Zo lieflijk als Mira* ziet de politierechter ze niet vaak voor zich zitten. De 41-jarige schoonheidsspecialiste is klein van stuk, amper 1,60 meter, heeft gitzwarte lange haren en gaat weinig opvallend, maar uiterst verzorgd gekleed. Al met al voldoet ze in helemaal niets aan het bijna beestachtige beeld dat oprijst na het lezen van de tenlastelegging: Mishandeling kind door dat kind één of meermalen tegen het lichaam te duwen, de keel dicht te knijpen en/of te wurgen, aan de haren te trekken, een nekklem aan te brengen en/of (met vlakke hand) in/op/tegen het gezicht, althans hoofd te slaan. Bij een andere gelegenheid zou Mira haar ex-echtgenoot bovendien één of meermalen (met kracht) in de nek hebben gebeten.
Al halverwege de opsomming van de officier van justitie barst de kleine Mira in zacht snikken uit.
“Dat is nogal wat,” stelt de rechter vast. “De vraag is: heeft u dat ook daadwerkelijk gedaan?”
“Niet alles,” zegt Mira.
Na een huwelijk van achttien jaar, waar huiselijk geweld als een rode draad doorheen liep, volgde een vechtscheiding van de meest nare soort. Rechtstreeks contact met haar ex-man was geen optie meer. Via een bemiddelaar werd voor hun dochter Amber een omgangsregeling overeengekomen.
De ene week bij haar, de andere week bij hem. Op een vrijdag in januari van dit jaar gaat dat mis. Die middag wacht Mira thuis tevergeefs op haar 14-jarige dochter. Op alle mogelijke manieren – bellen, whatsappen, sociale media – probeert ze te achterhalen waar ze uithangt, maar reactie blijft uit. Wanneer de avond valt, besluit ze het harder te spelen.
Ze laat haar dochter weten dat wanneer zij niet binnen een half uur laat weten waar ze is, Mira de politie inschakelt.
Kort daarna meldt Amber via Instagram dat ze bij haar vader is en daar ook blijft.
“Ik zat me enorm op te vreten,” herinnert Mira zich de bewuste avond. “Ik kon ook niet controleren dat ze daar inderdaad was. Nog geen maand eerder was dat meisje Esmee dood teruggevonden. Ook 14 jaar. Er spookte van alles door mijn hoofd.”
“U had het uw ex-man kunnen vragen,” oppert de rechter.
“Nee,” zegt Mira met een stelligheid die verdere vragen zinloos maakt.
Na een slapeloze nacht ziet ze de volgende dag tot haar grote opluchting dat haar dochter wel bij de hockeyclub is verschenen. Na de wedstrijd staat ze dan eindelijk bij haar moeder op de stoep, die uiteraard een hartig woordje met haar puberende dochter te spreken heeft.
“En dat liep uit de hand?” vermoedt de rechter.
“Dat liep uit de hand,” bevestigt Mira die voor een tweede keer volschiet. “Ik heb haar aan de haren getrokken, zij aan de mijne. Misschien heb ik haar een keer geslagen, met m’n platte hand. Daar heb ik veel spijt van. Maar wat ik zeker niet heb gedaan is haar wurgen, haar keel dichtknijpen of een eh... een eh... nekdinges of zo.”
“Een nekklem?” helpt de rechter.
“Dat ja. Ze is trouwens groter en sterker dan ik.”
Het tweede incident vindt bijna een jaar eerder plaats.
Amber komt dan helemaal overstuur bij haar moeder thuis. Bij haar vader is ze zojuist voorgesteld aan diens nieuwe vriendin. Ze is compleet van slag. Net als Mira. In een ouderconvenant dat zij en haar ex bij de vechtscheiding beiden tekenden, spraken zij af dat wanneer een van hen een nieuwe partner had, dat eerst met de ander zou worden gedeeld, en daarna pas met hun dochter.
“WAAR IS DIE HOER?!? IK MAAK JULLIE ALLEBEI AF!!!” zou Mira tegen haar ex hebben getierd toen die de deur opendeed, waarna ze zich woest een weg de woning in zou hebben geworsteld. Veel verder dan de gang komt ze niet.
In een allesbehalve liefdevolle omhelzing zet ze haar tanden als een vampier in de nek van haar voormalige echtgenoot. Zelfverdediging, vindt Mira.
Voor de mishandeling van haar ex is volgens de rechter te weinig bewijs. Aan het mishandelen van haar dochter – maar dan alleen het haren trekken en het slaan – acht de rechter haar wel schuldig, maar zonder oplegging van straf. De afweging die hij daarbij maakt is een wijze. Omdat Mira schuldbewust is, spijt heeft en erg geschrokken is van het incident is een onvoorwaardelijke straf niet op zijn plaats. Een voorwaardelijke straf zou passender zijn, ware het niet dat zo’n straf in de toekomst mogelijk door haar dochter als ‘munitie’ of ‘dreigmiddel’ kan worden gebruikt tegen haar moeder.
“Niets ten nadele van uw dochter natuurlijk, maar ze is tenslotte een puber, toch?” besluit hij.
Mira knikt. Ze weet er alles van.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban