Ayoub* (29) reed voorbij een politiebureau met een kapot dimlicht en een te hoge snelheid. Twee oplettende agenten zetten de achtervolging in en sommeerden hem zijn auto aan de kant te zetten. Tot zover het deel van het verhaal waar Ayoub en de betrokken agenten het over eens zijn. Over de rest van het gebeurde lopen hun lezingen nogal uiteen.
“Dank u wel dat u mij het woord geeft, meneer de rechter,” begint Ayoub terwijl hij overeind komt om staand zijn verhaal te doen.
“Blijft u maar gewoon zitten, hoor,” maant de rechter hem.
Enigszins beduusd gaat Ayoub, in het dagelijks leven vrachtwagenchauffeur, echtgenoot en vader van twee jonge kinderen, weer zitten. Iets soortgelijks overkwam hem op de avond van zijn aanhouding, met dat verschil dat hij toen een stuk minder gretig gehoor gaf aan het bevel van de agenten om weer te gaan zitten.
“TERUG IN JE AUTO! TERUG IN JE AUTO,” schreeuwden ze tegen hem nadat hij zijn auto netjes aan de kant had gezet en was uitgestapt om de dienders vriendelijk ‘goedenavond’ te zeggen.
“Ik voelde gelijk dat de agenten heel gespannen waren,” vertelt Ayoub. “Ik deed keurig wat me werd opgedragen, en dan toch zó opgefokt doen. Ik vertrouwde het gewoon niet.”
“En dat was het moment dat u uw telefoon pakte?” vermoedt de rechter.
“Om het te filmen. Maar die werd direct uit mijn handen geslagen. Daarna werd ik hardhandig tegen mijn auto aangedrukt, met mijn armen gestrekt op het dak. Terwijl ze me de handboeien omdeden zag ik links en rechts nog meer politie aankomen. Er was blijkbaar versterking opgeroepen. En niet zo’n beetje ook. Het was allemaal superbedreigend. Ik snapte het niet. Wat had ik gedaan?”
“Heeft u zich bij uw aanhouding verzet?” houdt de rechter het zakelijk.
“Absoluut niet, meneer de rechter. Absoluut niet.”
‘Het was allemaal superbedreigend. Ik snapte het niet. Wat had ik gedaan?’
“Dat is wel wat de agenten in hun proces-verbaal schreven,” weet de rechter. “Dat u zich behoorlijk verzette. Zo erg zelfs dat een van hen letsel opliep. Een lelijke schaafwond.”
“Dat hele proces-verbaal is in mijn ogen niets anders dan een stereotypering van een Marokkaanse jongen,” zegt Ayoub. “Ik herken mijzelf daar totaal niet in. Ik ben geen stereotype Marokkaan.”
Kort nadat hij door de politie weer op vrije voeten was gesteld, ging hij terug naar de plek van zijn aanhouding. Ondanks alle commotie van die avond was het hem niet ontgaan dat zijn aanhouding nogal wat publiek had getrokken. Met name de bewoners van de flat waarvoor het tafereel zich afspeelde, hadden in groten getale voor het raam gestaan. Drie van hen legden een getuigenverklaring af waarin ze net als Ayoub de agenten aanwezen als de grootste agressors. Het lijken sterke wapens, maar de rechter ziet dat anders. Wegens ‘wederspannigheid met letsel’ veroordeelt hij Ayoub tot een geheel voorwaardelijke boete van 500 euro.
“Geen van die getuigen hebben de aanleiding gezien,” onderbouwt de rechter zijn vonnis. “Namelijk het moment dat de agenten u sommeren terug in uw auto te stappen en u, in plaats van dat bevel op te volgen, een hand in uw broekzak steekt en daar iets uit pakt. Ik snap heel goed dat je daar als agent enigszins zenuwachtig van kunt worden.”
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban