Het lijkt wel alsof we inmiddels gewend zijn aan het extreemrechtse geluid in de Tweede Kamer, maar veertig jaar geleden was dat nog anders. Toen hadden we nog geen gesoigneerde jongemannen in pak die met hun boreale ideeën alle zuurstof uit het politieke debat onttrokken, maar één morsige, bebrilde man van middelbare leeftijd. Zeg maar het type dronken oom bij wie je op een verjaardag zo ver mogelijk uit de buurt bleef: Hans Janmaat. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 1989 behaalde hij met zijn extreemrechtse Centrum Democraten (CD) één zetel, geheel tegen het zere been van linkse actievoerders die tijdens zijn beëdiging op het Binnenhof demonstreerden met leuzen als: “Geen racisten en fascisten in parlement en raad.”
Toen al dus.
Janmaat trad in 1982 al toe tot ons parlement, namens de al even extreemrechtse Centrumpartij, met retoriek waar je haren recht van overeind gingen staan. Zijn grootste stokpaardje was dat hij zo snel mogelijk onze multiculturele samenleving wilde afschaffen, een idee dat anno 2022 nog springlevend is in bepaalde kringen.
Met verkiezingskreten als ‘Vol = vol’ en ‘Eigen volk eerst’ werd hij in de Kamer gekozen, totdat de Centrumpartij van binnenuit wegrotte – een bekend verschijnsel in rechtse kringen – en Janmaat in 1984 uit de partij stapte om de CD op te richten.
Een verzoeningspoging in 1986 liep uit op een drama. Sterker nog, die bijeenkomst in een hotel in het Utrechtse Kedichem was het doelwit van antifascistische actievoerders die rookbommen naar binnen gooiden en brandstichtten. Tijdens die aanslag sprong Janmaats partner Wil Schuurman uit het raam waarbij ze zo ongelukkig op haar been terechtkwam dat die in het ziekenhuis moest worden afgezet.
Even werd gedacht dat dat het einde was van de CD en de Centrumpartij, zeker gezien het feit dat beide partijen tijdens de verkiezingen van 1986 geen enkele zetel haalden. Maar drie jaar later, toen het kabinet-Lubbers II viel en er nieuwe verkiezingen werden uitgeschreven, keerde Janmaat dus terug, meeliftend op de ontevredenheid onder de bevolking van toen. De werkloosheid was hoog, immigranten werden de zondebok en Janmaat gedijde daar prima bij.
Hans Janmaat hield niet van Oranje: ‘Zo’n multiraciaal elftal vind ik geen verbetering’
Het profiel dat we destijds over Janmaat schreven is 33 jaar later nog pijnlijk actueel. Hans Janmaat is al twintig jaar dood, maar de groeiende onvrede van nu is te vergelijken met die van toen. En de ruk naar rechts ook, al was die destijds minder ferm dan nu. Dat komt waarschijnlijk, omdat Janmaat niet het charisma en de welbespraaktheid van de huidige rechtse vleugel had. Nog los van het feit dat zijn opvattingen zo idioot waren dat hij meer dan eens het mikpunt van spot was. Janmaat hield niet van voetbal, en al helemaal niet van Oranje, omdat hij ‘zo’n multiraciaal elftal geen verbetering’ vond. Al snel verpieterde hij in het verdomhoekje, ook omdat zijn politieke carrière steeds meer uit ongewenste intimiteiten, drankmisbruik en frauduleuze praktijken bestond.
Graven in het leven van Janmaat was even moeilijk en onsmakelijk als zoeken naar guldens in een emmer snot, schreven we. Dat geldt tegenwoordig voor meer mensen, vrezen we.