Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Misdaadcolumn: 'De paranoia van de beschermde getuige'

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'de paranoia van de beschermde getuige'

Henk Strootman

Het vergt nogal wat moed om als getuige een criminele organisatie op te knopen. Wie dat toch doet, kan erop rekenen dat zijn naam op een kogel komt te staan.

Er resten dan eigenlijk maar een paar opties; zelf een veilig heenkomen zoeken of deelnemen aan het Getuigen Beschermingsprogramma van justitie.

Dit laatste lijkt aanlokkelijker dan het is. In films wordt de bedreigde getuige ondergebracht in tropische oorden, onvindbaar voor huurmoordenaars en hooguit piekerend over de restaurantkeuze van de avond. In werkelijkheid is de getuige een speelbal van justitie, gebonden aan een wurgcontract. Alle contacten uit het verleden dienen te worden verbroken. Justitie bepaalt de frequentie van een eindeloze reeks verhuizingen, werken wordt doorgaans niet toegestaan en zelfs een belletje of appje naar familie is uit den boze.

Zo zijn er nog veel meer mitsen en maren. Als getuige moet je er bijvoorbeeld niet van opkijken als je nieuwe woonplaats een troosteloze industriestad in Polen wordt in plaats van een Caribisch paradijs. Want het is niet handig om een nieuw leven op te bouwen op een plek waar je elk moment een landgenoot tegen het lijf kunt lopen.

Zolang de beschermde getuige zich aan zijn contract houdt is er weinig aan de hand en zullen de begeleiders van justitie de boel op afstand monitoren. Voor een modaal zakcentje wordt gezorgd, net genoeg om van te leven. Van enige luxe is dus in de verste verte geen sprake. Het zal dan ook niemand verbazen dat lang niet alle bedreigde getuigen dit allesbehalve glamoureuze bestaan volhouden. Sommigen verkiezen een onbestemd leven in vrijheid boven een veilig bestaan met talloze beperkingen. De andere optie, zelf een veilig heenkomen zoeken, is ook geen garantie voor een zorgeloos bestaan. Waar moet je naartoe? Wie kun je meenemen? In welke uithoek van de wereld kom je voor de verandering eens géén Nederlanders tegen? En hoelang blijf je weg?

Waar moet je naartoe? In welke uithoek van de wereld kom je voor de verandering eens géén Nederlanders tegen?

Ik moest aan dit alles denken nu ik ben neergestreken op een plek ergens ver weg (niets spannends hoor, gewoon vakantie) waar iemand met zijn naam op een kogel zich in principe veilig zou moeten voelen. Het is een land waar ze alles van je weten – anders kom je niet eens binnen – het veiligheidsapparaat high end is en je nauwelijks landgenoten tegenkomt. Een land waar je op kunt gaan in de massa en in principe veilig moet kunnen zijn. Maar de vraag is natuurlijk wat er voor nodig is om je daadwerkelijk veilig te vóélen, dat is namelijk iets heel anders. Ik was nog geen drie dagen op mijn bestemming of ik hoorde al ergens op een terras twee mannen in onvervalst Eindhovens dialect van gedachten wisselen.

Een Rotterdamse crimineel-in-ruste die zelf een paar maanden ondergedoken heeft gezeten in Manilla vertrouwde me ooit toe dat dergelijke situaties zorgen voor een flinke hartverzakking. “Je wordt helemaal paranoïde. Het is opeens of je overal Nederlands hoort praten. Als iemand net iets te lang naar je kijkt, schiet de adrenaline al door je lijf. Hetzelfde bij een auto die langzaam voorbijrijdt of een scooter die naast je auto stopt. Je staat de hele dag aan. Constant is er de angst voor herkenning. Op het laatst durfde ik mijn mobieltje niet meer op te nemen. Ik was bang dat mijn locatie werd uitgepeild. Op het laatst dacht ik: nou, liever dood dan dit. Uiteindelijk heb ik mijn boete aan een bepaalde groepering betaald en was mijn naam van de lijst. Maar de nervositeit is nooit helemaal verdwenen.”

Misdaad
  • Unsplash