'Waar een wil is, is een Weghorst'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: Wout.
Edwin Struis
Heel lang was er voor mij maar één man uit Borne, dat plaatsje tussen FC Twente en Heracles. Dat was Niels Overweg, destijds trainer van Telstar. In de periode dat ik bij Haarlems Dagblad werkte en dus ook, slik, over Telstar moest schrijven, zat ik vaak tegenover hem. Een gebeeldhouwde man, type gladiator, dus zeer op z’n plek bij Witte Leeuwen.
In Borne zelf ben ik nog nooit geweest, maar het moet er tegenwoordig goed toeven zijn. Want in het huidige topvoetbal lopen er ineens meerdere ‘mannen uit Borne’ rond. De eerste maakt, hoe onervaren ook, al furore bij Feyenoord. Van Mats Wieffer had niemand een half jaar geleden nog gehoord, nu zijn er al hele volksstammen die hem in Oranje willen zien.
De andere man uit Borne is ook al uitgegroeid tot een fenomeen. En ook dat is verrassend, omdat de bal tot voor kort veelal een vierkante vorm aannam als hij in de buurt kwam van Wout Weghorst. Ook ik behoorde tot de grote groep sceptici die zijn status als international als beledigend ervaarde. Hij was het type ultieme breekijzer die je pas binnen de lijnen bracht als zelfs Luuk de Jong er geen heil meer in zag.
Op het laatste WK zagen we zijn potentie pas als unsung hero, zoals de Engelsen dat plegen te zeggen. Hij had zomaar de Kieft (remember 1988) kunnen zijn die ons land in de race hield voor de titel. Zijn inbreng in de kwartfinale tegen Argentinië had iets magisch, maar zijn twee goals in de slotfase redden ons uiteindelijk niet. En toen hij na afloop iets te lang zijn blik liet rusten op Lionel Messi werd hij door de maestro toegesnauwd dat hij op moest lazeren.
Maar nu is er het warme bad van Old Trafford. Waar hij als huurling van het bescheiden Burnley langzaam maar zeker de harten verovert van de kritische United-fan. Het zal nog even duren voordat het Theatre of Dreams massaal ‘Wij willen WW’ aan zal heffen, maar aan zijn onsterfelijkheid wordt hard gewerkt. Hij is de missing link tussen de liefhebber en het grote geld die het voetbal zo in zijn ijzige greep heeft. Nadat zijn ploeg onlangs de League Cup won, de eerste trofee in krap zes jaar voor de Red Devils, zag je ’m weer licht emotioneel worden. Hij, dat jochie uit Overijssel, die op het heilige Wembley zomaar de assist had gegeven voor de 2-0 van Marcus Rashford. Helemaal niet slecht voor een melbuul (Twents voor meelzak) uit Borne.
Micha Jacobs
En dan te bedenken dat ook ene Pieter Omtzigt in Borne opgroeide, dus daar moet iets in het water zitten wat de mensen onverzettelijk en vastberaden maakt. Zoals dat toverdrankje van die Galliërs dat hen onoverwinnelijk maakte tegen de Romeinen, met Obelix Weghorst voorop.
Ik heb een zwak voor Obelixen zoals hij die heel goed weten welke kwaliteiten ze hebben en welke vooral niet. Spelers die hun tekortkomingen compenseren met karakter en mentaliteit, die genieten van elke minuut dat ze op het veld staan en die elke wedstrijd weer opnieuw een jongensdroom zien uitkomen. Voetballers die altijd in de Twentse klei blijven hangen zodat ze niet gaan zweven, of ze nu in Manchester spelen en in een kwartfinale van een WK. Spelers naar mijn hart, maar laten we vooral niet te hypocriet doen: nog geen twee jaar geleden werd hij door half Nederland vervloekt als een lege koffiebus in de ochtend.
Hoe blij was Weghorst dat hij door Frank de Boer was geselecteerd voor het EK, je weet wel: dat EK waarin het coronaspook nog rondwaarde. En hoe hard schreeuwde ook ik niet de longen uit mijn lijf dat hij bij de selectie zat, omdat hij weigerde zich te laten vaccineren, net als bijvoorbeeld Memphis Depay. Dat zij daardoor het risico vergrootten dat we met een ziek elftal aan de aftrap zouden staan (of misschien zelfs uit het toernooi moesten) zorgden voor nogal wat gefronste wenkbrauwen, op z’n zachtst gezegd. Ik bedoel: we hadden al genoeg ellende meegemaakt, daar hoefden zij niet nog een schepje bovenop te doen. Maar mijn ergernis daarover maakte al snel plaats voor euforie, zo opportunistisch ben ik wel, toen hij tijdens de ‘uitzwaaiwedstrijd’ tegen Georgië (3-0) zijn eerste interlanddoelpunt maakte en met tranen in zijn ogen naar de cornervlag rende. Omdat elke druppel hartstocht uit zijn ogen spoot, snap je? Dan maar geen spuitje, dacht ik nog: liever een EK-titel met een ongevaccineerde Weghorst dan géén EK-titel. Memphis Depay maakte na afloop nog een grap dat Weghorst ‘eerst de bal binnenjankte en daarna zelf begon te janken’. Anderen, waaronder Willem van Hanegem, vonden het aanstellerij van de bovenste plank: “Leuk voor die jongen, maar hij moet niet zo overdrijven.”
Hoe anders ziet de wereld er twee jaar later uit. Opeens is hij de held en kan hij zelf ook nauwelijks geloven dat hij in het shirt van Manchester United en Oranje mag rondlopen, maar juist die verwondering ontroert mij elke keer weer. Geen idee hoe zijn huis eruitziet, maar naast de voordeur moet wel een tegeltje hangen: “Waar een wil is, is een Weghorst.”
- Pro Shots