Nederland haalt heel wat cocaïne binnen uit Colombia. Samen met de Italiaanse en Albanese maffiaclans zijn wij zo’n beetje de enige buitenlanders die daarvoor met de Zuid-Amerikanen samenwerken. Dat wekt de nodige frustratie op bij Colombiaanse politici, die liever niet horen dat hun land bekend blijft staan om de grote hoeveelheden marcheerpoeder die het dagelijks naar Europa verscheept. Zo ook president Iván Duque, die de afgelopen twee dagen bij ons op bezoek was.
Duque ging onder andere in gesprek met burgemeester Aboutaleb over de grote ladingen cocaïne die via de haven van Rotterdam binnenkomen in Europa. Het plan is om zeven scanners te bouwen in de Rotterdamse haven, zodat alle Zuid-Amerikaanse containers gecontroleerd kunnen worden, voordat er wordt uitgeladen. Op dit moment staat er pas één scanner, wat verre van genoeg is om de honderdduizenden containers te checken.
Stoppen met snuiven
De president is het eens met de plannen, maar hij ziet ook nog wel een andere oplossing voor het cocaïneprobleem. Volgens hem zou het ook helpen om ‘de vraag terug te brengen’ en dat kan maar op één manier: ‘Nederland moet minder snuiven’.
Duque wees ons daarbij op de desastreuze effecten van de cocaïnehandel op zijn land. Niet alleen is er sprake van grootschalige drugscriminaliteit. Ook het milieu heeft te lijden onder de productie van coke. “Ons regenwoud wordt gekapt zodat jullie een lijntje kunnen snuiven”, sprak hij in een interview met Het Parool. “Dat is ecocide (ernstige beschadiging aan ecosystemen, red.). Om één kilo cocaïne te verbouwen, heb je daar in de jungle zóveel benzine voor nodig dat je er de tanks van een paar SUV’s mee zou kunnen vullen.”
- Pro Shots