Op de oude stadsmuur van Tallinn, de hoofdstad van Estland, kijkt Boris Jeltsin indringend naar de voorbijgangers. Ter nagedachtenis aan Ruslands eerste president, staat er op het bronzen plakkaat, voor zijn rol in het vreedzame herstel van Estlands onafhankelijkheid in 1990-1991. In het middeleeuwse stadscentrum, dat op de werelderfgoedlijst staat, bevindt zich de Russische ambassade, afgeschermd door hekken waar steunbetuigingen aan Oekraïne en verwensingen naar Vladimir Poetin hangen. Even verderop, op het centrale plein, laat een bord voor een terras ook al geen misverstand bestaan over hoe ze hier over hun buurland Rusland denken, en dan met name over zijn leider: “Beste Poetin,” staat er met krijt opgeschreven, “laten we vooruitspoelen naar het moment waarop je jezelf van kant maakt in een bunker.”
Oudste apotheek
“Kijk hier maar niet naar,” zegt onze stadsgids Eva Maria, die enigszins gegeneerd naar alle anti-oorlogspropaganda kijkt. Niet dat ze haar ogen ervoor sluit, maar ze heeft betere dingen te doen. Aanwijzen waar de oudste nog in bedrijf zijnde apotheek van Europa ligt bijvoorbeeld, maar ook de bloemenmarkt die 24 uur per dag, zeven dagen per week open is, en alle kerken in de stad, met name de Russisch-orthodoxe Alexander Nevski-kathedraal in het hoogstgelegen deel van het oude stadshart. De anti-sovjetsentimenten kan niemand negeren, ook zij niet, maar als kind van de Sovjet-Unie – ze is begin 40 – spreekt ze standaard in termen als de ‘Russische bezetter’. “Wij als Esten hebben altijd onze eigen identiteit gehad,” zegt ze terwijl de trots uit haar ogen spat.
Het zou een goede vraag zijn in een quiz als De Slimste Mens: wat weet u eigenlijk van Estland? Grote kans dat je je waarschijnlijk flink achter de oren krabt en de antwoorden schuldig moet blijven. Heel gek is dat natuurlijk niet. Dat Estland samen met Letland en Litouwen tot de Baltische Staten hoort, dat weet je waarschijnlijk wel. Dat die alle drie tegen Rusland aanliggen: ook bekend. Maar verder? Parijs heeft de Eiffeltoren, Rome het Colosseum, maar een Europese hoofdstad als Tallinn? Groot vraagteken. Het is ook niet dat je op een ochtend je nest uitkomt en denkt: laat ik vandaag eens even naar Estland rijden. Met de auto is Tallinn verder dan bijvoorbeeld Lissabon, meer dan 2300 kilometer van Amsterdam, en dan moet je ook nog dwars door Duitsland, Polen en die andere Baltische Staten knallen. Als je dan toch zo ver gaat rijden, dan maar richting de Balkan, denken veel Nederlanders tegenwoordig: daar schijnt tenminste altijd de zon.
Goedkope wodka
Ik wist ook niet beter dan dat Tallinn vooral een bestemming was waar veel Britten over straat zwalkten, omdat de vluchten ernaartoe spotgoedkoop waren en daarmee een ideale plek was om bijvoorbeeld een vrijgezellenfeestje te houden. Ik dacht ook altijd dat naast Britten ook veel Finnen de oversteek vanuit Helsinki maakten, aan de andere kant van de Finse Golf. Niet alleen om zich voor een appel en een ei een stuk in de kraag te zuipen – alcohol kost in Tallinn ongeveer hetzelfde als in Nederland, wat vele malen goedkoper is dan in Finland – maar ook om goedkope wodka in te slaan. Dat eerste is allang achterhaald, er vliegt geen budgetmaatschappij meer direct van Engeland naar Tallinn, maar dat laatste klopt nog wel.
Eén rondje door het oude centrum van Tallinn en je telt zeker zes karaoketenten. Karaoke? Voor de Aziatische toeristen? Nee, ook Finnen zijn er gek op. “Ze komen hier om te drinken en om te zingen,” zegt Eva Maria. “Vind je het gek dat ze elk jaar tot de gelukkigste mensen ter wereld behoren?”
In diezelfde lijst neemt Estland de zeer bescheiden 39ste plek in, precies tussen Cyprus en Panama in, wat Eva Maria wat aan de lage kant vindt: “Ik zou op geen andere plek willen wonen. Na een paar dagen op reis krijg ik al heimwee.”
Vooral Amerikanen begrijpen daar tegenwoordig niks van, zegt ze: “Er kwamen altijd veel Amerikaanse toeristen naar Tallinn, maar dat zijn nu de opvallendste afwezigen. Die komen sowieso minder naar Europa, vanwege de oorlog in Oekraïne. Zij denken: het is oorlog in Europa, dus overal vliegen de raketten over. Als ik zeg dat Kiev hier meer dan 1300 kilometer verderop ligt, dan vinden ze dat nog te link. Ergens snap ik dat wel, als je het vergelijkt met de afstanden in Amerika. Dan komt het misschien dichtbij inderdaad.”
Van de oorlog merk je hier niks, al ligt de Russische grens op slechts 2,5 uur rijden vandaan. In de industriële wijk Telliskivi, waar voormalige Sovjetfabrieken en spooremplacementen zijn omgetoverd tot restaurants, clubs en cafés, waan je je in de hipste wijken van, laten we zeggen Kopenhagen, Stockholm en Helsinki. Misschien zelfs beter dan daar, juist vanwege de Sovjet-invloed in de vorm van cyrillische beletteringen op de gevels. Aan de andere kant van de stad, in het havengebied Noblessner, verzamelen zich de nieuwe rijken van het land die zich de duurste appartementen kunnen veroorloven met uitzicht op de Baai van Tallinn. Hier werden tot de Russische revolutie van 1917 onderzeeboten gebouwd, waarna het tot vijf jaar geleden een scheepswerf was voor zogenaamde vangschepen in de walvisvaart en voor kleinere vissersboten.
Het is volgens Hanno, onze andere gids, precies de plek waar vooral ook de jongere rijken zich ophouden. “Estland, en met name Tallinn, is het Silicon Valley van Europa,” zegt hij, verwijzend naar het tech-walhalla in Californië waar jonge ondernemers zich in recordtempo opwerken tot tech-miljonairs. “Weet je hoelang het duurt voordat je hier een bankrekening kunt openen? Vijf minuten. En je eigen bedrijf? Nog veel sneller.” Estland heeft volgens hem de deur wagenwijd opengezet voor ondernemers die start-ups bouwen, waardoor vooral de laatste zes jaar er een enorme welvaartsgroei is ontstaan. Hanno: “Estland heeft 1,3 miljoen inwoners, maar meer dan twee miljoen simkaarten. Dat zegt alles.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Paul Tolenaar