“Willen de kinderen meehelpen met het bouwen van hun boomhut? Dat vinden we alleen maar leuk!” Op de website van Stella Carpintera, een van de weinige professionele boomhuttenbouwers van Nederland, klinkt het bouwen van een boomhut als iets kinderlijk eenvoudigs. De foto’s van haar talloze boomhutten, filmdecors en klimparcours vertellen een ander verhaal. Een boomkasteel met hoog Efteling-gehalte, een luxe boomlounge die niet zou misstaan in de Amsterdamse grachtengordel, een speelhut vergroeid in een woonkamer, een nagebootst scheepswrak waarvan de gemiddelde archeoloog het verschil met een authentiek piratenschip niet zou zien; de spectaculaire bouwwerken van One Two Treehouse, Stella’s bedrijf, zijn een lust voor het oog.
Mijn eerder gemaakte voorstel – om een dagje met deze Groningse powervrouw mee te klussen, slingerend aan takken en bungelend op duizelingwekkende hoogten – voelt plotseling als een heel slecht idee. Om u een beeld te geven van de praktische vaardigheden van uw verslaggever: mijn laatste poging om te tuinieren eindigde op de spoedpost met vijf hechtingen door de lip. “Je had de schep moeten zien,” kreeg ik nog net uit mijn hevig bloedende mond.
Maar zodra wij binnenstappen in Stella’s zelfgebouwde, houten paradijsje, aan de buitenrand van Groningen, stelt de sympathieke huttenbouwster mij direct gerust. “Wil je nog steeds helpen? Hartstikke leuk! Ik ben bezig met een heel cool project, hier in de buurt. In mijn werkplaats kunnen we wel even zagen en timmeren.” Ik lach vriendelijk terug. “Het Martini-ziekenhuis, hoe dichtbij is dat?”
Zelfgebouwde oase
Voordat het zover is, geeft Stella ons een rondleiding door haar atelier. Of beter: haar zelfgebouwde oase. Want dat is haar volkstuin: een klein stukje natuurschoon dat prima zou fungeren als filmdecor voor Jungle Book. “Hier doe ik mijn voorbereidende werkzaamheden,” vertelt Stella vanachter haar bureau, in een van de twee tiny huisjes, die zij uiteraard ook zelf bouwde. Naast haar, op diezelfde tafel, pronkt een 3D-model van haar eerstvolgende project: een losstaande boomhut van 35 vierkante meter, steunend op acht grote stammen. “Deze is bestemd voor een mevrouw die graag een plekje wil in haar achtertuin, waar zij zich kan terugtrekken. Zonder stroom of water, alleen met een klein kacheltje. Hoewel, ik zeg wel ‘achtertuin’, maar maak daar gerust ‘een klein bos’ van.”
Daarmee maakt Stella maar meteen duidelijk dat de afnemers van luxe boomhutten meestal tot het welgestelde segment van de samenleving behoren. “Ik kijk mijn ogen vaak uit, als ik voor het eerst bij mijn klanten thuiskom,” zegt de huttenbouwster. “Grote villa’s met nog grotere tuinen. Tja, een boomhut is gewoon een luxeproduct,” concludeert ze. De kosten voor dit specifieke exemplaar, naast ons op tafel: ongeveer 35.000 euro. “Dat is ook wel een de duurdere, hoor. Heel veel hoger ga ik meestal niet,” zegt Stella er meteen bij. “Mijn boomhutten beginnen bij de 6000 en eindigen bij de 45.000 euro.”
Van het handjevol professionele boomhutbouwers in Nederland maakt Stella de meest bijzondere creaties. “Ik ben niet zo van de lage, basic boomhutjes,” verklaart de Groningse. “Hoe hoger en creatiever, hoe beter.” Zelf zou Stella overigens geen klant kunnen zijn van haar bedrijf. Want: van boomhutten bouwen word je zelf niet bepaald rijk, ondanks die riante offertes die erbij horen. “Het zijn tijdrovende klussen,” legt ze uit. “Voor een boomhut trek ik zes tot acht weken uit. Ik huur personeel in om mij te helpen en ik moet veel materiaal inkopen. Niet de goedkoopste planken ook. Ik gebruik alleen hout van goede kwaliteit. Omdat ik dat zelf wil, maar ook om de veiligheid van mijn hutten te kunnen waarborgen. Nee, als je alles omrekent, blijft er geen gigantisch inkomen over. Gelukkig geniet ik van mijn werk. Dat scheelt.”
Hoog boven de grond
En genieten is het in de tuin van Stella. We klimmen omhoog via een losstaande, metalen ladder, naar een zelfgebouwd plateau in een van haar bomen, hoog boven de grond. Althans, Stella klimt. Onbevreesd. Vanaf haar wiegende hangbrug op 6 meter hoogte roept ze: “Kom je ook nog?” Ik slik en roep terug: “Tuurlijk!” Met klamme handjes klauter ik naar boven. De eerste stappen op de hangbrug zijn serieus griezelig. “Uhm, is dit allemaal wel gecontroleerd door de veiligheidsinspectie en zo?” vraag ik halverwege. “Het zit allemaal stevig,” belooft Stella.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Paul Tolenaar