Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Sportcolumn: 'Ons grootste talent is ophemelen'

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: 'Jonge talentjes in de voetbalwereld'

Mario Wisse

Wat hebben Ton Blanker, Tarik Oulida, Bojan Krkic, Viktor Fischer en Richairo Zivkovic met elkaar gemeen? Het waren stuk voor stuk wonderkinderen die neerstreken bij Ajax en voor alle vijf werd een duizelingwekkend briljante toekomst voorspeld.

Wat ze ook gemeen hebben is dat die duizelingwekkend fonkelende voetbalcarrière uiteindelijk niet doorging. Blanker zette zijn grootste prestatie buiten het stadion neer door Anita van de Dolly Dots aan de haak te slaan. De enige die in een gouden toekomst van Tarek Oulida bleef geloven was zijn grootste fan: Johan Cruijff. Krkic is een transfer of zeven verder sinds zijn passage bij Ajax en de clubs worden er niet beter op. Fischer speelt inmiddels bij Antwerp en was vaak geblesseerd. Zivkovic kwam via Oostende in China terecht en balt nu bij Rode Ster te Belgrado. Allemaal weinig mis mee, maar de absolute top hebben ze niet gehaald, daar hoeft geen tekening bij.

Nu heeft Ajax melkmuiltje Rayane Bounida gekocht, een werkelijk waanzinnig talent van Anderlecht. Paris Saint-Germain en Manchester City wilden hem ook hebben, maar Rayane koos voor Ajax. Niet in de laatste plaats omdat dat de club is van Nouri, zijn idool. Omdat diens nummer 34 hem voor eeuwig toebehoort, mag Rayane met nummer 14 spelen. Om de druk wat van de ketel te halen, zullen we maar zeggen. Ik hoop van ganser harte dat Bounida een hit wordt in Amsterdam. Maar ik heb het idee dat voetballers die groots worden aangekondigd het zelden redden. Die worden voordat ze één wedstrijd in het eerste hebben gespeeld al aanbeden en je hoeft geen psycholoog te zijn om te stellen dat zulks ten koste gaat van de drive om te slagen.

Je toekomst ziet er dan ook een stuk rooskleuriger uit wanneer er in de jeugd altijd een beetje aan je kwaliteiten getwijfeld wordt. Echte toppers zie je dan ook zelden aankomen. Die zijn er ineens. Om bij Ajax te blijven: iedereen met een rood-wit hart was in de rouw toen Van Basten naar AC Milan ging. Maar toen was daar ineens ene Bergkamp, van wie eigenlijk niemand verwachtte dat hij de wereldtop zou halen. Te rustig en te bescheiden, zo werd er gezegd. Toen heel de wereld Bergkamp wilde hebben en die naar Inter ging, zat Ajax opnieuw in zak en as. Ze probeerden het dan maar met de onopvallende Fin Jari Litmanen. Denk jij dat Ajax met Rayane Bounida nu wél de Messi van de Lage Landen in huis heeft gehaald?

Micha Jacobs

Tegenover een lijstje met mislukte talenten kun je natuurlijk ook een lijstje met geslaagde talenten zetten, zeker een club als Ajax de laatste jaren. Of wil je soms beweren dat Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt, Ryan Gravenberch, Jurriën Timber en Noussair Mazraoui zijn mislukt? Het verschil zit ’m er natuurlijk in of je door een club wordt opgeleid en vanuit de jeugd doorstroomt naar het eerste elftal, of dat je ergens voor veel geld wordt opgehaald. Hoe jonger de speler is bij wie dat gebeurt, hoe groter de druk. En ook, helaas, de kans op falen. Hassane Bandé, zegt die naam jou nog iets? Eind 2017 haalde Ajax hem op bij KV Mechelen voor meer dan 8 miljoen euro. Hassane was toen net 19 en in België uitgeroepen tot Talent van het Jaar. Maar meteen na aankomst in Amsterdam brak hij zijn kuitbeen en een binnenband van zijn enkel. Pure pech die hij eigenlijk nooit te boven is gekomen. Tot nu speelde hij niet één wedstrijd in het eerste van Ajax, wel in dat van een weinig zeggend clubje uit het Kroatische Pula, waar het beter vakantie vieren is dan voetballen.

Ik moet ook denken aan Freddy Adu, het Amerikaanse wonderkind dat op zijn 14de al debuteerde in het Amerikaanse profvoetbal, vanaf dat moment de nieuwe Pelé werd genoemd, maar niet verder kwam dan een paar wedstrijdjes voor Benfica en AS Monaco. Waar hij nu op zijn 32ste balt? Ergens in Zweden. Zweden inderdaad, het land waar Pelé zijn eerste van drie wereldtitels met Brazilië won, maar verder houdt elke vergelijking ook meteen weer op.

We hebben een groot talent voor ophemelen, dat is wel duidelijk. Een voetballertje is amper uit het ei gekropen en heeft de bal amper drie keer in de goede richting geschopt of hij wordt al de nieuwe Messi genoemd. Dat komt omdat wij maar al te graag wíllen dat er een nieuwe Messi opstaat, terwijl die maar één keer per generatie voorbijkomt. En clubs met zo’n raspaardje in huis roepen het ook om het hardst, omdat dat de marktwaarde natuurlijk omhoogstuwt. Bounida kostte Ajax overigens nauwelijks iets, de Amsterdammers hoeven Anderlecht alleen maar de opleidingskosten te vergoeden, omdat het jonge dribbelaartje nog geen profcontract had getekend in Brussel. Wat waarschijnlijk ook de reden is waarom er nog meer kapers op de kust waren: niemand kon om het talent heen, maar vooral ook niet om het goedkope prijskaartje. Maar goed, Bounida dus: ik zal zijn naam proberen te onthouden.

Sport
  • Ajax