Valerie* (47) is op het eerste gezicht van top tot teen een dame, maar de officier van justitie weet wel beter, zo blijkt wanneer hij de tenlastelegging voorleest.
“Mevrouw wordt ervan verdacht dat ze zich schuldig heeft gemaakt aan het versturen van een groot aantal beledigende e-mails, meer dan honderd, met daarin woorden als ‘kankertyfusneger’, ‘Oostblokhoer’, ‘labiel stuk schijt’, ‘hond op twee poten’ en ander zeer ongepast en beledigend taalgebruik.”
De rechter kijkt Valerie aan.
“Heeft u dat gedaan mevrouw?”
“Absoluut,” zegt Valerie, met een blik in haar ogen die het midden houdt tussen blinde woede en gepaste trots.
Haar 7-jarige zoon was alleen thuis en stond lange tijd luid huilend en niet te kalmeren op het balkon van de flat. Zelf was Valerie onbereikbaar. Ze was aan het werk. Buren belden de politie die de stichting Veilig Thuis inschakelde. Het rapport dat zij uiteindelijk opstelden vormde het startpunt van Valeries wekenlange stroom van grofgebekte e-mails aan het adres van verschillende medewerkers van Veilig Thuis.
“Waar was u nou precies zo boos over?” vraagt de rechter.
“In eerste instantie was ik niet eens zo boos,” zegt Valerie kalm.
“Maar het rapport stond vol aantoonbare onjuistheden. Zo zou mijn zoon een ernstige gedragsstoornis hebben, terwijl die nooit officieel bij hem is vastgesteld. Ik vind dat vreemd. En er stonden meer leugens in die voor ons grote consequenties konden hebben. Toen ik de mensen van Veilig Thuis daarop wees, ging ik ervan uit dat ze hun fouten snel zouden herstellen, maar dat gebeurde niet.” “En toen ging u schelden,” reconstrueert de rechter.
‘In Zuid-Amerika is schelden heel normaal. Daar is het uitgevonden’
“Mevrouw de rechter, ik weet niet of u zelf moeder bent, maar als je dag in, dag uit leeft met de angst dat je kind elk moment van je kan worden afgenomen, je énige kind, dan word je gek. En áls hij uit huis wordt geplaatst, waar komt hij dan terecht? Verdwijnt hij dan in een wereld vol pedofielen? De meest vreselijke doemscenario’s spookten door mijn hoofd.”
“Kankertyfusneger, Oostblokhoer, labiel stuk schijt, hond op twee poten,” somt de rechter nog maar eens op. “Het lijkt erop dat u het heel persoonlijk bedoelde.”
“Ik kom uit Suriname,” zegt Valerie. “In Zuid-Amerika is schelden heel normaal. Daar is het uitgevonden. Maar ik woon hier nog maar een jaar of vijf en schelden in het Nederlands gaat mij nog niet heel natuurlijk af. Ik voelde mij machteloos. Ik moest op Google zoeken naar woorden die in Nederland gebruikelijk zijn.”
“Ik kan u vertellen dat dat soort woorden hier allesbehalve gebruikelijk zijn,” zegt de rechter. Valerie haalt haar schouders op. Afgelopen april werd haar vrees werkelijkheid: op last van de jeugdbescherming werd haar zoon uit huis geplaatst.
“Mijn emoties waren legitiem,” zegt ze. “Wij zijn als gezin door de hulpverlening kapotgemaakt, dat lijkt mij een heel kwalijke zaak.”
Wegens belediging legt de rechter haar een boete op van 400 euro, waarvan 300 voorwaardelijk. Valerie kondigt direct hoger beroep aan.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban