avontuur AZ-Aston Villa (1-4) dat vorige week door datzelfde bedrijf in mijn schoot werd geworpen, vond ik dan weer wel te behappen, dus daar zat ik, op de eerste rij, bijna oog in oog met Emiliano Martínez, de keeper van Aston Villa. Alleen al bij het noemen van zijn naam schieten de vlekken waarschijnlijk in je nek. Tijdens die kwartfinale op het afgelopen WK dreef hij ons als keeper van Argentinië tot wanhoop, daar hoef ik je ongetwijfeld niet aan te herinneren. Ook niet aan het feit dat hij zichzelf en eigenlijk de hele voetbalwereld te schande maakte toen hij als kersverse wereldkampioen de gouden handschoen kreeg van de emir van Qatar en vervolgens voor het oog van de wereld een zogenaamde masturbatie-act opvoerde waar zijn moeder ongetwijfeld heel trots op was.
De provocateur in hem kwam ook in Alkmaar boven, tot afgrijzen van iedereen behalve de Engelsen. Vanaf de allereerste minuut tijdrekken, met de bal aan de voet rustig wachten totdat hij zou worden aangevallen, tergend langzaam een doeltrap nemen, dat soort werk. En het publiek maar fluiten, terwijl hij daar alleen maar groter van werd. Ik had het eigenlijk al een tijdje niet meer gezien, zeker niet van zo dichtbij, maar ergens kon ik daar wel van genieten, van die gereïncarneerde Duitser in een Argentijns- en Villa-keepershirt.
James Bond heeft het altijd aan de stok met een evil villain, het voetbal met een evil villain genaamd Emiliano Martínez. Elk kampioensteam heeft zo iemand nodig, zoals wij Frank Rijkaard hadden op het EK van ’88. Sindsdien hebben we er bij mijn weten nooit meer eentje gehad. Ronald Koeman hoopte laatst dat er binnenkort een penaltyspecialist wordt geboren, omdat Oranje die momenteel niet heeft. Maar hebben we eigenlijk niet veel meer aan een rasprovocateur op het middenveld en in de goal?
Edwin Struis
Gif in een elftal, ik heb er nooit zoveel problemen mee. Van die etterbakjes heb je gewoon nodig, met elf koorknapen win je niks. Beetje zeiken op de scheids, wat is daar mis mee? De liefhebbers van rugby hoor ik dat de hele tijd zeggen, dat de spelers zich zo goed gedragen en nooit zeuren en zaniken bij het gezag. Vreselijk, wat een kutsport. Beren van kerels die zich neerleggen bij elke beslissing, hoe onecht wil je het hebben?Ik keek graag naar types als Roy Keane of Vinnie Jones in Engeland, of Wesley Sneijder in Ajax en Oranje. Moet je kijken wat er nu rondloopt bij Ajax. Omhooggevallen jongetjes als Kenneth Taylor, die bij balverlies niet het mes tussen de tanden vandaan haalt, maar hemeltergend langzaam terug sjokt richting eigen helft. Geen branie, geen uitstraling. Tja, zo kom je vanzelf in de degradatiezone terecht, ook als voetballer.
Ik was de afgelopen dagen met m’n beste maat Erik tijdens een citytrip in Tbilisi en overal waar we kwamen, moesten we aan de voetbalgekke Georgiërs uitleggen wat er toch met Ajax aan de hand is. De club zorgt voor wereldnieuws, maar om de verkeerde redenen. Je wordt er nog net niet om uitgelachen, maar de meewarige blikken zeggen genoeg. Zelf reppen ze vol trots over hun landgenoot Chvitsja Kvaratschelia, die bij Napoli – dat verklaart zijn bijnaam Kvaradona – de pannen van het dak speelt. Vorig jaar tijdens Ajax-Napoli (1-6), toen de eerste tekenen van de ontmanteling van een topclub zich al aandienden, speelde hij de hele defensie van Ajax al zoek, iets dat nu bijna iedere aanvaller lukt.
Het verval van de club gaat ook Shota Arveladze aan het hart, de ex-spits die in 1997 door trainer Morten Olsen als exotische verrassing uit de hoge hoed werd getoverd. Zittend aan een voedzame dis haalde hij talloze herinneringen op aan die tijd. Als het aan hem ligt, reist hij nog deze week af naar de Johan Cruijff Arena om in ieder geval de spitsen bijles te geven in vakken als afwerking, koelbloedigheid en positionering. Hij kent de club en weet wat er te koop is in de internationale voetbalwereld na talloze klussen in diverse landen. “Laat me in ieder geval eens een uurtje praten met Louis van Gaal, dan kan ik ze misschien overtuigen. Ik wil best wel helpen om Ajax weer wat kleur te geven, maar dan moeten ze me wel bellen.” Het lijkt me een typisch gevalletje van an offer you can’t refuse.