Een wietplantage moet de problemen verhelpen, maar dat mislukt hopeloos

Vijf maanden lang heeft Martijn in 2022 wiet verbouwd. Daar is hij al voor veroordeeld en hij ontkent het ook helemaal niet, maar hij moet zich voor de financiële afhandeling nogmaals melden in de rechtbank. Tot verbazing van de rechter wordt de 30-jarige Schiedammer niet geflankeerd door een advocaat, een noodzakelijke bezuiniging. “Als ik zo een bepaalde straf van u krijg, dan moet ik maar een advocaat in dienst nemen. Voor hoe heet dat ook alweer...?” Inderdaad, hoger beroep.

Zo’n beetje alles in zijn leven is de laatste jaren misgegaan. De tattoo- en piercingzaak die hij dankzij fikse leningen kon openen, moest na negen dagen alweer dicht. Corona. Zijn vriendin, die zwanger van hem was, is omgekomen bij een auto-ongeluk. Martijn was logischerwijs een tijd niet in staat te werken, als het land al niet op slot zat. De schulden stapelden zich op. “Tijdens de laatste lockdown was ik het zat om niet te kunnen eten.” Een wietplantage moet de problemen verhelpen, maar dat mislukt hopeloos.

Hij weet amper hij hoe zijn 140 plantjes moet verzorgen en na vijf maanden maakt een politie-inval een einde aan zijn nieuwe carrière. De oogst? 18.000 euro als hij alles goed had gedaan en dat bedrag moet hij daarom terugbetalen aan de staat. De kwekerij heeft meer gekost dan opgebracht, daarnaast moet hij aan Eneco al een soortgelijk bedrag terugbetalen. In tranen vraagt Martijn of het niet kan worden afgedaan met een taakstraf. Helaas, de rechter schaaft wel wat van het geëiste bedrag, maar Martijn schuldenberg is met bijna 8000 euro verhoogd.